Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR17949
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR17949/1
Regeling vervallen per 01-10-2009
Handhavingsverordening Wet werk en bijstand
Geldend van 01-01-2005 t/m 30-09-2009
Intitulé
Handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Borne 2005De raad van de gemeente Borne;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.
gehoord de commissie
gelet op artikel 8a van de Wet werk en bijstand;
BESLUIT:
vast te stellen: de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Borne 2005
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1 Begrippen
-
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Borne;
- b.
de wet: de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, het Besluit bijstandverlening zelfstandige
- c.
WWB: de Wet werk en bijstand;
- d.
Abw: Algemene bijstandswet;
- e.
Bbz: Besluit bijstandverlening zelfstandige;
- f.
IOAW: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- g.
IOAZ: de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- h.
Uitkeringsgerechtigde: persoon die een uitkering heeft aangevraagd dan wel ontvangt of heeft ontvangen op grond van de WWB, Abw, Bbz, IOAW of IOAZ; indien het een gehuwde of samenwonende betreft, wordt onder de uitkeringsgerechtigde elk van de partners verstaan.
- a.
-
2. Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze verordening gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet.
Hoofdstuk 2 Preventie
Artikel 2 Voorlichting en optimaliseren dienstverlening
Het College stelt een Controleplan Hoogwaardige Handhaving 2005 vast. Hierin staat onder andere op welke wijze aandacht wordt besteed aan het voorkomen van fraude door het vroegtijdig informeren en door een optimale dienstverlening. Onderdeel daarvan is de wijze waarop het college uitkeringsgerechtigde informatie geeft over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden alsmede over de consequenties van misbruik en oneigenlijk gebruik.
Hoofdstuk 3 Controle
Artikel 3 Informatieverzameling
-
1. Het college voert periodiek bestandsvergelijkingen uit waarbij actuele gegevens worden gecontroleerd.
-
2. De extra te vergaren gegevens bij de wijze van controle die nodig zijn voor de vaststelling van de rechtmatigheid van de uitkering zullen altijd voor dit doel vergaard kunnen worden.
Artikel 4 Systematiek en middelen
-
1. In het Controleplan van de productgroep sociale zaken beschrijft het college de in te zetten controlesystematiek (signaal- en/of risicosturing) en de middelen om de rechtmatigheid van de uitkering te controleren. Deze systematiek kan worden toegepast bij aanvraag, tijdens en na beëindiging van de bijstand.
-
2. Op basis van deze systematiek neemt het College besluiten met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitkering en de wederzijds tussen het College en de uitkeringsgerechtigde resterende verplichtingen en de afhandeling ervan.
Hoofdstuk 4 Gevolgen bij fraude
Artikel 5 Verlaging van de uitkering
Indien de uitkeringsgerechtigde onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de bepaling van de hoogte, de duur en de voortzetting van de bijstand, verlaagt het college de bijstand conform hetgeen hierover is bepaald in de Afstemmingsverordening WWB. Dit laat onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand.
Artikel 6 Aangifte bij OM
Indien een gedraging van uitkeringsgerechtigde leidt tot benadeling van de gemeente, doet het College, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met het door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen
Artikel 7 Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule
-
1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.
-
2. Het College kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Handhavingsverordening Wet werk en bijstand gemeente Borne 2005.
Artikel 9 Inwerkingtreding
De Handhavingsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
Ondertekening
Toelichting
Bij amendement is artikel 8a in de Wet werk en bijstand opgenomen waarin de gemeenteraad regels dient te stellen voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Hiermee krijgt de gemeente de verplichting om eigen regels te bepalen omtrent handhaving.
De gemeenteraad stelt op hoofdlijnen het beleid rondom handhaving vast door middel van de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand en geeft daarmee de gelegenheid om nadere invulling te geven aan de verordening in de vorm van beleidsregels.
De verordening sluit zoveel mogelijk aan op de WWB en het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven van de productgroep sociale zaken.
In deze toelichting wordt per hoofdstuk nader ingegaan op de Handhavingsverordening Wet werk en bijstand.
Hoofdstuk 2. Preventie
Zoals in het beleidsplan Hoogwaardig Handhaven is aangegeven werkt de gemeente Borne met het concept Hoogwaardige Handhaving. De vier elementen krijgen in hun samenhang extra kracht. Door in de uitvoeringspraktijk preventieve en repressieve activiteiten evenwichtig te verbinden, wordt de handhaving naar een hoger vlak getild. Preventieve elementen versterken het draagvlak bij de uitkeringsgerechtigden. Dit maakt het mogelijk om repressieve elementen in te zetten: controle op maat en feitelijke sanctionering (hoofdstuk 3 en 4). Oftewel: met preventieve maatregelen worden credits verdiend, die je via repressieve activiteiten kunt benutten.
Hoofdstuk 3. Controle
In dit hoofdstuk wordt aangegeven (met verwijzing naar het beleidsplan) dat gewerkt wordt met een signaal- en/of risicogestuurde controlesystematiek.
Naar aanleiding van een signaal en/of risicoprofiel kan worden overgegaan naar een intensieve controle. Bij een intensieve controle kunnen allerlei bronnen worden genoemd die geraadpleegd kunnen worden. In principe mogen vele bronnen geraadpleegd worden (ook in het kader van privacy). Als het nodig is, wordt de klant op de hoogte gesteld dat er onderzoek is gedaan. Tevens wordt aangegeven welke gegevens zijn gebruikt en wat er met de gegevens en resultaten is/wordt gedaan. Ook moet geregeld worden welke gegevens opgeslagen worden en of de klant altijd inzage heeft in zijn eigen dossier (wat de productgroep sociale zaken van uitkeringsgerechtigde weet). De inhoud van artikel 3 heeft deze achtergrond.
Hoofdstuk 4. Gevolgen bij fraude
Dit hoofdstuk regelt de verlaging van de uitkering conform de Afstemmingsverordening WWB, als uitkeringsgerechtigde niet aan de verplichtingen voldoet of ten onrechte bijstand heeft ontvangen. Daarnaast wordt aangifte van fraude gedaan bij het Openbaar Ministerie. De voorwaarden voor aangifte zullen jaarlijks worden afgestemd met het Openbaar Ministerie en zullen worden vermeld in het beleidsplan van de productgroep sociale zaken.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl