Regeling vervallen per 01-01-2007

Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid

Geldend van 28-02-2001 t/m 31-12-2006 met terugwerkende kracht vanaf 19-02-2001

Artikel 0 Dit artikel moet nog worden gesplitst

De raad van de gemeente Gilze en Rijen gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de verplichting tot cliëntenparticipatie op basis van de wetswijziging WVG en gelet op regel 18 van de “standaard regels” van de VN betreffende het beiden van gelijke kansen aan gehandicapten;

besluit:

met ingang van 1 april 2000 tot het vaststellen van de hiernavolgende verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid:

Artikel 1 Begrippen

  • 1.

    WVG: Wet Voorzieningen Gehandicapten

  • 2.

    Cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid: de gestructureerde wijze waarop de gemeente de zelforganisatie van belanghebbenden betrekt in de beleidsvorming, uitvoering en evaluatie van de WVG en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid.

  • 3.

    Integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente in al haar beleid en verantwoordelijkheden, werkt aan de verbetering van de mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van alle mensen met een functiebeperking of chronische aandoening.

  • 4.

    Platform: de in deze gemeente actief zijnde organisatie van mensen met een functiebeperking of chronische aandoening onder de naam “Platform Gehandicaptenbeleid Gilze en Rijen”. Het platform behelst de gemeente Gilze en Rijen.

Artikel 2 Doelstellling

  • 1.

    De cliëntenparticipatie WVG heeft als oogmerk; te bewerkstelligen dat belanghebbenden bij de WVG en het integrale gemeentelijk gehandicaptenbeleid door zelforganisatie van uit onafhankelijke positie zo optimaal mogelijk betrokken zijn bij de voorbereiding, vaststelling, uitvoering en evaluatie van het (mede) voor hen gevoerde gemeentelijk beleid.

  • 2.

    Op die wijze bij te dragen aan de totstandkoming of verbetering van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid, gericht op het realiseren van volwaardig burgerschap, op het bieden van gelijke mogelijkheden aan mensen met beperkingen.

Artikel 3 Beleidsterreinen

In het kader van de cliëntenparticipatie wordt het platform betrokken bij:

  • A.

    Het gemeentelijk beleid met betrekking tot de WVG, de evaluatie, beleidsvoorbereiding, vaststelling en uitvoering; hieronder vallen ook de uitvoeringsregels met betrekking tot de verstrekking, de afspraken met leveranciers (van rolstoelen en andere WVG-voorzieningen), uitvoerders (van WVG vervoer en andere diensten), woningcorporaties en indicatiestellers;

  • B.

    het integrale gemeentelijke gehandicaptenbeleid. Bestaande uit:

    • 1.

      voornemens, beleid of activiteiten van de gemeente gericht op het brengen van samenhang in het beleid op verschillende terreinen ten behoeve van mensen met verschillende functiebeperkingen en/of chronische aandoeningen

    • 2.

      het beleid op alle terreinen (voor zover) dat invloed heeft op de mogelijkheden voor mensen met een functiebeperking en/of chronische aandoening, waaronder:

      • ¨

        algemeen bestuurlijke bevoegdheden en burgerzaken;

      • ¨

        onderwijs, media, cultuur, sport, openluchtrecreatie en toerisme;

      • ¨

        sociale zaken en werkgelegenheid;

      • ¨

        welzijn en volksgezondheid;

      • ¨

        openbare orde en veiligheid;

      • ¨

        ruimtelijke ordening en groen, verkeer en vervoer;

      • ¨

        volkshuisvesting en bouwzaken;

      • ¨

        financiën en belastingen;

      • ¨

        milieu, economische zaken.

Artikel 4 Werkwijze

  • 1.

    In het kader van cliëntenparticipatie vraagt het gemeentebestuur het platform om advies. het platform is ook gerechtigd uit eigener beweging advies uit te brengen aan burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders vragen het platform in ieder geval advies bij de onderwerpen beschreven onder artikel 3: “beleidsterreinen”.

  • 3.

    Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd dat het van wezenlijk invloed kan zijn op het te nemen besluit. Dit houdt in ieder geval in:

    • a.

      bij nieuw beleid wordt het platform in ieder geval betrokken bij vaststellen van de hoofdlijnen van het beleid;

    • b.

      bij evaluatie wordt het platform in ieder geval betrokken bij vaststellen van vragen die ten grondslag liggen aan de evaluatie.

  • 4.

    Het gemeentebestuur maakt jaarlijks aan de hand van de beleidscyclus afspraken met het platform over:

    • a.

      de onderwerpen waarover het platform geconsulteerd wordt;

    • b.

      De wijze en het moment waarop het platform in het beleidsvormingsproces wordt betrokken

  • 5.

    Indien het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft, vindt bij de aanbieding van het advies overleg van het platform met de betrokken wethouder plaats.

  • 6.

    In het geval burgemeester en wethouders in een voorstel aan de Gemeenteraad afwijken van het advies van het platform, wordt dit bij het voorstel gemeld, waarbij tevens is aangegeven op welke gronden van het advies van het platform is afgeweken.

  • 7.

    De gemeente wijst een vaste contactambtenaar aan als aanspreekpunt en voor de communicatie met het platform (deze is tevens verantwoordelijk voor de beleidscoordinatie van het integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid).

  • 8.

    Tussen de verantwoordelijke wethouder en het platform vindt minimaal 1maal per jaar een structureel overleg plaats.

  • 9.

    Daarnaast vindt minimaal 4 maal per jaar een overleg plaats tussen de contactambtenaar en vertegenwoordigers van het platform.

  • 10.

    Van overleg en afspraken met het platform doet de gemeente binnen 3 weken schriftelijke rapportage aan het platform.

  • 11.

    Door burgemeester en wethouders wordt zorggedragen dat van de zijde van de gemeente aan het platform de nodige informatie wordt verstrekt ten behoeve van het naar behoren functioneren van het platform. Het betreft hier die informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm (braille, diskette of grootletterschrift) aangeleverd.

Artikel 5 Faciliteiten

Het gemeentebestuur stelt aan het platform een jaarlijkse subsidie die in de subsidieverordening is vastgesteld waarvan gesteld kan worden dat het platform rederlijkerwijze in staat kan worden geacht namens een brede achterban gemeenschappelijke belangen te behartigen. Voor niet reguliere activiteiten wordt een projectsubsidie toegekend.

Artikel 6 Slotbepalingen

  • 1.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet met betrekking tot cliëntenparticipatie WVG beslist het gemeentebestuur in overleg met het platform.

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “ Verordening cliëntenparticipatie gehandicaptenbeleid”

  • 3.

    Deze verordening treedt per 1 april 2000 in werking.