Afstemmingsverordening Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004

Artikel 1. Begripsomschrijving

• 1.

  In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    het Bbz 2004: het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

  • b.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    uitkering: de uitkering als bedoeld in artikel 10 van de Bbz2004 inclusief bedrijfskapitaal artikel 15 ev. van het Bbz 2004;

  • d.

    maatregel: het tijdelijk verlagen van de uitkering op grond van artikel 18 van de Wet werk en bijstand (WWB);

  • e.

    zelfstandige: de zelfstandige en/of de echtgenoot die recht heeft op een voorziening vanuit het Bbz 2004 (uitkering en/of bedrijfskapitaal);

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

• 2.

  Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in het Bbz 2004, de WWB en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Artikel 2. Het opleggen van een maatregel

Het college verlaagt niet de toegekende Bbz 2004 uitkering, indien naar het oordeel van het college de zelfstandige de op hem of haar rustende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Het betreft de gedragingen die verband houden met de verplichtingen genoemd in artikel 38 tot en met 43 van het Bbz2004.

Bij het niet en/of niet juist voldoen aan de verplichtingen, wordt de Bbz 2004 uitkering beëindigd en/of teruggevorderd conform de wettelijke bepalingen van deze regeling.

Artikel 3. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Alleen in bijzondere en specifieke gevallen kan het college afwijken van de bepalingen in deze verordening.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010.

Artikel 5. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: de afstemmingverordening Bbz 2004.