LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de april 1963 ter uitvoering van artikel 4, lid 3 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)

Geldend van 26-03-1966 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 4de april 1963 ter uitvoering van artikel 4, lid 3 van de Politieregeling (P.B. 1962, no. 64)

Artikel 1

  • 1. Onverkort de uit anderen hoofde aan het plaatselijk hoofd van politie toekomende taak nopens de politie, voert deze namens de Minister van Justitie, met inachtneming van de door laatstgenoemde te geven aanwijzingen, de algemene leiding over de politie in zijn ressort, voor zover krachtens wettelijke regelingen of instructies van de Minister van Justitie niet anders is bepaald.

  • 2. Het plaatselijk hoofd van politie in de eilandgebieden Curaçao en Aruba bedient zich daarbij van de aldaar geplaatste commissaris van politie en in de eilandgebieden Bonaire en de Bovenwindse Eilanden van de aldaar geplaatste postcommandanten.

Artikel 2

  • 1. Krachtens de hem in artikel 1 gedelegeerde algemene leiding, deelt het plaatselijk hoofd van politie het onder hem dienende personeel in bij de door de Minister van Justitie vastgestelde takken van dienst, met inachtneming van de sterkte en rangindeling bij elke tak van dienst, als door de Minister van Justitie te bepalen.

  • 2. De indeling van personeel bij een tak van dienst, meer in het bijzonder belast met de justitiële politie-werkzaamheden zomede wijziging van deze indeling, vinden slechts plaats in overeenstemming met de Procureur-Generaal. Bij gemis van overeenstemming beslist de Minister van Justitie.

  • 3. Van de wijzigingen in de indeling stelt het plaatselijk hoofd van politie de Minister van Justitie in kennis.

Artikel 2a

Indien de Procureur-Generaal zulks in het belang van een justitieel onderzoek nodig oordeelt, stelt het plaatselijk hoofd van politie op een daartoe strekkend verzoek van de Procureur-Generaal één of meer al dan niet met name te noemen ambtenaren in het bijzonder belast met justitiële politie-werkzaamheden te zijner beschikking in welk geval deze ambtenaren onder de directe bevelen en leiding staan van de Procureur Generaal.

Artikel 3

Van elke ernstige verstoring van de openbare orde doet het plaatselijk hoofd van politie terstond mededeling aan de Minister van Justitie met vermelding van de door hem genomen maatregelen.

Artikel 4

Behoeft de politie in een eilandgebied bijstand voor de handhaving van de openbare orde, dan treft de Minister van Justitie op verzoek van het plaatselijk hoofd van politie de nodige voorzieningen. Hij geeft daarbij zoveel mogelijk gevolg aan de wensen van het plaatselijk hoofd van politie betreffende de sterkte en de soort van het personeel dat bijstand moet verlenen.

Artikel 5

Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald als "Landsbesluit Instructie plaatselijk hoofd van politie", treedt in werking op een bij landsbesluit nader te bepalen tijdstip.