MINISTERIËLE BESCHIKKING VAN DE 21STE OKTOBER 1960 T.U.V. ARTIKEL 2, SUB C VAN HET LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, VAN DE 26STE JULI 1960 T.U.V. ARTIKEL 5, DERDE EN VIERDE LID VAN DE LANDSVERORDENING ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING

Geldend van 01-09-1960 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-09-1960

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING VAN DE 21STE OKTOBER 1960 T.U.V. ARTIKEL 2, SUB C VAN HET LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, VAN DE 26STE JULI 1960 T.U.V. ARTIKEL 5, DERDE EN VIERDE LID VAN DE LANDSVERORDENING ALGEMENE OUDERDOMSVERZEKERING

I

niet als verzekerde in de zin van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) wordt aangemerkt de Canadese staatsburger, die niet geacht kan worden blijvend binnen de Nederlandse Antillen te wonen, verzekerd is krachtens een in Canada geldende wettelijke regeling inzake geldelijke gevolgen van ouderdom en in dienstbetrekking staat tot de I.B.M. World Trade Corporation te Curaçao;

II

deze beschikking in het Publicatieblad zal worden opgenomen en geacht wordt te zijn in werking getreden met ingang van 1 september 1960.