LANDSVERORDENING van de 11de januari 1953 ter uitvoering van artikel 82 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen (Strafregeling Eilandsverordeningen)

Geldend van 26-03-1959 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 11de januari 1953 ter uitvoering van artikel 82 der Eilandenregeling Nederlandse Antillen (Strafregeling Eilandsverordeningen).

Artikel 1

  • 1. De Eilandsraad kan op overtreding ener eilandsverordening, voor zoveel daartegen niet bij algemene verordening is voorzien, hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste vijf duizend gulden stellen, verbeurdverklaring van de voorwerpen door middel van het misdrijf of de overtreding verkregen of waarmede het misdrijf of de overtreding is gepleegd, voor zover zij de veroordeelde toebehoren, alsmede openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

  • 2. De eilandsverordening kan bepalen dat, indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijk misdrijf of een gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, of vrijwillig voldaan is aan de voorwaarde, door de bevoegde ambtenaar van het openbaar minister krachtens artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen gesteld, hechtenis of geldboete tot het dubbel van het voor elk gestelde maximum kan worden opgelegd.

  • 3. In afwijking van het in het eerste lid van dit artikel bepaalde zijn de eilandsraden van de eilandgebieden Aruba en Curaçao bevoegd voor overtreding van de eilandsverordeningen ter uitvoering van artikel 8 van de Eilandenregeling Nederlandse Antillen gelijke straffen en bijkomende straffen te stellen als in de landsverordening ter uitvoering van artikel 51 der Staatsregeling voor overeenkomstige overtredingen zijn gesteld.

Artikel 2

De bepalingen der eerste acht Titels van het eerste Boek van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen zijn ook toepasselijk op feiten, waarop bij eilandsverordening straf is gesteld, tenzij bij algemene verordening anders is bepaald.

Artikel 3

  • 1. Bij eilandsverordening kan telkenmale aan de daarin aan te wijzen organen of personen de bevoegdheid worden toegekend om, zo nodig op kosten van de overtreders, te doen wegnemen, beletten, verrichten of in vorige toestand herstellen van hetgeen in strijd met die verordening is of wordt gehouden, gemaakt of gesteld, ondernomen, weggelaten, beschadigd of weggenomen.

  • 2. De eilandsverordening bepaalt, dat spoedeisende gevallen uitgezonderd, van de bevoegdheden in het eerste lid van dit artikel bedoeld, geen gebruik wordt gemaakt dan na te voren gedane schriftelijke vordering.

  • 3. Het Bestuurscollege kan bij dwangbevel de ingevolge het eerste lid van dit artikel verschuldigde kosten invorderen. Het dwangbevel wordt op kosten van de schuldenaar bij deurwaardersexploot betekend en ten uitvoer gelegd op de wijze, bij het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen ten aanzien van vonnissen en authentieke akten voorgeschreven. Binnen dertig dagen na de dagtekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van het Eilandgebied. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging.

Artikel 4

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Strafregeling Eilandsverordeningen".

  • 2. Zij treedt in werking met ingang van 1 September 1951.