BESLUIT VAN DEN 10DEN MEI 1924, ter uitvoering van artikel 41sexies in verband met de artikelen 41quater en 41quinquies, alle van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao

Geldend van 01-01-1925 t/m heden

Intitulé

BESLUIT VAN DEN 10DEN MEI 1924, ter uitvoering van artikel 41sexies in verband met de artikelen 41quater en 41quinquies, alle van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao

Artikel 1

De beschikking bedoeld bij artikel 41quater, lid 1, van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao wordt genomen op met redenen omkleed voorstel of na ingewonnen gevoelen van het bestuur der vereeniging, stichting of instelling, waaraan de veroordeelde is toevertrouwd.

Het voorstel of advies, bedoeld bij het vorig lid, houdt in:

  • 1.

    de zoo nauwkeurig mogelijke aanduiding van den persoon des veroordeelden;

  • 2.

    mededeelingen omtrent het beroep of bedrijf, dat hij tijdens den duur van de dwangopvoeding heeft geleerd, zijn gedrag gedurende dien tijd, en de mogelijkheid om bij invrijheidstelling in eigen onderhoud te voorzien, en in verband hiermede een voorstel omtrent de wijze van verstrekking der uitgaanskas;

  • 3.

    de voorwaarden welke, naar het oordeel van het bestuur in elk bijzonder geval aan de opschorting zouden behooren te worden verbonden, als hoedanig kan worden gesteld het verblijf in of buiten een bepaalde plaats.

Bij het voorstel of advies worden overgelegd:

  • 1.

    een relaas van verhoor van de veroordeelde, bevattende de verklaringen van dezen omtrent het eiland, waar hij zich in geval van opschorting denkt te vestigen en de wijze waarop hij voornemens is alsdan in zijn onderhoud te voorzien;

  • 2.

    zoo mogelijk de onderteekende verklaring van dengene die zich bereid heeft verklaard om den veroordeelde na opschorting te onderhouden of in dienst te nemen.

Artikel 2

De beschikking tot opschorting wordt ter kennis gebracht van den Procureur-generaal, die den betrokken ambtenaar of ambtenaren van het openbaar ministerie daarvan mededeeling doet, ingeval de veroordeeling door een kantongerecht is uitgesproken, zoomede, ingeval aan den veroordeelde bij die beschikking een bepaalde verblijfplaats is aangewezen of een of meer verblijfplaatsen zijn ontzegd.

Artikel 3

Bij de invrijheidstelling wordt aan den veroordeelde een verlofpas uitgereikt, volgens het formulier aan dit besluit gehecht.

Artikel 4

Ingeval vóór de opschorting de voorziening van bestuurswege in de opvoeding van den veroordeelde reeds voorwaardelijk is geëindigd, is hetgeen artikel 1 bepaalt ten aanzien van het bestuur, van toepassing op hem, die met het toezicht over den veroordeelde is belast.

Over het ingevolge het vorige lid gedaan voorstel of uitgebracht gevoelen wordt gehoord het bestuur der vereeniging, stichting of instelling, waaraan de veroordeelde bij het voorwaardelijk eindigen der voorziening in zijne opvoeding van bestuurswegewas toevertrouwd.

Artikel 5

De veroordeelde is verplicht binnen 2 maal 24 uur na ingang van de opschorting en, bij vestiging op een ander eiland, binnen 2 maal 24 uur na aankomst aldaar, zijn verlofpas te vertoonen aan het hoofd of plaatselijk hoofd van politie op het eiland, dat hem als verblijfplaats is aangewezen, of op dat waar hij, bij gebreke van zoodanige aanwijzing, verblijf denkt te houden.

Zoolang de beschikking tot opschorting herroepen kan worden, geldt hetzelfde bij verandering van woonplaats, indien deze hem nader als voorwaarde wordt gesteld, of hem daartoe de bevoegdheid niet is ontzegd. In dit laatste geval moet hij den pas tevens tenminste 8 dagen vóór zijn vertrek vertoonen aan het hoofd of plaatselijk hoofd van politie op het eiland van vertrek, welke ambtenaar van de voorgenomen verandering van verblijfplaats ten spoedigste mededeeling doet aan het plaatselijk hoofd of hoofd van politie op het eiland, waarheen de veroordeelde zich begeven wil.

Artikel 6

Het hoofd of plaatselijk hoofd van politie teekent in de gevallen bij het vorige artikel bedoeld, den pas voor "gezien" en geeft - voor wat de plaatselijke hoofden van politie betreft, door tusschenkomst van het hoofd van politie op het eiland Curaçao - daarvan ten spoedigste kennis aan den Gouverneur.

Het hoofd of plaatselijk hoofd van politie neemt bij verzuim van aangifte onmiddellijk de noodige maatregelen tot opsporing van den nalatige.

Artikel 7

De veroordeelde is verplicht, zoolang zijn straftijd niet is verstreken, van den hem uitgereikten verlofpas ten allen tijde inzage te verleenen aan de in het eerste lid van artikel 41quinquies van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao aangewezen ambtenaren, tot welk einde hij bij elke verwijdering buiten het eiland, waar hij verblijfplaats heeft, dezen pas ten allen tijde bij zich moet dragen.

Artikel 8

Wordt den veroordeelde vermindering van straf verleend, zoo geschiedt hiervan aanteekening op den verlofpas door of op last van het openbaar ministerie bij het gerecht dat de veroordeeling heeft uitgesproken, tot welk einde de daartoe strekkende beschikking ter kennis van den Procureur-generaal wordt gebracht, die, voor wat uitspraken van een kantongerecht betreft, daarvan mededeeling doet aan den betrokken ambtenaar van het openbaar ministerie.

Op gelijke wijze geschiedt aanteekening van wijzigingen in de aan den veroordeelde bij de opschorting gestelde voorwaarden.

Artikel 9

Ingeval van verlies of vermissing van den verlofpas doet de veroordeelde daarvan onmiddellijk aangifte bij een der ambtenaren bedoeld bij het eerste lid van artikel 41quinquies van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao, onder opgaaf van de omstandigheden waaronder zulks heeft plaats gehad.

Den aangever wordt een bewijs van deze aangifte afgegeven door bedoelden ambtenaar, die, - voor wat de plaatselijke hoofden van politie betreft, door tusschenkomst van het hoofd van politie op het eiland Curaçao - ten spoedigste zorgt voor de toezending van de aangifte aan den Gouverneur, onder bijvoeging van zoodanige inlichtingen als ter zake dienende worden geacht.

De Gouverneur kan den aangever een duplicaat-verlofpas doen uitreiken.

Zoolang zulks niet is geschied geldt hetgeen omtrent de verplichting tot vertoonen van den verlofpas is bepaald, ten aanzien van het afgegeven bewijs.

Artikel 10

De kennisgeving van de aanhouding bedoeld bij het eerste lid van artikel 41quinquies van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao geschiedt onder toezending van een proces-verbaal, vermeldende de redenen, die tot de aanhouding hebben geleid en, zoo mogelijk, met bijvoeging van den verlofpas.

Artikel 11

Wanneer de Gouverneur de opschorting herroept, wordt zulks ter kennis gebracht van den Procureur-generaal, die voor de onverwijlde uitvoering zorg draagt en voor wat uitspraken van een kantongerecht betreft, van de herroeping mededeeling doet aan den betrokken ambtenaar van het openbaar ministerie, welke laatste alsdan voor de onverwijlde uitvoering zorg draagt.

Vanwege den Gouverneur geschiedt tevens kennisgeving van de herroeping aan hen, die ingevolge artikel 1 of 4 een voorstel tot opschorting hebben gedaan of ter zake zijn gehoord.

Artikel 12

Worden in het geval bedoeld bij artikel 10 geen termen gevonden tot herroeping, zoo wordt zulks, onder bijvoeging van den overgelegden verlofpas, gebracht ter kennis van den Procureur-generaal, die voor de opheffing van de aanhouding en de wederuitreiking van den pas zorg draagt en van de beslissing mededeeling doet aan den betrokken ambtenaar van het openbaar ministerie, wanneer deze voor de uitvoering zorg heeft te dragen.

Van de aanhouding en de opheffing geschiedt in dat geval door den betrokken ambtenaar aanteekening op de verlofpas.

Artikel 13

De inhoud van den verlofpas, de herroeping van de beschikking tot opschorting en de aan een veroordeelde, wiens straf is opgeschort, verleende vermindering van straf, worden, voor zoover zulks niet reeds is geschied ingevolge de voorschriften van de vorige artikelen van dit besluit, vanwege den Gouverneur gebracht ter kennis van den Procureur-generaal, die, voor zoover noodig, van een en ander mededeeling doet aan de ambtenaren, die voor de uitvoering van de beschikking zorg hebben te dragen.

Artikel 14

De inhoud van dit besluit en van de artikelen 41ter, 41quater, 41quinquies en 41sexies van het Wetboek van Strafrecht voor de kolonie Curaçao worden vermeld op den verlofpas.

Artikel 15

Dit besluit treedt in werking tegelijk met de verordening van den 3n. Maart 1923 (P.B. No. 36), houdende wijziging in de bepalingen betreffende het straffen en de strafrechtspleging ten aanzien van jeugdige personen.

FORMULIER bedoeld bij artikel 3 van het Besluit van den 10den Mei 1924 (P.B. No. 20).

Opschorting van tenuitvoerlegging van gevangenisstraf.

Verlofpas voor ........................................................................................................................

Signalement ...........................................................................................................................

De GOUVERNEUR van Curaçao,

Gelet op artikel 3 van het Besluit van den 10den Mei 1924 (P.B. No. 20);

Gezien zijne beschikking van den ......................, No. ..........., waarbij (volgt inhoud van de beschikking tot opschorting);

Gelast dat aan genoemde(n)........................... bij diens (hare) invrijheidstelling deze verlofpas zal worden uitgereikt.

Gedaan te Curaçao, den..............................

De Gouverneur voornoemd,

Hoofd

Gezien door het

---------------------

van politie te

plaatselijk hoofd

(Eiland)........................., den..............................................