Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand Leiderdorp 2012

Geldend van 01-01-2012 t/m heden

De raad van de gemeente Leiderdorp; gelezen het voorstel van 28-02-2012, nr 2012i01992;gezien het advies van commissie Bestuur en Maatschappij van 19-03-2012;gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet; b e s l u i t vast te stellen de

Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand Leiderdorp 2012

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    maatschappelijke participatie: het deelnemen aan sportieve, culturele en educatieve activiteiten door schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen.

  • c.

    voorziening: een vorm van financiële ondersteuning of ondersteuning in natura, gericht op de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen van ouders met een laag inkomen, ter bevordering van maatschappelijke participatie;

  • d.

    schoolgaand kind: ten laste komende kind van een ouder met een laag inkomen, voor wie de leer- of kwalificatieplicht, bedoeld in artikel 4 van de Leerplichtwet, geldt;

  • e.

    laag inkomen: een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. De gemeenteraad beschouwt het als zijn taak om de maatschappelijke participatie te bevorderen en het aantal schoolgaande kinderen dat belemmeringen ondervindt in die participatie door de financiële positie van hun ouders, terug te dringen.

  • 2. Deze verordening stelt regels over de wijze waarop de in het eerste lid genoemde taak door het college wordt uitgevoerd, met inbegrip van de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het begrip maatschappelijke participatie.

Artikel 3 Verantwoordelijkheid college

1.Het college zet zich in voor het tot stand komen en ondersteunen van diensten doorrechtspersonen die naar zijn oordeel bijdragen aan maatschappelijke participatie.

2. Het college biedt voorzieningen aan, die gericht zijn op maatschappelijke participatie.

3. Indien een voorziening, bedoeld in het tweede lid, het rechtskarakter heeft van categorialebijzondere bijstand, bedoeld in artikel 35, vijfde lid, van de wet, draagt het college er zorg voordat deze bijstand uitsluitend wordt verstrekt aan een belanghebbende met een inkomen tot110% van de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm.

4.Het college werkt bij het bevorderen van maatschappelijke participatie samen met natuurlijke en rechtspersonen, voor zover die samenwerking naar het oordeel van het college daaraan bijdraagt.

Artikel 4 Beleid en voorzieningen

Het college geeft uitvoering aan de opdracht om de maatschappelijke participatie van schoolgaande kinderen te bevorderen zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel g, van de wet, door toepassing van de Beleidsregels bijzondere bijstand en minimaregelingen 2012, waarin de volgende regelingen zijn opgenomen:

  • a.

    regeling bijkomende schoolkosten;

  • b.

    leermiddelenregeling;

  • c.

    declaratieregeling maatschappelijke participatie;

Artikel 5 Vorm van een voorziening

  • 1. Tenzij de gemeenteraad anders heeft bepaald, stelt het college de vorm van een voorzieningvast.

  • 2. Bij het bepalen van de vorm van een voorziening kiest het college voor de vorm die naar zijn oordeel het meest doeltreffend is om de maatschappelijke participatie te bevorderen.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012.

Artikel 7 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening participatie schoolgaande kinderen Wet werk en bijstand Leiderdorp 2012.