Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg

Geldend van 31-12-2010 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten;

Overwegende dat het uit het oogpunt van openbare orde en de woon -en leefomgeving, zoals verkeersveiligheid en uiterlijk aanzien van de gemeente, wenselijk is om nadere regels te stellen;

Overwegende dat de nadere regels tevens beogen de handhaafbaarheid te bevorderen en beschadiging en ontsiering van de openbare ruimte te voorkomen

Besluit vast te stellen de volgende nadere regel:

“Nadere regels voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg”.

CRITERIA

In artikel 2.1.5.1 van de APV is geregeld dat het verboden is de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als:

  • a.

    Het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • b.

    Het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

DEFINITIES

Tijdelijke aankondigingborden:

In deze regel wordt onder een tijdelijk aankondigingbord verstaan:

Sandwichborden, driehoeksborden of enkelvoudige borden niet zijnde een bouwwerk in de zin van de Woningwet, t.b.v. reclame uitingen voor tijdelijke activiteiten binnen de gemeente.

Spandoeken:

In deze regel wordt onder een spandoek verstaan:

Spandoeken t.b.v. tijdelijke reclame uitingen.

Onverlichte obstakels

In deze regel wordt onder onverlichte obstakels verstaan:

Vuil-, voorraad- en opslagcontainers, diverse soorten cabines en opgeslagen bouwmateriaal of bouwafval die tijdelijk op of aan de weg worden geplaatst

CROW:

Kenniscentrum voor verkeer, vervoer en infrastructuur

Uitstallingen:

Een uitstalling is een los element dat voor een pand in de openbare ruimte wordt geplaatst om de aandacht te vestigen op een winkel of onderneming die in dat pand gevestigd is. Hieronder wordt verstaan: kledingrekken, (elektrische) speeltoestellen, rekken voor het uitstallen van fruit etc. Ook een los reclamebord voor een pand, die een functionele betekenis heeft met de daar gevestigde onderneming worden als een uitstalling beschouwd. Een uitstalling is vooral bedoeld om de aandacht op het pand/de winkel te vestigen; de feitelijke verkoopactiviteit vindt in het pand plaats.

NADERE UITWERKING CRITERIA

Voor het plaatsen van onderstaande voorwerpen op of aan de weg moet aan de volgende eisen worden voldaan:

  • -

    de eis dat er geen gevaar ontstaat voor de bruikbaarheid van de weg of het doelmatig en veilig gebruik ervan en dat deze geen belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • -

    de redelijke eisen van welstand.

TIJDELIJKE AANKONDIGINGSBORDEN

  • 1.

    I.v.m. het uiterlijk aanzien van de gemeente mogen er alleen aankondigingborden worden geplaatst voor evenementen en activiteiten van ideële, sociaal-culturele of commerciële aard (voor zover deze worden gehouden door een plaatselijke vereniging of stichting), die binnen de gemeente Asten plaatsvinden of een sterke regionale betekenis hebben, dan wel een duidelijke relatie hebben met de (bevolking van) de gemeente Asten;

  • 2.

    De aankondigborden mogen niet in uitzichthoeken van wegaansluitingen of op vluchtheuvels worden geplaatst, of op enige andere wijze het uitzicht van het verkeer belemmeren;

  • 3.

    binnen een afstand van 25 meter vanaf kruisingen of splitsingen van wegen mogen er geen borden worden geplaatst;

  • 4.

    de borden mogen uitsluitend geplaatst worden om, aan of tegen bomen, lichtmasten e.d. indien deze daardoor niet beschadigen; er mogen geen borden worden geplaatst om, aan of tegen gelakte lichtmasten;

  • 5.

    De borden mogen niet om, aan of tegen lichtmasten worden geplaatst waaraan verkeersborden bevestigd zijn; de reclameborden mogen eveneens niet om, aan of tegen palen van verkeersborden bevestigd worden;

  • 6.

    Er mogen ten hoogste 15 borden per evenement of activiteit worden aangebracht;

  • 7.

    De reclameborden mogen maximaal voor een periode van 4 weken geplaatst worden en dienen in ieder geval 3 dagen na het plaatsvinden van het evenement of de activiteit te worden verwijderd;

  • 8.

    Aanwijzingen gegeven door de daartoe bevoegde ambtenaren van de politie en de gemeente, in het belang van openbare orde en veiligheid, dienen stipt te worden opgevolgd;

  • 9.

    voor het plaatsen van borden op eigendommen van derden dient vooraf van de eigenaar toestemming te zijn verkregen.

  • 10.

    Indien aan bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan, worden de aankondigingborden door de gemeente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de aankondigingborden zijn geplaatst.

SPANDOEKEN

  • 1.

    I.v.m. het uiterlijk aanzien van de gemeente mogen er alleen spandoeken worden geplaatst voor charitatieve doeleinden (hartstichting, Nierstichting, Kankerbestrijding etc.) en voor evenementen en activiteiten van ideële, sociaal-culturele of commerciële aard (voor zover deze worden gehouden door een plaatselijke vereniging of stichting), die binnen de gemeente Asten plaatsvinden of een sterke regionale betekenis hebben, dan wel een duidelijke relatie hebben met de (bevolking van) de gemeente Asten;

  • 2.

    indien een spandoek boven een rijbaan wordt geplaatst moet de onderzijde van een spandoek minimaal 4,5 meter boven het wegdek hangen;

  • 3.

    Er mogen ten hoogste 2 spandoeken per kern worden geplaatst;

  • 4.

    Het spandoek moet zodanig worden aangebracht dat gebruikers van in de nabijheid gelegen onroerende zaken hiervan geen overlast ondervinden;

  • 5.

    Het spandoek mag maximaal voor een periode van 2 weken geplaatst worden en dient in ieder geval 3 dagen na het plaatsvinden van de activiteit te worden verwijderd;

  • 6.

    Het materiaal waarvan het spandoek is gemaakt dient weersbestendig te zijn;

  • 7.

    Er dient toestemming te worden verkregen van de rechthebbende van het object waaraan het spandoek wordt bevestigd;

  • 8.

    Aanwijzingen gegeven door de daartoe bevoegde ambtenaren van de politie en de gemeente, in het belang van openbare orde en veiligheid, dienen stipt te worden opgevolgd;

  • 9.

    Indien aan bovenstaande voorwaarden niet wordt voldaan, worden de spandoeken door de gemeente verwijderd, op kosten van degene onder wiens verantwoordelijkheid de spandoeken zijn geplaatst.

ONVERLICHTE OBSTAKELS

De obstakels moeten goed en tijdig herkenbaar zijn voor de weggebruiker. Deze herkenbaarheid wordt bereikt door een duidelijke en uniforme markering conform de CROW richtlijn van 1998, Markering onverlichte obstakels.

Markeringseisen:

  • 1.

    De obstakels worden voorzien van minimaal twee markeringsstrepen op elk zijvlak en elk kopstuk;

  • 2.

    De markeringsstrepen worden aangebracht aan de uiterste buitenzijden van het obstakel. De afstand tussen het hoogste punt van de markering en de rijbaan waarop het obstakel zicht bevindt, bedraagt maximaal 1,55m;

  • 3.

    De markering wordt in beginsel verticaal aangebracht; alleen als dat praktisch niet uitvoerbaar is, kan de markering na overleg met de wegbeheerder horizontaal worden aangebracht;

  • 4.

    De markering bestaat uit retroreflecterend materiaal van tenminste high intensity grade klasse II (volgens NEN 3381 [18]) in de kleuren rood en wit;

  • 5.

    De markering bestaat uit een vlak van 141 mm breed en 705 mm lang. Hierop zijn diagonale strepen (rood en wit) aangebracht. Aan de kopeinden (evenals op de zijvlakken) van het obstakel worden de markeringsstrepen zodanig aangebracht dat de rode vlakken:

    • -

      in de aanrijrichting aan de linkerzijde van rechtsboven naar linksonder gericht zijn;

    • -

      in de aanrijrichting aan de rechterzijde van linksboven naar rechtsonder gericht zijn.

Aandachtspunten

Op containers en soortgelijke objecten moeten duidelijk leesbaar de naam en het telefoonnummer van de verhuurder zijn aangebracht, zodat deze altijd kan worden getraceerd.

Obstakels:

  • -

    De vrije doorgang van het verkeer mag niet worden belemmerd;

  • -

    Er is altijd een minimale verkeersdoorgang van 3,5 meter gewaarborgd voor hulpverleningsdiensten;

  • -

    Op trottoirs/voetgangersgebieden is altijd een doorgang van 1,50 meter gewaarborgd;

  • -

    Obstakels worden niet geplaatst binnen een afstand van 0,75 m van brandkranen en/of op kolken of putten;

  • -

    Buiten werktijd aan de bovenzijde minimaal met een dekzeil afgedekt.

Gebruiker:

  • -

    Moet indien hij van mening is dat schade aan het wegdek aanwezig is op het moment dat hij de container plaatst, de afdeling Openbare Werken van de gemeente Asten verzoeken de schade vooraf gezamenlijk op te nemen; indien geen verzoek tot opname wordt gedaan, wordt de openbare weg geacht te zijn opgenomen door gebruiker en in orde te zijn bevonden; gebruiker kan, om beschadiging te voorkomen, rijplaten of steigerplanken (e.d.) onder de container plaatsen;

  • -

    Moet zorgen dat de onmiddellijke omgeving van het voorwerp opgeruimd is, en vrij van afvalstoffen;

  • -

    Is er verantwoordelijk voor dat bij stortwerkzaamheden van puin en dergelijke van een hoger gelegen verdieping gebruik wordt gemaakt van een stortkoker; het voorwerp moet hierbij door dekzeilen en/of schotten zijn afgeschermd zodanig niemand meer overlast wordt aangedaan dan onvermijdelijk is.

UITSTALLINGEN

  • 1.

    Er moet altijd een exclusief voor voetgangers toegankelijk gebied (trottoir of voetgangersgebied) aanwezig zijn van ten minste 1,50 meter breed;

  • 2.

    Brandkranen, bluswatervoorzieningen, in/uit –en nooduitgangen blijven steeds onbelemmerd bereikbaar.

  • 3.

    Er mogen geen verkoopactiviteiten vanuit de uitstalling plaatsvinden.

HARDHEIDSCLAUSULE

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze nadere regels, indien toepassing van de nadere regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.