MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 21ste juni 1999 ter uitvoering van artikel 7, dertiende lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no.43) (Beschikking exportvrijstelling omzetbelasting)

Geldend van 30-10-1999 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-10-1999

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 21ste juni 1999 ter uitvoering van artikel 7, dertiende lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no.43) (Beschikking exportvrijstelling omzetbelasting)

Artikel 1

Teneinde het recht op vrijstelling van omzetbelasting aan te tonen, dient de ondernemer terzake van de leveringen, bedoeld in artikel 7, elfde lid, van de Landsverordening omzetbelasting 1999 (P.B. 1999, no. 43), in zijn administratie te beschikken over:

  • a.

    een kopie van de uitgereikte factuur die aan de bij of krachtens de genoemde landsverordening gestelde eisen voldoet alsmede de naam en het adres van de afnemer;

  • b.

    een betalingsbewijs,

  • c.

    de vervoersdocumenten waaruit blijkt dat de goederen het heffingsgebied daadwerkelijk hebben verlaten.

Artikel 2

De vrijstelling, bedoeld in artikel 1, vindt geen toepassing ten aanzien van leveringen aan toeristen.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die van uitgifte van het Publicatieblad, waarin het geplaatst is en werkt terug tot en met 21 maart 1999.

Artikel 4

Deze beschikking kan worden aangehaald als: Beschikking exportvrijstelling omzetbelasting.