Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Rucphen en St. Willebrord

Geldend van 27-12-2007 t/m 31-12-2011

Intitulé

Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Rucphen en St. Willebrord

Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Rucphen en St. Willebrord

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a. onder "begraafplaatsen" wordt verstaan de begraafplaats aan de Kerkstraat te Rucphen en de begraafplaats aan de Kaaistraat te St. Willebrord.

  • b. Onder "rechthebbende" wordt verstaan de persoon aan wie het uitsluitend recht verleend is om voor 20 jaren gebruik te maken van een bepaalde grafruimte, bestemd voor één of twee lijken, urnenkelder, bestemd voor één of twee urnen, of nisruimte in de urnenmuur om daarin hoogstens twee urnen te plaatsen.

  • c. Onder "rechtverkrijgenden" worden verstaan de erfgenamen of diegenen die in hun plaats treden.

  • d. Onder "eigen graf" wordt verstaan een graf, een grafkelder daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven houden van lijken.

  • e. Onder "eigen urnennis" wordt verstaan een nis waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot bijzetten en bijgezet houden van hoogstens twee urnen.

  • f. Onder "urnenkelder" wordt verstaan een kelder, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het begraven en begraven houden van hoogstens twee urnen.

Artikel 2 Bevoegdheden

Het eigendom, beheer en bestuur van de begraafplaats aan de Kerkstraat in Rucphen en de

begraafplaats aan de Kaaistraat in St. Willebrord berusten bij de raad van de gemeente

Rucphen, voor zover deze zijn bevoegdheden niet krachtens deze verordening attribueer-

de, of bij apart besluit delegeerde, aan burgemeester en wethouders.

Artikel 3 Indeling

  • a. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de aanleg en de indeling van de begraafplaats vast te stellen en te wijzigen.

  • b. De begraafplaats wordt vak na vak en nummer na nummer in gebruik genomen. Voor de graven van kinderen worden afzonderlijk vakken gereserveerd.

  • c. Urnenkelders worden nummer na nummer in gebruik genomen.

  • d. De nissen in de urnenmuur worden nummer na nummer in gebruik genomen.

  • e. Een graf, een urnenkelder dan wel een urnenniskan door de rechthebbende worden bestemd voor het begraven van de lijken van twee personen, c.q. plaatsing van twee urnen. In het geval van begraving worden twee lijken boven elkaar ( niet naast elkaar) begraven.

  • f. In een kindergraf mag het lijk begraven worden van een kind dat nog niet de leeftijd van 12 jaar heeft bereikt.

  • g. De gemeenteraad kan besluiten een gedeelte van de begraafplaats aan te

    wijzen voor het bijzetten van asbussen/urnen.

Artikel 4 Openstelling

  • a. Burgemeester en wethouders bepalen de tijden, waarop de begraafplaats voor bezoekers toegankelijk is. Bezoekers dienen luidruchtigheid te mijden.

  • b. Burgemeester en wethouders geven aan hen, die door de rechthebbende zijn belast met het onderhoud van de gedenktekens en/of grafbeplantingen gelegenheid om hun werkzaamheden te verrichten op tijden dat de begraafplaats daarvoor geopend is. Zij volgen hierbij de aanwijzingen van burgemeester en wethouders.

  • c. Geen werkzaamheden mogen worden verricht op zon- en feestdagen en tijdens begravingen of plaatsing van urnen. Op zaterdagen mogen geen werkzaamheden door beroepskrachten worden verricht, in opdracht van rechthebbende, maar is uitsluitend de grafverzorging door de nabestaanden toegestaan.

  • d. Iedere dag dienen gereedschappen, afkomende materialen en hulpmaterialen te worden meegenomen of te worden geplaatst of gestort volgens aanwijzing van burgemeester en wethouders.

  • e. Burgemeester en wethouders dragen zorg voor het onderhoud van de afrasteringen, het gebouw, de paden, de groenvoorziening en de beplanting van de begraafplaats. Tot dit onderhoud van de begraafplaats behoren de werkzaamheden aan de groenvoorziening en de beplanting rondom de graven.

Artikel 5 De begraving

  • a. Een begraving of verwijdering en (her)plaatsing van een afdekplaat voor een urnennis of urnenkelder geschiedt op dag en uur, met burgemeester en wethouders tevoren overeen te komen en volgens aanwijzing van burgemeester en wethouders.

  • b. De begraafplaats is tijdens de begraving of plaatsing van een urn op de daartoe bestemde ruimte toegankelijk voor de lijkwagen en een beperkt aantal volgwagens. Burgemeester en wethouders kunnen, uitsluitend voor invaliden, wijzigingen toestaan.

  • c. De voor een begraving of plaatsing van een urnnoodzakelijke bescheiden, zoals het verlof tot begraven, de grafakte en de kwitantie van betaling van de verschuldigde rechten en de eventuele autorisatie van de rechthebbende moeten vóór de begraving of plaatsingaan burgemeester en wethouders worden overgelegd.

Artikel 6 Vestiging en overdracht van rechten

  • a.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan één persoon het uitsluitend recht verlenen om voor 20 jaren gebruik te maken van een bepaalde grafruimte, bestemd voor één of twee lijken, een urnenkelderof een bepaalde nis bestemd voor de plaatsing van ten hoogste twee urnen. Dit recht wordt verleend onder de voorwaarden, in deze verordening gesteld of door burgemeester en wethouders vast te stellen, met name op voorwaarde dat betaling ex. art 10 van dit reglement is geschied en op voorwaarde dat bij de rechtsverkrijging schriftelijk wordt ingestemd met het ruimen van het graf, de urnenkelder of urnennis (art.12) wanneer dit recht, door welke oorzaak dan ook, beëindigd is.

  • b.

    De grafruimte, waarop de grafrechten rusten, wordt aangeduid als "eigen graf", respectievelijk "kindergraf"; de urnenkelder waarop rechten rusten, wordt aangeduid als "eigen urnenkelder", de urnennis waarop rechten rusten, wordt aangeduid als "eigen urnennis". Er bestaat geen verschil in diepte tussen een enkel en een dubbel graf,noch tussen een urnenkelder bestemd voor één of twee urnen, noch tussen een nis bestemd voor één of twee urnen

  • c.

    Het recht op een graf, het "grafrecht",recht op een urnenkelder of recht op een nisruimte kan slechts worden verleend aan, en ten name van één meerderjarig persoon, die met vermelding van adres aan burgemeester en wethouders moet worden bekend gemaakt.

  • d.

    Een rechthebbende kan zijn rechten bij overeenkomst aan een ander persoon overdragen, wanneer dit schriftelijk geschiedt en een afschrift van deze overdracht met vermelding van het adres van de rechtsopvolger, door de rechthebbende aan burgemeester en wethouders is toegezonden.

  • e.

    Na overlijden van een rechthebbende moeten de rechtverkrijgenden één persoon aanwijzen, die als rechthebbende zal optreden. Deze persoon moet met vermelding van zijn adres aan burgemeester en wethouders schriftelijk worden bekend gemaakt, binnen één jaar na bedoeld overlijden. Wanneer na bedoeld overlijden geen aanwijzing, zoals hierboven omschreven heeft plaats gevonden en aan burgemeester en wethouders gemeld, vervalt de mogelijkheid tot verlenging van de grafrechten c.q. rechten op een urnenkelder of urnennis.

  • f.

    Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor om, ook nadat grafrechten of rechten op een urnenkelder of urnenniszijn verleend, wegens hun moverende redenen, begraving van een overledene en met name de bijzetting in een graf, urnenkelder of nisruimtete weigeren, of alleen de begraving op een bepaald gedeelte van de begraafplaats toe te staan.

  • g.

    Burgemeester en wethouders verlenen de rechten op graven, urnenkelders of urnennissenop de begraafplaats uitdrukkelijk voor de tijd van 20 jaren vanaf de eerste begraving cq plaatsing en gedurende de tijd welke het terreingedeelte, waarin zich de graven, urnenkelders en urnenmuurbevinden, tot de begraafplaats blijft behoren, en voor de tijd dat de begraafplaats in exploitatie blijft en niet gesloten is (of gesloten verklaard).

Aan verleende grafrechten c.q. rechten op een urnenkelder of urnenniskan geen titel ontleend worden zich te verzetten tegen de bestemmingsverandering van (een gedeelte van) de begraafplaats of tegen de voorgenomen sluiting of gesloten verklaring van de begraafplaats.

h.Voor graven, van de begraafplaats aan de St. Martinusstraat naar de Kerkstraat, en van de Past. Bastiaansensingel naar de Kaaistraat gebracht, gelden na verloop van de op de voormalige begraafplaats verkregen rechten dezelfde bepalingen betreffende grafrechten, als genoemd in de artikelen 6,7 en 8.

Artikel 7 Verlenging van rechten

  • a. Burgemeester en wethouders zullen uiterlijk twee jaar voor het verstrijken van een termijn, waarvoor grafrechtenof rechten op een urnenkelder of urnennis zijn verleend, die kunnen worden verlengd, de rechthebbenden, waarvan de adressen bij burgemeester en wethouders bekend zijn, schriftelijk attenderen op het termineren van de grafrechten en de voorwaarden bekend maken waaronder deze grafrechten c.q. rechten op een urnenkelder of urnennis kunnen worden verlengd.

  • b. Een rechthebbende kan niet eerder dan één jaar voor de afloop van de periode van 20 jaren schriftelijk verlenging van zijn rechten aanvragen voor een aansluitende periode van niet langer dan 10 jaren en binnen één jaar voor de afloop van een volgende termijn.

  • c. Burgemeester en wethouders zullen een aanvrage ingevolge artikel 7, lid b, inwilligen, in zoverre van het recht tot begravingc.q. plaatsing van een urn gebruik is gemaakt en geen bijzondere redenen, zoals de voorgenomen sluiting van (een gedeelte van) de begraafplaats, zich daartegen verzetten.

  • d. De verlengingen van grafrechten c.q. rechten op een urnenkelder of urnennisworden slechts verleend wanneer de voorwerpen, welke zich op het graf of urnenkelder c.q. voor de nis bevinden, overeenkomstig de geldende voorschriften zijn aangebracht en naar het oordeel van burgemeester en wethouders in goede staat van onderhoud zijn en op de voorwaarden geldend op het tijdstip waarop de verlenging ingaat ( en volgens de alsdan geldende tarieven).

Artikel 8 Einde van rechten

  • a. Alle grafrechten c.q. rechten op een urnenkelder of urnennistermineren door afloop van de gestelde termijn.

  • b. Wanneer de betaling van een overeengekomen verlenging van grafrecht c.q. recht op een urnenkelder of urnennis niet binnen een jaar na aanvang van de verlenging overeenkomstig artikel 10 van deze verordening is geschied is het recht vervallen.

  • c. Het grafrecht c.q. recht op een urnenkelder of urnennisvervalt wanneer de rechthebbende is overleden en geen aanwijzing en mededeling volgens artikel 6, lid e, heeft plaatsgevonden.

  • d. De grafrechten c.q. rechten op een urenkelder of urnennisvervallen, overeenkomstig artikel 6, lid g, wanneer een terreingedeelte, waarin zich graven en/of een urnenmuurbevinden, aan de bestemming van begraafplaats wordt onttrokken of wanneer de begraafplaats wordt gesloten of gesloten verklaard.

  • e. De grafrechtenc.q. rechten op een urnenkelder of urnennis vervallen eveneens na 30 jaren wanneer zich een situatie voordoet als omschreven in artikel 9 lid h van deze verordening.

  • f. Het einde van de grafrechtenc.q. rechten op een urnenkelder of urnennis geeft geen aanleiding om af te wijken van het bepaalde in de Wet op de Lijkbezorging.

Artikel 9 Gedenktekens en grafbeplantingen

  • a.

    Op de graven en urnenkelders mogen slechts uniforme gedenktekens worden geplaatst, die voldoen aan de door burgemeester en wethouders vastgestelde

    vorm-, maat- en materiaaleisen. Burgemeester en wethouders bepalen de soorten en aantallen van bloempotten, foto's e.d. welke op het graf of urnenkelder worden ge plaatst.

    Burgemeester en wethouders dragen geen zorg voor de aankoop en plaatsing van de

    monumenten op de graven en urnenkelders.

  • b.

    * Voor de nissen mogen slechts afdekplaten worden geplaatst;

    * Deze afdekplaten mogen vrij worden aangeschaft:

    * Burgemeester en wethouders bepalen het aantal bloempotten en de grootte daarvan, welke uitsluitend voor de nis, waarvoor rechten gelden, mogen worden geplaatst. Vast aan de nissenmuur mogen geen gedenktekens worden bevestigd.

  • c.

    De bij gelegenheid van Allerzielen aangebrachte bloemversieringen dienen uiterlijk 30 november te worden verwijderd en gedeponeerd op de daarvoor bestemde plaats.

  • d.

    Beplantingen of versieringen anderszins, die naar het oordeel van burgemeester en wethouders niet in overeenstemming zijn met deze voorschriften, worden door hen geweigerd en kunnen na aangebracht te zijn, door burgemeester en wethouders op kosten van de rechthebbende worden verwijderd.

  • e.

    De gedenktekens zijn eigendom van de rechthebbende. Het gemeentebestuur aanvaardt deze gedenktekens niet in beheer en stelt zich niet verantwoordelijk voor de gedenktekens, de beplanting op het gedenkteken en de voorwerpen, welke zich op de graven, urenkeldersen voor de nissen bevinden. Schade hieraan, door welke oorzaak ook, alsmede vermissingen, worden door het gemeentebestuur niet vergoed.

  • f.

    Op het gedenkteken voor een graf, urnenkelder dan wel een urnennis worden de naam, de eerste voornaam of roepnaam voluit, de eventueel overige voorletters, de geboorte- en sterfdatum van de overledene vermeld, alsmede in voorkomende gevallen de naam van diens huwelijkspartner. Bij een tweede begraving c.q. bijzetting van een urnworden deze gegevens van de beide overledenen vermeld.

    Het opschrift op een afdekplaat voor een urnennis dient te voldoen aan door burgemeester en wethouders opgestelde vormvoorschriften voor wat betreft grootte, type en plaats van de tekst.

  • g.

    De gedenktekens en grafbeplantingen moeten ten genoegen van burgemeester en wethouders onderhouden worden door de rechthebbende. Onder behoorlijk onderhoud wordt mede verstaan het doen herstellen, vernieuwen of waterpas stellen van gedenktekens en/of beplanting.

  • h.

    Wanneer naar het oordeel van burgemeester en wethouders het onderhoud wordt verwaarloosd maken zij dit aan de rechthebbende bekend. Wordt niet in het onderhoud voorzien, dan vervalt het recht op het graf of urnenkelder in ieder geval na 30 jaar nadat de laatste begraving of bijzetting heeft plaatsgevonden.

    Wordt binnen een door burgemeester en wethouders te stellen termijn niet in het onderhoud voorzien dan zijn zij daarnaast gerechtigd dit op kosten van de rechthebbende te doen ofwel het gedenkteken en/of de beplanting op kosten van de rechthebbende te doen verwijderen.

  • i.

    * Het verwijderen van een gedenkteken op een graf of urnenkelder,

    alsmede de herplaatsing daarvan dient te geschieden in overleg en op aanwijzing van de gemeente;

    * Verwijdering en herplaatsing van een dekplaat voor een urnennis, ten behoeve van een bijzetting, geschiedt eveneens in overleg en op aanwijzing van de gemeente; een en ander geschiedt in ieder geval in bijzijn van een door burgemeester en wethouders aangewezen persoon.

  • j.

    Na verloop van 1 jaar na het eindigen van de grafrechten of rechten op een urnenkelder of urnenniswordt de rechthebbende geacht afstand te hebben gedaan van zijn eigendomsrechten op het gedenkteken en/of beplanting en zijn burgemeester en wethouders gerechtigd het gedenkteken en/of de beplanting te doen verwijderen en te doen vernietigen.

  • k.

    Als burgemeester en wethouders ingevolge artikel 12 voornemens zijn tot

ruiming over te gaan na het vervallen van de grafrechten of rechten op urnenkelders of urnennissenwordt dit aan de nabestaanden bekendgemaakt.

Artikel 10 Tarieven

Rechthebbenden zijn verplicht aan het bestuur de diensten, grafrechten en rechten op

een urnenkelder of urnenniste betalen, alsmede bij te dragen in het onderhoud van de begraafplaats.

Artikel 11 Administratie

Burgemeester en wethouders voeren de administratie van de begraafplaats.

Alle grafrechten en rechten op een urnenkelder of urnennis worden geacht te zijn verleend per de dag van de begraving respectievelijk plaatsing van de urn.

Artikel 12 Ruiming en herbegraving

  • a. Burgemeester en wethouders hebben het recht de graven, urnenkelders of urnennissen, waarvan de rechten meer dan één jaar vervallen zijn te doen ruimen. Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn, tot ruiming over te gaan, wordt dit aan de nabestaanden bekendgemaakt.

  • b. Nabestaanden, die bericht ontvangen hebben dat tot ruiming overgegaan zal worden, kunnen bij burgemeester en wethouders een aanvraag indienen, de overblijfselen te doen verzamelen om deze elders opnieuw te doen begraven.

  • c. Het gemeentebestuur is niet aansprakelijk voor opgravings- en overplaatsingskosten van resten en/of gedenktekens naar een andere begraafplaats.

Artikel 13 Sluiting begraafplaats

De gemeenteraad behoudt zich het recht voor te besluiten tot gehele of gedeeltelijk

sluiting van de begraafplaats voor begravingen of plaatsing van urnenof deze

gesloten te doen verklaren.

Artikel 14 Overgangsbepalingen

De gemeenteraad herroept met de vaststelling van deze verordening de bepalingen en voorschriften van eerder reglementen, de begraafplaats betreffende, met uitzondering van eerder verkregen grafrechten. Voor grafrechten die voor 1 januari 2004 worden afgesloten zal de periode van 25 jaar gelden. Voor grafrechten die vanaf 1 januari 2004 worden afgesloten zal de periode van 20 jaar van toepassing zijn.

Artikel 15 Strafbepaling

  • a. Hij die handelt in strijd met artikel 4 wordt gestraft met een geldboete van de

    eerste categorie.

  • b. Overtreding van artikel 4 van dit reglement kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

    Artikel 16 Intrekken oude regeling

    De “Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Rucphen en St. Willebrord” laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 12 oktober 2005 wordt ingetrokken op de datum van inwerkingtreding van deze verordening.

    Artikel 17 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendmaakt.

    Artikel 18 Citeertitel

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening beheer begraafplaatsen Rucphen en St. Willebrord”.

    Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 13 december 2007

    M.L. Everaers

    , voorzitter.

    drs. R.A.F. van Pareren

    , griffier.