LANDSBESLUIT van de 6de September 1951, No. 19, houdende voorlopige terbeschikkingstelling van landsdienaren in vaste en in tijdelijke dienst en van gouvernementswerklieden aan de eilandgebieden Aruba, Bonaire, de Bovenwindse Eilanden en Curaçao

Artikel I

Gerekend te zijn ingegaan 1 September 1951:

• A.

  alle bij Openbare Werken op Aruba, Bonaire, de Bovenwindse Eilanden en Curaçao in dienst zijnde landsdienaren in vaste en in tijdelijke dienst, en gouvernementswerklieden voorlopig ter beschikking te stellen van de betrokken eilandgebieden, teneinde werkzaamheden, overeenkomende met hun rang of functie bij het Land, voor het betreffende eilandgebied te verrichten;

• B.

  alle bij Openbare Werken op Aruba, Bonaire, de Bovenwindse Eilanden en Curaçao in dienst zijnde arbeidscontractanten, bureaupersoneel en gouvernementsarbeiders in losse dienst, voorlopig, doch ten hoogste voor de duur van hun dienstverband met het Land, ter beschikking te stellen van de betrokken eilandgebieden werkzaamheden, overeenkomende met hun functie bij het Land, voor het betreffende eilandgebied te verrichten;

Artikel II

Vast te leggen, dat tijdens de sub I bedoelde voorlopige terbeschikkingstelling:

• A.

  de ter beschikking gestelde personen op de voor hen bestaande en nader door de landsorganen vast te stellen voorwaarden in dienst van de Nederlandse Antillen blijven;

• B.

  de toepassing van de regelingen nopens hun benoeming of aanstelling, schorsing, ontslag, bezoldiging of loon, duurtetoeslagen, wachtgeld, diensttijden, verloven en verlofsbezoldigingen, pensioen, aanspraken in geval van ziekte, disciplinaire bestraffing, alsmede al hetgeen verder op hun dienstvoorwaarden betrekking heeft, geschiedt, na overleg met het bestuurscollege van het betrokken eilandgebied door het in die regelingen bevoegd verklaarde landsorgaan;

Artikel III

Te bepalen, dat dit landsbesluit in het Publicatieblad zal worden opgenomen.