Regeling vervallen per 01-03-2013

Verordening inzake de winkeltijden Haarlemmermeer

Geldend van 06-07-1996 t/m 28-02-2013

Intitulé

Verordening inzake de winkeltijden Haarlemmermeer

De Raad van de gemeente Haarlemmermeer;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 juni 1996, nummer 163;

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; besluit:

  • I.

    in te trekken:

    • -

      de Verordening op de koopavond;

    • -

      de Verordening op de Seizoenopenstelling van winkels en

    • -

      de Veertien dagenverordening;

  • II.

    vast te stellen de volgende:

"VERORDENING INZAKE DE WINKELTIJDEN HAARLEMMERMEER".

Artikel 1: Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de wet: de Winkeltijdenwet van 21 maart 1996 (Staatsblad 182);

  • b.

    feestdagen: nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag eerste en tweede kerstdag.

Artikel 2: Beslistermijn

  • a. Het college van Burgemeester en Wethouders beslist op een aanvraag om een ontheffing binnen acht weken.

  • b. Het college van Burgemeester en Wethouders kan de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3: Overdracht van de ontheffing

  • 1. Ontheffingen op grond van deze verordening zijn overdraagbaar na verkregen toestemming van het college van Burgemeester en Wethouders.

  • 2. In geval van een voorgenomen overdracht van de in het eerste lid bedoelde ontheffingen doet de houder van de ontheffing hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan het college van Burgemeester en Wethouders onder vermelding van de naam en het adres van de voorgestelde rechtverkrijgende.

Artikel 4: Intrekken of wijzigen van de ontheffing

Het college van Burgemeester en Wethouders kan een ontheffing intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;

  • c.

    het gebruik van de winkel of de uitoefening van een bedrijf anders dan in een winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;

  • d.

    de aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • e.

    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • f.

    de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 5: Zon- en feestdagen regeling

  • 1. De verboden, vervat in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet, gelden niet op ten hoogste twaalf, door het college van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen, zon- en feestdagen per kalenderjaar.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid geldt voor elk deel van de gemeente afzonderlijk.

Artikel 6: Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

  • 1. Het college van Burgemeester en Wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, onder a en b van de wet vervatte verboden ten behoeve van winkels, die gesloten zijn op de in die verboden bedoelde zon- en feestdagen tussen 0 en 16.00 uur.

  • 2. Het college van Burgemeester en Wethouders kan voor ten hoogste één winkel per 15.000 inwoners ontheffing verlenen.

  • 3. De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde, dat in de winkel uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht, met uitzondering van sterke drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Drank- en Horecawet.

  • 4. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 7: Ontheffing zon- en feestdagen regeling voor afzonderlijke situaties

  • 1. Het college van Burgemeester en Wethouders kan ontheffing verlenen van de in artikel 2 van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag, nieuwjaarsdag, tweede paasdag, Hemelvaartsdag, tweede pinksterdag en tweede kerstdag, ten behoeve van:

    • a.

      bijzondere gelegenheden van tijdelijke aard;

    • b.

      het uitstallen van goederen.

  • 2. De in het eerste lid genoemde ontheffing kan worden verleend in geval van: feestelijkheden, bijeenkomsten, veilingen en beurzen, waarbij de verkoopactiviteiten in belangrijke mate van ondergeschikte betekenis zal zijn.

  • 3. Tot die bijzondere situaties kunnen worden gerekend:

    • a.

      feestelijkheden: niet in hoofdzaak op commercie gerichte bijzondere feestelijke gebeurtenissen, die verband houden met een in de gemeente gevestigde onderneming;

    • b.

      bijeenkomsten: niet in hoofdzaak op commercie gerichte bijeenkomsten, waarop verzamelobjecten of creatieve producten worden uitgestald;

    • c.

      veilingen: verkoop van roerende of onroerende goederen waarbij de prijs tot stand komt door tussenkomst van een erkende veilingmeester of notaris;

    • d.

      beurzen: manifestaties, waarbij goederen worden uitgestald:

      1. mits de manifestatie aan het publiek de mogelijkheid biedt om zich een representatief beeld te vormen van de in de regio verkrijgbare variëteiten van de uit te stallen goederen;

      2. mits de manifestatie tenminste drie en ten hoogste tweeëntwintig opeenvolgende dagen duurt;

      3. mits aan de manifestatie tenminste tien ondernemers deelnemen, die in- geschreven zijn in het Handelsregister en die voor de gehele duur van de manifestatie daaraan deelnemen;

      4. mits van iedere volwassen bezoeker een toegangsprijs wordt gerekend van minimaal f 5,00. Ten behoeve van bepaalde categorieën bezoekers kan, met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders, een lagere toegangsprijs worden vastgesteld.

  • 4. Het college van Burgemeester en Wethouders kan voorschriften en beperkingen verbinden aan de ontheffing.

Artikel 8: Verbod straatverkoop bepaalde goederen op zon- en feestdagen

Het college van Burgemeester en Wethouders kan bepalen dat de vrijstelling genoemd in artikel 12 van het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden niet geldt voor de gehele gemeente of voor een of meer delen van de gemeente.

Artikel 9: Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

  • 1. Het college van Burgemeester en Wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden van artikel 2 van de wet, voor zover deze betrekking hebben op werkdagen.

  • 2. De ontheffing kan worden geweigerd indien de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel.

Artikel 10: Toerisme

  • 1. Het college van Burgemeester en Wethouders kan op aanvraag ontheffing verlenen van de verboden, vervat in artikel 2, eerste lid van de wet, in verband met de toeristische aantrekkingskracht.

  • 2. Een ontheffing kan worden verleend voor gebieden, plaatsen of evenementen, mits de toeristische aantrekkingskracht niet in hoofdzaak wordt gevormd door de beoogde verkoopactiviteiten.

  • 3. Een ontheffing kan worden verleend onder beperkingen ten aanzien van periodes, dagen en tijdstippen, alsmede ten aanzien van het assortiment.

  • 4. Het college van Burgemeester en Wethouders kan voorschriften verbinden aan de ontheffing.

  • 5. De ontheffing wordt geweigerd indien er geen sprake is van toeristische doeleinden als bedoeld in artikel 3, derde lid onder a van de wet.

Artikel 11: Inwerkingtreden

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag volgende op die waarin zij is bekend gemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip worden de volgende verordeningen ingetrokken:

    • -

      de "Verordening tot aanwijzing tot aanwijzing van een koopavond", alsmede de 1e en 2e wijziging daarop (besluit 1978-16 d.d. 5 oktober 1978, besluit 1984-19 d.d. 22 november 1984;

      besluit 1992-64 d.d. 17 december 1992);

    • -

      de "Verordening op de seizoenopenstelling van winkels" alsmede de 1e wijziging daarop

      (besluit 1991-32 d.d. 22 augustus 1991, besluit 1992-65 d.d. 17 december 1992);

    • -

      de "Veertien dagenverordening", alsmede de 1e wijziging daarop

      (besluit 1990-40 d.d. 20 december 1990, besluit 1992-66 d.d. 17 december 1992).

Artikel 12: Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen, alsmede de daarbij opgelegde voorschriften en beperkingen, verleend krachtens één der verordeningen bedoeld in artikel 11, tweede lid, dan wel krachtens de hiervoor geldende Winkelsluitingswet, blijven van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. Vergunningen en ontheffingen als bedoeld in het eerste lid worden geacht vergunningen en ontheffingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 3. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing op grond van één der verordeningen als bedoeld in artikel 11, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op de aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 4. Ten aanzien van het aantal koopzon- en feestdagen voor 1996 geldt, dat na de inwerkingtreding van de verordening het aantal aan te wijzen koopzon- en feestdagen voor de rest van 1996 wordt bepaald op maximaal zeven (7). Omdat in deze periode al twee (2) koopzondagen zijn aangewezen kunnen er aanvullend nog maximaal vijf (5) koopzon- en feestdagen worden aangewezen.

Artikel 13: Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als " Verordening winkeltijden Haarlemmermeer"

Toelichting Verordening winkeltijden Haarlemmermeer

Artikelsgewijze toelichting Verordening winkeltijden Haarlemmermeer

Artikel 1: Begripsbepalingen

Voor de omschrijving van het begrip feestdagen is aansluiting gezocht bij artikel 2 van de wet. Koninginnedag is in de wet niet meer aangemerkt als een feestdag.

Artikel 3: Overdracht van de ontheffing

De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van Burgemeester en Wethouders. Deze tussenkomst geeft het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de opvolger.

Artikel 5: Zon- en feestdagenregeling

Op maximaal twaalf zon- en feestdagen per jaar kan afgeweken worden van het sluitingsverbod. Burgemeester en Wethouders hebben deze bevoegdheid gedelegeerd gekregen van de gemeenteraad onder toezegging van een jaarlijkse evaluatie te behandelen in de raadscommissie voor Economische Zaken. Voor de toepassing van het artikel kan de gemeente in afzonderlijke delen gesplitst worden.

Artikel 6: Openstelling van avondwinkels op zon- en feestdagen

Het afwijkende openstellingsregime op zon- en feestdagen maakt het noodzakelijk voor winkels die op werkdagen tot 22.00 uur, of met ontheffing tot latere tijdstippen geopend zijn en waar hoofdzakelijk eet- en drinkwaren worden verkocht een afzonderlijke regeling in de verordening op te nemen. Met deze regeling wordt het mogelijk dat deze beperkte groep avondwinkels ook op zondagavond en de avond van een feestdag open kan zijn.

Artikel 7. Ontheffing zon- en feestdagenregeling voor afzonderlijke situaties

Het artikel is gebaseerd op artikel 4 van de wet en is in principe bedoeld voor niet in hoofdzaak commercieel bedoelde bijzondere situaties.

Het feit, dat het hier gaat om een ontheffing geeft aan, dat hierop slechts in uitzonderlijke gevallen een beroep kan worden gedaan.

Artikel 8. Verbod straatverkoop van bepaalde goederen op zon- en feestdagen

De vrijstelling betreft het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.

Artikel 9. Openstelling op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur

Artikel 7 van de wet geeft de mogelijkheden de openingstijden op werkdagen tussen 22.00 en 06.00 uur te reguleren. Dat kan door gebieden aan te wijzen waarin het verbod niet geldt of door vormen van detailhandel aan te wijzen waarvoor het verbod niet geldt. Ook kan in afzonderlijke gevallen ontheffing worden verleend.

De verordening gaat ervan uit dat voor de nachtelijke openstelling de ontheffing het belangrijkste instrument is. Per geval is dan een afweging te maken of de gewenste openstelling zich verhoudt met belangen van de woon- en leefomgeving en de openbare orde. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen en voorschriften worden verleend.

In het Vrijstellingenbesluit is voor een aantal overige vormen van detailhandel alleen de openstelling op zon- en feestdagen geregeld. De openstelling van deze vormen van detailhandel tussen 22.00 uur en 06.00 uur op werkdagen wordt door de verordeningsbepaling geregeld.

Artikel 10: Toerisme

De grondslag van het artikel is artikel 3, derde lid onder a. van de wet. De wet laat de keuze tussen het verlenen van vrijstelling door de Raad of het op basis van de verordening verlenen van ontheffing door Burgemeester en Wethouders.

Artikel 11/12: In werking treden

Voor 1996 zijn op basis van de bestaande regeling de in deze gemeente maximaal toegestane 4 koopzon- en feestdagen aangewezen. Hiervan hebben twee zondagen betrekking op de periode waarin de nieuwe Winkeltijdenwet van kracht is. Burgemeester en Wethouders kunnen naast deze - op grond van de in artikel 11 van de verordening opgenomen overgangsregeling - reeds aangewezen dagen nog een aantal koopzon- en feestdagen aanwijzen tot een maximum van 12. Dat houdt in, dat er in 1996 in. principe nog 10 koopzon- en feestdagen kunnen worden aangewezen.

Tijdens de behandeling van dit voorstel in de Raadsvergadering is afgesproken het aantal koopzon- en feestdagen voor de rest van 1996 te bepalen op maximaal zeven, hetgeen een mogelijke aanvulling met maximaal vijf koopzon- en feestdagen betekent.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 20 juni 1996.

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Haarlemmermeer,

de secretaris, de burgemeester,

drs. D. Kooistra J. van Houwelingen