Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR15416
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR15416/1
Regeling vervallen per 01-07-2019
Inspraakverordening
Geldend van 01-01-1995 t/m 30-06-2019
Intitulé
InspraakverordeningParagraaf 1 Begripsomschrijvingen
INSPRAAKVERORDENING
De gemeenteraad van Rucphen;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 1994;
gelet op de artikelen 150 en 301 van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
- a.
vast te stellen de navolgende VERORDENING inzake de wijze waarop ingezetenen alsmede natuurlijke en rechtspersonen, die in de gemeente een belang hebben, bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken.
- b.
gelijktijdig in te trekken de "Inspraakverordening", vastgesteld bij raadsbesluit van 29 januari 1985.
Artikel 1
De verordening verstaat onder:
- A.
inspraak: het ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoornemens kenbaar maken van een zienswijze en daarover van gedachten wisselen;
- B.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven.
Paragraaf 2 Object van inspraak
Artikel 2
-
1. Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur.
-
2. In elk geval wordt inspraak verleend op beleidsvoornemens betreffende:
- a.
de voorbereiding of de herziening van ruimtelijke plannen;
- b.
de stads- of dorpsvernieuwing;
- c.
de voorbereiding van het gemeentelijk milieubeleidsplan;
- d.
de welzijnsvoorzieningen.
- a.
-
3. Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid geen sprake is.
- a.
Paragraaf 3 Subject van inspraak
Artikel 3
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen.
Paragraaf 4 Inspraakprocedure
Artikel 4
Op de in deze verordening bedoelde inspraakprocedure is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.
Artikel 5
-
1. Burgemeester en wethouders stellen voor elk beleidsvoornemen, waarop inspraak wordt verleend, een inspraakprocedure vast.
-
2. De inspraakprocedure omvat:
- a.
de wijze waarop inspraak wordt verleend;
- b.
een termijnstelling;
- c.
een omschrijving van de mate waarin en de voorwaarden waaronder de in artikel 3 genoemden invloed op het beleidsvoornemen kunnen uitoefenen.
- a.
Artikel 6
Burgemeester en wethouders kunnen de inspraakprocedure wijzigen in die gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen zulks vereist. Zij geven hiervan kennis overeenkomstig het gestelde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht.
Paragraaf 5 Eindverslag
Artikel 7
-
1. Ter afronding van de inspraak maken burgemeester en wethouders een eindverslag op.
-
2. Het eindverslag bevat in ieder geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde procedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen zou kunnen worden overgegaan.
- a.
-
3. Burgemeester en wethouders brengen het eindverslag onmiddellijk ter kennis van de gemeenteraad.
Paragraaf 6 Beklagrecht
Artikel 8
-
1. Ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen over de wijze van uitvoering van deze verordening en de inspraakprocedure bij burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.
-
2. Een klacht, als bedoeld in het eerste lid, dient uiterlijk vier weken na afloop van de inspraakprocedure te worden ingediend.
-
3. Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift omtrent de ingediende klacht. Zij kunnen deze termijn met ten hoogste vier weken verdagen.
-
4. Burgemeester en wethouders brengen de beslissing over het klaagschrift onmiddellijk ter kennis van de klager en de gemeenteraad.
Paragraaf 7 Slot- en overgangsbepalingen
Artikel 9
De verordening kan worden aangehaald als "Inspraakverordening".
Artikel 10
De verordening treedt in werking op 1 januari 1995.
Aldus vastgesteld door de gemeenteraad van Rucphen in de openbare vergadering van 13 december 1994.
De gemeenteraad van Rucphen,
W.du Chatinier, burgemeester.
W. Mr. L. Cooijmans, secretaris.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl