MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 17de juni 1998, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties

Geldend van 17-06-1998 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 17de juni 1998, houdende vaststelling van de indicatoren aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie moet worden aangemerkt als een ongebruikelijke transactie in de zin van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties

Artikel 1

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties, niet zijnde financiële diensten als bedoeld in de artikelen 2 en 3, worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage A bij deze beschikking.

Artikel 2

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van één of meer van de financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 5, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage B bij deze beschikking.

Artikel 3

Met betrekking tot de transacties in verband met het afnemen van één of meer van de financiële diensten, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, onder 6, van de Landsverordening melding ongebruikelijke transacties worden de indicatoren vastgesteld zoals opgenomen in bijlage C bij deze beschikking.

Artikel 4

  • 1. De indicatoren, bedoeld in de artikelen 2 en 3 blijven buiten toepassing in gevallen, waarin ter voldoening aan toezeggingen omtrent pensioen door de werkgever aan werknemers, verbonden aan zijn onderneming:

    • a.

      door de werkgever overeenkomsten van verzekering zijn gesloten met een verzekeraar die in het bezit is van de ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Landsverordeing Toezicht Verzekeringsbedrijf vereiste vergunning;

    • b.

      door de werknemers zelf overeenkomsten, bedoeld in onderdeel a, zijn gesloten, daartoe door de werkgever geheel of ten dele in staat gesteld.

  • 2. Voor de toepassing van het in het eerste lid bepaalde, worden aan de begrippen pensioen, werknemer, werkgever en onderneming dezelfde betekenis toegekend als de overeenkomstige begrippen, vermeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van Landsverordening ondernemingspensioenfondsen.

Artikel 5

De indicatoren, bedoeld in de artikelen 2 en 3 blijven voorts buiten toepassing ten aanzien van:

  • a.

    het sluiten van overeenkomsten van verzekeringen als bedoeld in artikel 9 van de Landsverordening ondernemingspensioenfondsen;

  • b.

    het sluiten van overeenkomsten van overlijdensrisicoverzekeringen en andere verzekeringen zonder premievrije of afkoopwaarde;

  • c.

    ten aanzien van transacties waarvoor nog slechts een offerte is uitgebracht die nog niet door de verzekeringnemer is aanvaard.

Artikel 6

  • 1. Deze beschikking treedt in werking met ingang van heden.

  • 2. Deze beschikking zal in het Publicatieblad worden geplaatst.