Regeling outplacement gewezen wethouders

Geldend van 01-10-1995 t/m heden

Intitulé

Regeling outplacement gewezen wethouders (art. 147 gemeentwet)

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: hij die ophoud wethouder te zijn en in het genot is van een uitkering op grond van de bepalingen van de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders;

  • b.

    outplacementbureau: bureau of organisatie bij voorkeur aangesloten bij de Nederlandse organisatie voor outplacement en loopbaanbegeleiding.

Artikel 2 Toekenning outplacementfaciliteiten

  • 1. Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

  • 2. De kosten van de outplacementfaciliteiten komen voor rekening van de gemeente. Burgemeester en wethouders sluiten daartoe een schriftelijke overeenkomst met het outplacementbureau.

  • 3. Eventuele reis-, verblijf- en verwervingskosten komen voor rekening van belanghebbende.

  • 4. De aanvraag als bedoeld in het eerste lid moet gedaan zijn binnen twee jaar na de datum van aftreden van belanghebbende.

Artikel 3 Maximale toekenningsduur

De outplacementfaciliteiten worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4 Uitleg regeling

In de gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 5 Slotbepalingen

Deze regeling kan worden aangehaald als: "Regeling outplacement gewezen wethouders", en treedt in werking met ingang van 1 oktober 1995.