Regeling vervallen per 10-12-2021

Verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

Geldend van 01-01-1999 t/m 09-12-2021

Intitulé

Verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu

De raad van de gemeente A s t e n;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 november 1998,

gelet op artikel 10.10 van de Wet milieubeheer, de Provinciale Milieuverordening en artikel 149 van de Gemeentewet,

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende verordening, regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, de al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu.

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder

    • a.

      wet: Wet milieubeheer (Stb. 1992, 551, zoals sindsdien gewijzigd).

    • b.

      straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen papier, plastic bekertjes en blikjes, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel.

    • c.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden.

    • d.

      ter inzamelingaanbieden: de wijzen van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe ter beschikking gestelde plaats.

    • e.

      minicontainer en/ofemmer: container en/of emmer met een inhoud van 25, 40 of 140 liter, in gebruik als opbergmiddel voor gft-afval en restafval, voorzien van een elektronische chip, waarin de huishoudelijke afvalstoffen worden aangeboden aan de inzameldienst.

    • f.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer, brengdepot.

    • g.

      gebruiker vaneen perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.11 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

    • h.

      wegen: alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.

    • i.

      motorrijtuigen: alle voertuigen, bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 10.

Artikel 2 Beslissingstermijn aanvraag vergunning of ontheffing

  • 1. Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag van een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de beslissing voor ten hoogste acht weken verdagen.

Artikel 3 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen mogen slechts strekken tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen.

Artikel 4 Persoonlijk karakter van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.

Artikel 5 Intrekking of wijziging van de vergunning of ontheffing

De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:

  • a.

    indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • b.

    indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na verlening van de vergunning of ontheffing moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist;

  • c.

    indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;

  • d.

    indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn, of, bij gebreke van een dergelijke termijn, binnen een redelijke termijn;

  • e.

    indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt.

Artikel 6 Inzage vergunning of ontheffing

De houder van een vergunning of ontheffing is verplicht deze op eerste vordering van degene die belast is met de zorg voor de naleving van een of meer bepalingen van deze verordening ter inzage af te geven.

Artikel 7 Termijnen

Met betrekking tot de in deze verordening genoemde termijnen is het bepaalde in de Algemene Termijnenwet van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK 2 INZAMELING VAN AFVALSTOFFEN

Artikel 8 Aanwijzing inzamelende instanties

  • 1. Als inzameldienst belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening inzamelen van afvalstoffen wordt aangewezen: Cotrans Recycling B.V. uit Deurne.

  • 2. Naast de in het eerste lid genoemde inzameldienst kunnen burgemeester en wethouders personen of instanties aanwijzen die zijn belast met het ter uitvoering van de wet, de provinciale milieuverordening en deze verordening afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 9 Afzonderlijke inzameling

Door de inzameldienst of de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

  • a.

    groente-, fruit- en tuinafval;

  • b.

    oud papier en karton;

  • c.

    verpakkingsglas;

  • d.

    textiel;

  • e.

    klein chemisch afval;

  • f.

    koel- en vriesapparatuur;

  • g.

    asbest;

  • h.

    grof tuinafval;

  • i.

    huishoudelijk restafval;

  • j.

    grof huishoudelijk restafval;

Artikel 10 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of -voorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

  • 3.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen anders aan de inzameldienst over te dragen of ter inzameling aan te bieden dan in van gemeentewege verstrekte minicontainers en/of emmers. Het is verboden om containers en/of emmers ter lediging aan te bieden die niet voorzien zijn van een door burgemeester en wethouders voorgeschreven en door de gemeente verstrekt herkenningsmiddel.

  • Tevens is het verboden de van gemeentewege verstrekte minicontainers en/of emmers te beschadigen danwel zonder toestemming van burgemeester en wethouders onderdelen daarvan te verwijderen.

  • 4.

    De overdracht, respectievelijk de aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen, dient te geschieden per afzonderlijk in de gemeente geregistreerde huisaansluiting.

  • 5.

    Per huisaansluiting mogen maximaal twee containers en/of emmers per afvalstroom (te weten gft en restafval) aanwezig zijn.

Artikel 11 Frequentie van inzamelen bij elk perceel

  • 1. Huishoudelijk restafval wordt ten minste een maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2. Groente-, fruit- en tuinafval wordt ten minste een maal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 12 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2. De vergunning kan worden geweigerd in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzameldienst of de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties.

HOOFDSTUK 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 13 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties en degenen aan wie krachtens artikel 12 een vergunning is verleend.

Artikel 14 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

  • 1. Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de inzameldienst of de krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen besluiten dat het aan anderen dan gebruikers van percelen verboden is om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 12.

Artikel 15 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1. Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden:

    • a.

      kca;

    • b.

      glas;

    • c.

      oud papier en karton;

    • d.

      textiel;

    • e.

      koel- en vriesproducten;

    • f.

      asbesthoudend materiaal.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aanwijzen aan welke personen of instanties de in het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 3. Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens het tweede lid aangewezen personen of instanties.

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel

  • 1.

    Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 10 een inzamelmiddel is aangewezen, is het voor die gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe aangewezen inzamelmiddel.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3.

    Bij het overdragen of ter inzameling aanbieden van de container en/of emmer dient deze goed gesloten te zijn.

  • 4.

    Het overdragen of aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers en/of emmers moet ordelijk geschieden door plaatsing daarvan, op de vastgestelde inzameldag, op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijbaan, met uitzondering van het fietspad. Tevens dienen de containers en/of emmers te worden geplaatst met het handvat naar de rijweg gekeerd.

  • 5.

    Bij het overdragen of ter inzameling aanbieden, dient het totaal gewicht van de container en/of emmer met inhoud niet zwaarder te zijn dan 80 kg. Het huishoudelijk afval in de container en/of emmer mag niet zodanig worden verdicht of in de container en/of emmer geplaatst zijn dat lediging, volgens de gebruikelijke werkwijze van de inzameldienst bij lediging, niet meer mogelijk is. De container en/of emmer moet, ongeacht de weersomstandigheden, zodanig worden aangeboden dat de container en/of emmer geleegd kan worden.

  • 6.

    Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel aan wie krachtens artikel 10 een inzamelmiddel is toegewezen, verboden hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen

  • 1. Indien voor de gebruiker van een perceel voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen krachtens artikel 10 mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening is aangewezen, is het voor de gebruiker verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen ten aanzien van de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moeten worden aangeboden.

  • 4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5. Het is voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 10 een inzamelvoorziening is aangewezen, verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau

  • 1. Het verbod in artikel 16, vierde lid en artikel 17, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau conform krachtens dit artikel is bepaald.

  • 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau.

  • 4. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.

Artikel 19 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau

  • 1.

    Het verbod in artikel 16, vierde lid en artikel 17, vierde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau conform krachtens dit artikel is bepaald.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorie waarvoor het brengdepot krachtens artikel 10 is bestemd.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 4.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens het derde lid is bepaald.

Artikel 20 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 10 van deze verordening ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de wijzen waarop de krachtens het eerste lid aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden.

  • 3. Het is verboden de in het eerste lid bedoelde huishoudelijke afvalstoffen op andere wijzen ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 21 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1. Burgemeester en wethouders stellen de dagen en tijden vast waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 22 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van hetgeen in dit hoofdstuk is bepaald kunnen burgemeester en wethouders regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties.

HOOFDSTUK 4 INZAMELING VAN ANDERE CATEGORIEËN VAN AFVALSTOFFEN

Artikel 23 Inzamelverbod andere categorieën afvalstoffen behoudens vergunning

  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen waarvoor geldt dat het verboden is ze in te zamelen zonder vergunning van burgemeester en wethouders.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen aan de in het eerste lid bedoelde vergunning voorschriften verbinden met het oog op de doelmatige verwijdering van afvalstoffen.

  • 3. De vergunning kan worden geweigerd in het belang van de doelmatige verwijdering van afvalstoffen.

Artikel 24 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

Burgemeester en wethouders kunnen andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 25 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden andere categorieën van afvalstoffen dan huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst.

  • 2.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor die categorieën afvalstoffen die zijn aangewezen krachtens artikel 24, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de verordening ... (invullen: betreffende gemeentelijke belastingverordening).

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de in artikel 24 bedoelde afvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden afvalstoffen die zijn aangewezen krachtens artikel 24 ter inzameling aan te bieden in strijd met hetgeen krachtens dit artikel is bepaald.

  • 5.

    Het in dit artikel bepaalde geldt niet voor zover de Wet milieubeheer, de Destructiewet, of de provinciale milieuverordening van toepassing is.

HOOFDSTUK 5 BEPALINGEN TER BESCHERMING VAN HET MILIEU

Artikel 26 Verbod op het doorzoeken van ter inzameling gereed staande afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

Artikel 27 Straatafval

Het is verboden andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege geplaatste of voorgeschreven bakken.

Artikel 28 Voorkomen diffuse milieuverontreiniging

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op of in de bodem te brengen of te houden, te verbranden, te bewaren, over te laden of anderszins te bewerken, te verwerken of te vernietigen.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties of houders van een vergunning als bedoeld in artikel 12.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval.

  • 5. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer, de Wet Bodembescherming, de Meststoffenwet, de Destructiewet of de provinciale milieuverordening voorziet in de met dit artikel beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 29 Opslagverbod

  • 1. Het is verboden afvalstoffen op een zodanige plaats op te slaan of opgeslagen te hebben dat deze vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats zichtbaar zijn.

  • 2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de inzamelmiddelen die door de inzameldienst of krachtens artikel 8, tweede lid aangewezen personen of instanties ter beschikking gestelde inzamelmiddelen en het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen, voor zover in overeenstemming met het bij of krachtens deze verordening bepaalde.

  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen van het in het eerste lid omschreven verbod ontheffing verlenen. Aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden ter bescherming van het milieu.

  • 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing voor zover de Wet milieubeheer of de provinciale milieuverordening van toepassing is.

Artikel 30 Vervoer van afvalstoffen

Het is verboden afvalstoffen, niet zijnde gevaarlijke afvalstoffen in de zin van de Wet gevaarlijke stoffen, zodanig te vervoeren dat de weg kan worden verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

HOOFDSTUK 6 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31 Strafbepaling

  • 1. Overtreding van de volgende artikelen en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak: artikel 23 t/m 30.

  • 2. Overtreding van de volgende artikelen en de krachtens deze artikelen gegeven voorschriften wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie: artikel 10 t/m 16.

Artikel 32 Opsporingsambtenaren

De opsporing van de in artikel 31 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die krachtens artikel 18.4 van de Wet milieubeheer zijn belast met het toezicht op de naleving van voorschriften gegeven krachtens artikel 10.10 van die wet.

Artikel 33 Het binnentreden in woningen zonder toestemming van de bewoners

Zij die belast zijn met de zorg voor de nakoming van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften welke strekken tot de handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.

Artikel 34 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de 8e dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. Op dat tijdstip wordt de afvalstoffenverordening voor de gemeente Asten, vastgesteld bij raadsbesluit van 23 januari 1996, ingetrokken.

Artikel 35 Overgangsbepaling

  • 1. Vergunningen en ontheffingen, hoe ook genaamd, verleend krachtens verordeningen als bedoeld in artikel 34, lid 2, blijven, indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens verordeningen bedoeld in artikel 34, lid 2, blijven, indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening, van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3. Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning of ontheffing op grond van een verordening als bedoeld in artikel 34, lid 2, is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvrage is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.

  • 5. De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 34, lid 2, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 36 Citeertitel.

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Afvalstoffenverordening Asten 1998".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Asten d.d. 15 december 1998.
de raad voornoemd,
de secretaris,
de voorzitter,

Toelichting Afvalstoffenverordening 1998

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

In het eerste hoofdstuk van de modelverordening zijn begripsomschrijvingen en bepalingen over de vergunningverlening opgenomen.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel zijn alleen die begripsomschrijvingen opgenomen die specifiek zijn voor deze verordening. Relevante begrippen die reeds in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer zijn omschre­ven, worden, voorzover bij de omschrijving in de wet wordt aangesloten, niet in dit artikel herhaald. Daarbij gaat het om de volgende begrippen:

  • -

    Afvalstoffen: alle stoffen, preparaten of andere produc­ten, waarvan de houder zich - met het oog op de verwij­dering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen.

  • -

    Huishoudelijke afvalstoffen: afvalstoffen afkomstig uit particuliere huishoudens, afvalwater en autowrakken daaronder niet begrepen, behoudens voorzover het afge­geven of ingezamelde bestanddelen van die afvalstoffen betreft, die zijn aangewezen als gevaarlijke afvalstoffen.

  • -

    Bedrijfsafvalstoffen: afvalstoffen, niet zijnde huishoude­lijke afvalstoffen, afvalwater, auto­wrakken of gevaarlij­ke afvalstoffen.

  • -

    Doelmatige verwijdering: zodanige verwijdering van afvalstoffen dat in ieder geval:

    • 1.

      de continuïteit van de verwijdering wordt gewaarborgd;

    • 2.

      de afvalstoffen met inachtneming van artikel 10.1 Wm op effectieve en efficiënte wijze worden verwijderd;

    • 3.

      de capaciteit aan afvalverwijderingsinrichtingen is afgestemd op het aanbod aan te verwijderen afvalstoffen;

    • 4.

      een onevenwichtige spreiding van afvalverwijderingsinrichtingen wordt voorkomen;

    • 5.

      een effectief toezicht op de verwijdering mogelijk is;

    • 6.

      gewaarborgd is dat een inrichting voor het op of in de bodem brengen van afvalstoffen, nadat zij buiten gebruik is gesteld, geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt.

Het begrip huishoudelijke afvalstoffen omvat ook grof huishoudelijk afval. Blijkens de memorie van toelichting bij het hoofdstuk Afvalstoffen van de Wet milieubeheer moet onder grof huisafval worden verstaan "huishoudelijke afvalstoffen die te groot en te zwaar zijn om op dezelfde wijze als de andere huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst te worden aangeboden". In overleg met het Ministerie van VROM is vastgesteld dat zeer beperkte hoeveelheden bouw- en sloopafval, afkomstig van activiteiten die iedere particulier wel eens om en in zijn woning pleegt, tot het (grof) huishoudelijke afval moeten worden gerekend. Bouw- en sloopafval afkomstig van activiteiten die doorgaans door bedrijven worden uitgevoerd, vallen - ongeacht of ze nu door een aannemer of in eigen beheer door een zelfklussende particulier worden uitgevoerd - onder de categorie bedrijfsafval. In dat geval moet dus ook de particulier zelf zorgdragen voor de verwijde­ring van het bouw- en sloopafval (bijvoorbeeld door een container te huren van een afvalverwijde­raar). De omschrijvingen van de begrippen "wegen" en "motorrijtuigen" zijn ontleend aan de Wegenverkeerswet.

Ten opzichte van de vorige modelverordening is een aantal begripsomschrijvingen toegevoegd. Het begrip "inzamelen" is toegevoegd om uitdrukkelijk vast te leggen dat er sprake is van een brede omschrijving. Hiervoor is gekozen om recht te doen aan het feit dat een gemeentelijke inzamelstructuur steeds meer bestaat uit zowel haal- als brengvoorzieningen op verschillende niveaus. Om te kunnen beoordelen of het verlenen van een inzamelvergunning in strijd is met de gemeentelijke inzamelstructuur, moet dan ook naar dat geheel van haal- en brengvoorzieningen worden gekeken. Ook voor het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in een winkel, of het hebben van een brengvoorziening voor textielafval, is een inzamelvergunning nodig (tenzij sprake is van een aanwijzing op grond van artikel 8, tweede lid - zie de toelichting bij artikel 8).

Bovendien maakt een bredere omschrijving van het begrip inzamelen de veelheid van termen uit de vorige modelverordening ("aan te bieden of over te dragen", "achterlaten", etc.) overbodig. Wel is een ondergrens aange­bracht: voordat sprake kan zijn van inzamelen, dienen de afvalstoffen ter inzameling te worden aangeboden. Voor de omschrijving van het begrip "ter inzameling aanbieden" geldt dezelfde brede invulling met betrekking tot haal- en brengvoorzieningen, nu van de kant van degene die zich van afval wenst te ontdoen.

Toegevoegd is ook het begrip "straatafval". Het gaat hier in feite om afval "dat onderweg ontstaat", dat niet als zwerfvuil op straat of in het plantsoen terecht dient te komen en waarvoor je de burger (in dit geval ook toeristen) de mogelijkheid wilt bieden om zich ter plekke ervan te ontdoen (voorzover van zeer beperkte omvang en gewicht). Klein chemisch afval is uitdrukkelijk uitgesloten van de omschrijving. Dit afval dient in alle gevallen via de daartoe opgezette inzamelstructuur te worden verwijderd.

De omschrijving "gebruiker van een perceel" sluit aan bij de begripsomschrijving in de VNG-modelverordening reinigingsheffingen. Deze is opgenomen om te kunnen bepalen dat alleen diegenen die in de gemeente betalen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen, gebruik mogen maken van de inzamelvoorzieningen (zie de toelichting bij artikel 13).

In het tweede lid van artikel 1 is bepaald dat burgemeester en wethouders een omschrijving kunnen vaststellen voor categorieën huishoudelijke afvalstoffen. Voor oud papier en karton, glas en textiel kunnen de volgende omschrijvingen worden gehanteerd:

  • -

    oud papier en karton: droog en schoon oud papier en karton;

  • -

    glas: eenmalige glasverpakkingen;

  • -

    textiel: kleding, lakens, dekens, grote lappen stof en gordijnen.

Wat de omschrijving van textiel betreft is van belang dat deze niet wordt beperkt tot de draagbare of direct herbruikbare fractie. Aangezien er in het geval van draagbare kleding en als zodanig nog bruikbare lakens, dekens en dergelijke, geen sprake is van afvalstoffen [1], kan de gemeente andere dan de inzameldienst en door burgemeester en wethouders aangewezen instanties niet verbieden om deze goederen in te zamelen (zonder vergunning op basis van artikel 12 van deze model-afvalstoffenverordening). Op de inzameling van dergelijke goederen is alleen het collectevergunningenstelsel uit de APV van toepassing. Ook kan de gemeente haar burgers niet verbieden deze goederen aan te bieden aan andere dan de inzameldienst of door burgemeester en wethouders aangewezen instanties (zie artikel 13). De gemeente heeft vanuit het oogpunt van de afvalstoffenverordening pas iets te zeggen over de direct herbruikbare componenten in de textielfractie, op het moment dat de burger deze componenten aan de gemeente wil aanbieden. In dat geval kan de gemeente bepalen dat deze component niet anders dan afzonderlijk mag worden aangeboden en regels stellen over de dagen, tijden en wijzen van aanbieden. Omtrent de wijze van aanbieding kan dan eventueel wel worden bepaald dat in bepaalde inzamelmiddelen of aan bepaalde inzamelende personen of instanties alleen het bruikbare deel van de textielfractie mag worden aangeboden.

Het vastleggen van een omschrijving van de verschillende categorieën huishoudelijke afvalstof­fen is van belang om te kunnen ingrijpen bij vervuiling van de fracties vanwege verkeerd aanbiedgedrag. Een te zeer vervuilde fractie kan leiden tot kostentoerekening voor de verwijde­ring door de be- of verwerker aan de gemeente, en in het uiterste geval tot weigering van de ingezamelde fractie. Het verdient in dat verband aanbeveling om in het B&W-besluit ook een "welles-nietes"-lijst op te nemen, waarin is aangegeven welke componenten de betreffende afvalcategorie omvat en welke daartoe juist niet behoren (zie bijvoorbeeld de welles-nieteslijsten in de VNG-handreiking Gescheiden inzameling huishoudelijke afvalstoffen en in het gft-boekje van het Afval Overleg Orgaan). De lijst kan worden aangepast aan lokale eisen (wel of geen kattebakvulling met milieukeur bij het gft-afval?).

Artikel 2 t/m 7

In de artikelen 2 tot en met 7 zijn de algemene regels rond de vergunningverlening opgenomen.

HOOFDSTUK 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

In hoofdstuk 2 zijn alle bepalingen samengebracht die betrekking hebben op de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Geregeld wordt wie er mogen inzamelen binnen de gemeente en welke structuur van gemeentewege is opgezet ter inzameling van de huishoudelijke afvalstoffen. Dit hoofdstuk bevat dus geen regels voor het ter inzameling aanbieden van afvalstoffen door de burger. De regels voor de aanbieding van (huishoudelijke) afvalstoffen zijn opgenomen in hoofdstuk 3.

Artikel 8 Aanwijzing inzamelende instanties

De gemeente is op basis van artikel 10.10, eerste lid Wm, verplicht "bij de verordening" de inzameldienst aan te wijzen voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Met de steeds verdergaande gescheiden inzameling van componenten van het huishoudelijk afval is dit niet altijd even praktisch. Er rijden langzamerhand immers nogal wat inzamelaars rond in opdracht van of namens de gemeente, om de verschillende fracties in te zamelen. Wanneer al deze inzamelaars bij de verordening zouden moeten worden aangewezen, zou iedere keer wanneer zich een wijziging voordoet in het bestand van inzamelaars, de verordening moeten worden gewijzigd door middel van een besluit van de gemeenteraad. Het lijkt gerechtvaardigd artikel 10.10, eerste lid Wm zo te interpreteren dat de verplichting om een inzameldienst aan te wijzen alleen geldt voor de integraal ingezamelde huishoudelijke afvalstoffen. Voor de inzameling van de afzonderlij­ke componenten zou dan een bepaling kunnen worden opgenomen dat burgemeester en wethouders personen of instanties kunnen aanwijzen die hiermee belast worden. De aanwijzing op grond van het tweede lid van artikel kan ook worden gebruikt om detaillisten die bijvoorbeeld batterijen van particulieren inzamelen, op hun verzoek aan te merken als inzamelpunt. Zij hoeven dan niet te beschikken over een vergunning als bedoeld in artikel 12. In het kader van de aanwijzing als inzamelpunt kunnen nadere afspraken worden gemaakt met de inzamelende persoon of instantie over bijvoorbeeld de wijze van inzameling, opslag en de afgifte aan de gemeente, monitoring, etc.

Artikel 9 Afzonderlijke inzameling

Alle categorieën huishoudelijke afvalstoffen waarvoor de gemeente een aparte inzamelstructuur kent, staan nu in één artikel opgesomd. Dit is gedaan om meer recht te doen aan de toegenomen, voor de gemeente deels verplichte, afzonderlijke inzameling van categorieën huishoudelijke afvalstoffen en de vrijwel gelijkwaardige positie ten opzichte van het "huishoudelijk restafval" met betrekking tot wat er allemaal bij of krachtens de verordening ten aanzien van die afvalstof­fen geregeld moet worden. Huishoudelijk restafval is nu in plaats van hoofdbestanddeel van de oude modelverordening teruggebracht tot slechts een categorie.Artikel 10.12 van de Wet milieubeheer verplicht gemeenten tot de afzonderlijke inzameling van groente-, fruit- en tuinafval. Gemeenten kunnen daarnaast op basis van de provinciale milieuver­ordening worden verplicht om bepaalde categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk in te zamelen en daarover regels op te nemen in de verordening. In de model-PMV van het IPO betreft dit de categorieën oud papier en karton, glas en textiel. In de modelverordening zijn de catego­rieën opgenomen die worden genoemd in de model-PMV, aangevuld met de categorieën waarvoor in de meeste gemeenten een afzonderlijke inzamelstructuur bestaat. De lijst kan naar behoefte met andere categorieën worden uitgebreid.

Artikel 10 Inzamelmiddelen en -voorzieningen

In artikel 10 worden de niveaus van inzameling aangegeven. Hiermee wordt recht gedaan aan de vervaging van het onderscheid tussen huis-aan-huisinzameling en inzameling via brengvoorzie­ningen op verschillende niveaus (groep percelen, wijk, lokaal of regionaal niveau). Burgemeester en wethouders kunnen voor iedere gebruiker van een perceel per categorie huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen via welk(e) inzamelmiddel of -voorziening wordt ingezameld. De inzamelmiddelen kunnen van gemeentewege worden verstrekt of geplaatst, dan wel door de burger zelf in de winkel moeten worden aangeschaft.Bij het uitvoeringsbesluit kan worden gedacht aan een overzicht van de gemeente, waarop is aangegeven waar ingezameld wordt via inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel, dan wel via inzamelvoorzieningen voor een groep gebruikers van percelen. Wat betreft de inzamel­voorzieningen op wijkniveau (zoals glasbakken) en de brengdepots kan eventueel worden volstaan met het aanwijzen van de categorie van huishoudelijk afval waarvoor de voorziening is bestemd (dit kan bijvoorbeeld door het aanbrengen van een pictogram op de container). Het opstellen van een dergelijk overzicht is bewerkelijker naarmate de variatie in inzamelmiddelen en -voorzieningen tussen gebruikers groter is. In de artikelen 16 tot en met 19 wordt naar artikel 10 terugverwezen. Specifieke aanwijzing van de groep gebruikers van percelen die hun afvalstof­fen via een bepaalde inzamelvoorziening mogen (of moeten) aanbieden, kan van belang zijn om tegen te gaan dat ook inwoners uit andere delen van de gemeente gebruik maken van de inzamelvoorziening, met als gevolg bijvoorbeeld een (vroegtijdig) overvolle container. Het aanwijzen van een groep gebruikers is noodzakelijk indien de afvalstoffenheffing binnen de gemeente wordt gedifferentieerd naar het aanbod van afval.

Artikel 11 Frequentie van inzamelen bij elk perceel

In het eerste lid van artikel 11 is vastgelegd met welke frequentie de huishoudelijke afvalstoffen bij elk perceel worden ingezameld. Volgens de wet moet dit wekelijks gebeuren en kan de gemeenteraad met het oog op doelmatige verwijdering bij verordening afwijken van deze frequentie. Dit kan gebeuren door in het eerste lid van artikel 11 een andere inzamelfrequentie (bijvoorbeeld een maal per twee weken) vast te leggen. Het tweede lid kan worden gebruikt om een afwijking van de inzamelfrequentie in een deel van de gemeente vast te leggen. Het derde lid regelt het niet bij elk perceel inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen in een deel van de gemeente. Bij "een deel van de gemeente" kan gedacht worden aan het aanwijzen van bepaalde wijken, maar ook aan bepaalde bebouwingstypen. De leden 4 tot en met 6 regelen hetzelfde als de leden 1 tot en met 3, maar dan voor groente-, fruit- en tuinafval. Burgemeester en wethouders kunnen op basis van het zevende lid de frequentie van inzameling bij elk perceel bepalen van andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen dan restafval en groente-, fruit- en tuinafval. Dit artikel heeft alleen betrekking op de categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk bij elk perceel worden ingezameld en is beperkt tot het regelen van de frequentie van inzamelen. De dagen en tijden waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden, kunnen worden geregeld op basis van artikel 21.

Artikel 12 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens vergunning

Gemeenten zijn belast met de zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen. Zij hebben daarmee ook het recht om te bepalen dat het verboden is aan andere dan de inzamel­dienst en door burgemeester en wethouders aangewezen instanties om huishoudelijke afvalstof­fen in te zamelen, tenzij zij daartoe beschikken over een vergunning van burgemeester en wethouders. Op basis van artikel 3 van deze verordening kunnen aan de vergunning voorschrif­ten worden verbonden.In dit kader is de brede omschrijving die in artikel 1 is gegeven van het begrip inzamelen van belang. Ook het innemen van huishoudelijke afvalstoffen in de winkel (bijvoorbeeld batterijen, tl-lampen, huishoudelijke apparaten) valt hieronder. Wanneer de gemeente deze serviceverlening op prijs stelt en hiervoor geen vergunning wil vereisen, kunnen de betreffende winkels op grond van artikel 8, tweede lid, door burgemeester worden aangewezen als inzamelende persoon of instantie (zie de toelichting bij artikel 8).

HOOFDSTUK 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVAL-­STOFFEN

Artikel 13 Verbod op ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderenBurgers mogen hun afvalstoffen alleen aanbieden aan de inzameldienst, personen of instanties die zijn aangewezen krachtens het tweede lid van artikel 8 en vergunninghouders.

Artikel 14 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen

Dit artikel bepaalt dat alleen diegenen die binnen de gemeente afvalstoffenheffing betalen, huishoudelijke afvalstoffen mogen aanbieden aan de inzameldienst. Achtergrond van dit artikel is de toename in het illegaal aanbieden van afvalstoffen door inwoners van andere gemeenten (afvaltoerisme) of door bedrijven van binnen en buiten de eigen gemeente, die op deze manier de kosten van de verwijdering van hun afvalstoffen willen ontlopen.De keuze voor de formulering "anderen dan de gebruikers van ..." is gekoppeld aan de Verorde­ning reinigingsrechten. Overigens is het natuurlijk niet de bedoeling om te verbieden dat degene die de heffing betaalt zijn afvalstoffen door iemand anders laat aanbieden namens hem.Het tweede lid is toegevoegd omdat het wenselijk kan zijn om ook te reguleren wat mag worden aangeboden aan een vergunninghouder. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn in verband met afspraken in het kader van producentenverantwoordelijkheid, waarbij de afnamegarantie "ten minste om niet" voor onder andere oud papier en karton alleen geldt voor papier en karton ingezameld bij huishoudens (dus niet bij bedrijven).

Artikel 15 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

In dit artikel moeten in ieder geval zijn opgenomen de categorieën die de provincie heeft aangewezen in de provinciale milieuverordening (zie de toelichting in hoofdstuk 2).

Artikel 16 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inza­mel­middel voor de gebruiker van een perceel

Bij inzamelmiddelen voor de gebruiker van een perceel kan worden gedacht aan vaste inzamel­middelen, zoals minicontainers, afvalemmers, kratjes, kca-boxen, en dergelijke, maar ook aan huisvuilzakken, of big bags waarin asbesthoudend afval moet worden verpakt. De inzamelmidde­len kunnen al dan niet van gemeentewege worden verstrekt. Artikel 16 verplicht de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 10 een inzamelmiddel is aangewezen, om hun afval via dat inzamelmiddel aan te bieden en biedt de basis tot het stellen van allerhande regels die relevant zijn voor de bedoelde inzamelmiddelen. In het onderstaande wordt (niet uitputtend) aangegeven welke regels door burgemeester en wethouders kunnen worden gesteld:-Plaats van aanbieden. Bepaald kan worden dat het inzamelmiddel op de krachtens artikel 21 vastgestelde inzameldag langs de inzamelroute op de weg kan worden geplaatst, eventueel uit te breiden met nadere aanwijzingen voor een specifiek verzamelpunt voor het plaatsen van de inzamelmiddelen. Dit kan gebeuren vanuit oogpunt van verkeersveiligheid, maar bijvoorbeeld ook om redenen van doelmatige inzameling en arbeidsbelasting. Door wijziging van de wet ("inzameling nabij de percelen") zal hiervoor uitdrukkelijk de bevoegdheid worden gecreëerd. Voorgeschreven kan worden dat bepaalde categorieën huishoudelijke afvalstoffen (met name klein chemisch afval) niet op de weg mogen worden geplaatst, maar persoonlijk moeten worden aangeboden aan de inzamelaar. Verder kan worden bepaald dat het inzamel­middel zodanig op de weg moet worden geplaatst dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen.-Wijzen van aanbieden. Gedacht kan worden aan de volgende regels:. het inzamelmiddel dient goed gesloten te zijn;. er mag geen sprake zijn van uitsteeksels, die kunnen leiden tot verwondingen of het scheuren van de huisvuilzak.- Maximaal gewicht en maximaal aantal inzamelmiddelen per keer. Het maximaal toelaatbare gewicht zal onder meer samenhangen met de wijze van inzameling, de toelaatbare arbeidsbe­lasting van de huisvuilbeladers, het gebruikte inzamelvoertuig. Behalve een beperking aan het gewicht per inzamelmiddel kan ook een beperking worden opgelegd naar aantal inzamel­middelen dat per keer mag worden aangeboden. Er kan op dit punt een koppeling worden gelegd met de tarieven in de belastingverordening. Overigens moet daarbij wel worden gelet op de handhaafbaarheid van de bepaling.-Gebruik en reinigen van de container. Met betrekking tot het gebruik van vaste inzamelmid­delen kunnen bijvoorbeeld regels worden gesteld rond het aanbrengen van veranderingen aan de container. Dit kan in het bijzonder relevant zijn wanneer de gemeente ook met herken­ningssystemen voor individuele containers werkt. Daarnaast kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een verbod op het deponeren van hete vloeistoffen in de container. Bepaald kan worden dat het inzamelmiddel in het belang van dedoelmatige verwijdering (voorkomen dat afval in de container blijft plakken) regelmatig wordt gereinigd. De burger kan dit eventueel uitbesteden, maar blijft zelf verantwoordelijk voor de naleving van de regels gesteld krach­tens de verordening.-Eisen aan het inzamelmiddel. Wanneer het inzamelmiddel niet door de gemeente wordt verstrekt, kan worden vereist dat het inzamelmiddel aan bepaalde normen voldoet (bijvoor­beeld de NEN-norm voor huisvuilzakken). Ook kan via deze bepaling worden geregeld dat alleen huisvuilzakken met een gemeentelijke opdruk mogen worden gebruikt, indien wordt gewerkt met een systeem van dure zakken als vorm van tariefdifferentiatie. Voor bepaalde categorieën huishoudelijke afvalstoffen (bijvoorbeeld asbest) kunnen specifieke eisen aan het inzamelmiddel worden gesteld.De bepaling dat anderen dan de gebruiker van een perceel geen afvalstoffen via het individuele inzamelmiddel mogen aanbieden, is vooral van belang in gemeenten waar het tarief van de afvalstoffenheffing wordt gedifferentieerd op basis van de hoeveelheid aangeboden afval. Overigens is hier natuurlijk niet bedoeld te verbieden dat iemand anders - bijvoorbeeld een gezinslid, of de buurman - namens de gebruiker van het perceel (dit is degene die de afvalstoffen­heffing betaalt) het inzamelmiddel buiten zet.

Artikel 17 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een verza­melcontainer voor een groep percelen

Artikel 17 betreft inzamelvoorzieningen nabij de percelen (verzamelcontainers). Na wijziging van de Wet milieubeheer op dit punt (hoofdstuk 3 van deze notitie) valt deze wijze van inzameling binnen de zorgplicht van de gemeente voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.Regels die door burgemeester en wethouders kunnen worden gesteld omtrent de wijzen van aanbieding zijn bijvoorbeeld:- de afvalstoffen dienen in een goed gesloten zak in de verzamelcontainer te worden gedepo­neerd;-de verzamelcontainer dient na gebruik goed te worden gesloten;-het is verboden afvalstoffen naast de verzamelcontainer te plaatsen.

Artikel 18 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamel­voor­zieningen op wijkniveau

Bij inzamelvoorzieningen op wijkniveau kan in de eerste plaats worden gedacht aan glasbakken, textielbakken, en dergelijke. Dit zijn permanent aanwezige voorzieningen. Devoorzieningen op wijkniveau kunnen ook mobiel of niet permanent aanwezig zijn. Voorbeelden van dergelijke mobiele voorzieningen zijn de chemokar en "afvaleilanden" diegedurende een bepaalde periode in de wijk aanwezig zijn. Het gebruik van de wijkvoorzieningen is niet beperkt tot de gebruikers van een bepaalde groep percelen. Volgens de model PMV kan de gemeente in het belang van de doelmatige verwijdering van kca, glas, oud papier en karton en textiel bepalen dat dit afval dient te worden gebracht naar een door de gemeente aangewezen plaats.

Artikel 19 Brengdepots

Met de term "brengdepots" wordt gedoeld op bemenste voorzieningen op lokaal of regionaal niveau waar meerdere afvalcomponenten heen kunnen worden gebracht. Wanneer het een brengdepot op regionaal niveau betreft, zal de vaststelling van de wijzen waarop afvalstoffen bij het depot kunnen worden aangeboden, vaak overgedragen zijn aan het bestuur van de regio. De bepaling in het tweede lid van artikel 19 zal daarop moeten worden aangepast.

Artikel 20 Aanbieden zonder inzamelmiddel

De mogelijkheid om huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden zonder inzamelmiddel of -voorziening (bij het perceel of op een ander inzamelniveau) is vooral van belang voor grof huisvuil of grof tuinafval. Ten aanzien van die componenten bijvoorbeeld gebundeld dient te worden aangeboden. Ook kan worden gedacht aan de inzameling van oud papier en karton, gebundeld of in kartonnen dozen.

Artikel 21 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Bij het vaststellen van de dagen en tijden kan in het besluit van burgemeester en wethouders een onderscheid worden gemaakt naar de verschillende niveaus van inzameling en de daarbij gehanteerde inzamelmiddelen en -voorzieningen. Voor de inzameling via een inzamelroute bij de percelen kan worden gedacht aan de volgende regels:-plaatsing op de weg mag niet geschieden vóór .. uur op de vastgestelde inzameldag of de dag voorafgaande aan de vastgestelde inzameldag;-bij vaste inzamelmiddelen: het inzamelmiddel dient zo spoedig mogelijk na lediging, doch uiterlijk voor .. uur op de vastgestelde inzameldag, van de weg te zijn verwijderd.Bepaald kan ook worden dat inzameling bij het perceel op afroep plaatsvindt. Afvalstoffen kunnen dan worden aangeboden op de dag die, na de melding van de burger dat hij bepaalde afvalstoffen ter inzameling wil aanbieden, wordt aangewezen (niet voor ... uur op de vastgestelde inzameldag).Met betrekking tot verzamel- en wijkcontainers kan worden bepaald dat de burger zijn afvalstof­fen dat niet mag aanbieden tussen .. en .. uur. Ten slotte kunnen op basis van dit artikel de openingstijden van brengdepots worden vastgelegd. Wanneer dit een regionaal depot betreft en de vaststelling van de openingstijden is overgedragen aan het bestuur van de regio, dient dat in dit artikel tot uitdrukking te komen.

Artikel 22 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Dit artikel biedt de grondslag voor een door burgemeester en wethouders vast te stellen calamiteitenregeling. Een dergelijke (eventueel tijdelijke) regeling zou bijvoorbeeld nodig kunnen zijn in geval van stakingen, etc.

HOOFDSTUK 4 INZAMELING VAN ANDERE CATEGORIEËN VAN AFVALSTOFFEN

Artikel 23 Inzamelverbod andere categorieën afvalstoffen behoudens vergunning

De bevoegdheid voor gemeenten om regels te stellen voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen is zeer beperkt in verband met de provinciale milieuverordening. Indien een inzamelaar door de provincie is geregistreerd, heeft hij de bevoegdheid binnen die provincie bedrijfsafvalstoffen in te zamelen. Volgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel afvalstoffen blijft er nog ruimte over voor gemeenten om de inzameling van bedrijfsafval aan een inzamelvergunning te binden. De gemeente mag het aantal inzamelaars van bedrijfsafvalstoffen binnen haar grenzen echter alleen beperken, indien er specifiek lokale belangen in het geding zijn. Dit artikel dient dus alleen inmen indien daartoe vanuit de lokale situatie aanleiding toe bestaat.Een specifiek lokaal belang om het aantal inzamelaars te beperken kan bijvoorbeeld zijn dat de continuïteit van de inzameling daadwerkelijk in gevaar zou komen indien er een inzamelaar bij zou komen. Dit kan zeker bij een eilandsituatie het geval zijn. Ook overlast in een (historisch) centrum of de verkeersveiligheid kunnen voor een gemeente aanleiding zijn om regels te willen stellen ten aanzien van het aantal inzamelaars en de wijze van inzameling van bedrijfsafvalstof­fen (tijden van inzamelen, minimale omvang containers, etc.). Men kan zich echter afvragen of dergelijke regels niet beter kunnen worden opgenomen in de APV, omdat de overlast zich in die situaties ook zal voordoen met betrekking tot de aanvoer van goederen richting bedrijven en zich niet zal beperken tot de afvalinzameling.

Artikel 24 Inzameling andere categorieën afvalstoffen door de inzameldienst

De gemeentelijke inzameldienst kan naast huishoudelijke afvalstoffen bijvoorbeeld ook bedrijfs­afvalstoffen (of een bepaalde categorie van bedrijfsafvalstoffen) inzamelen. Gedacht kan worden aan afval uit de kantoren/winkels/dienstensector, of bouw- en sloopafval (voorzover dit niet wordt gerekend tot het huishoudelijk afval). De gemeente heeft op dit punt geen zorgplicht en kan - behalve om de bij artikel 23 genoemde redenen - niet bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen, zoals dat bij huishoudelijke afvalstoffen het geval is.

Artikel 25 Ter inzameling aanbieden van andere categorieën afvalstoffen aan de inzameldienst

Alleen die bedrijven die betalen voor de gemeentelijke inzamelvoorzieningen mogen, voorzover artikel 24 daartoe de mogelijkheid biedt, hun afvalstoffen aanbieden aan de inzameldienst. Burgemeester en wethouders kunnen, net als bij huishoudelijke afvalstoffen, regels stellen over de wijze waarop de afvalstoffen ter inzameling dienen te worden aangeboden.

HOOFDSTUK 5 BEPALINGEN TER BESCHERMING VAN HET MILIEU

Artikel 26 Verbod op het doorzoeken van ter inzameling gereedstaande afvalstoffen

Het verbod op het doorzoeken en verspreiden van ter inzameling gereedstaande huishoudelijke afvalstoffen is opgenomen met het oog op het voorkomen van zwerfvuil.

Artikel 27 Straatafval

Zie de toelichting bij artikel 1.

Artikel 28 Voorkomen diffuse milieuverontreiniging

Dit artikel vormt wat betreft het "op of in de bodem brengen of houden" van afvalstoffen een aanvulling op het algemene stortverbod buiten inrichtingen in artikel 10.2 van de Wet milieube­heer en is gericht op het kunnen aanpakken van de zwerfvuilproblematiek.

Artikel 29 Opslagverbod

Dit artikel heeft geen betrekking op autowrakken, aangezien artikel 10.17 Wm reeds bepaalt dat het verboden is autowrakken aanwezig te hebben op een voor publiek zichtbare plaats.