LANDSBESLUIT van de 8ste april 2003, no. 9, ter uitvoering van artikel 62, eerste en tweede lid, en artikel 65 van de Luchtvaartlandsverordening (P.B. 2001, No. 151)

Geldend van 10-05-2003 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 8ste april 2003, no. 9, ter uitvoering van artikel 62, eerste en tweede lid, en artikel 65 van de Luchtvaartlandsverordening (P.B. 2001, No. 151)

Artikel 1

Als ambtenaar, die bevoegd is krachtens een bijzondere schriftelijke last van de Gouverneur des-noods bijgestaan door personeel van de politie en op kosten van de overtreders, weg te nemen, te doen wegnemen, te beletten, te doen beletten, te verrichten, te doen verrichten, in de vorige toe-stand te herstellen of te doen herstellen, hetgeen in strijd met het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde is of wordt gemaakt of gesteld, ondernomen of nagelaten, als bedoeld in artikel 62, eerste lid, van de Luchtvaartlandsverordening wordt aangewezen de Directeur Luchtvaart en bij diens afwezigheid de plaatsvervangend directeur.

Artikel 2

Als ambtenaren, die bevoegd zijn voor het burgerluchtvaartverkeer aangewezen luchtvaartterreinen en de zich daarop bevindende luchtvaartuigen, gebouwen en inrichtingen, alsmede fabrieken, werkplaatsen en aanhorigheden daarvan, die naar redelijkerwijze kan worden vermoed, bestemd zijn voor de vervaardiging, het onderhoud of het herstel van luchtvaartuigen of onderdelen daarvan, binnen te treden, ten einde zich te overtuigen of de wettelijke bepalingen ter zake worden nageleefd, als bedoeld in artikel 65 van de Luchtvaartlandsverordening, worden aangewezen:

  • a.

    de Directeur Luchtvaart en bij diens afwezigheid de plaatsvervangend directeur;

  • b.

    de luchthavenmeester van het betrokken eilandgebied;

  • c.

    de vliegtechnisch inspecteurs werkzaam bij de Directie Luchtvaart;

  • d.

    de technisch inspecteurs werkzaam bij de Directie Luchtvaart;

  • e.

    de “aviation security” inspecteur werkzaam bij de Directie Luchtvaart;

  • f.

    de inspecteurs luchtverkeersbeveiliging en operaties luchtvaartterreinen werkzaam bij de Directie Luchtvaart.

Artikel 3

Als personen die bevoegd zijn de opstijging van luchtvaartuigen te verbieden en te beletten, als bedoeld in artikel 62, tweede lid, van de Luchtvaartlandsverordening, worden aangewezen:

  • a.

    de Directeur Luchtvaart en bij diens afwezigheid de plaatsvervangend directeur;

  • b.

    de luchthavenmeester van het betrokken eilandgebied;

  • c.

    de vliegtechnisch inspecteurs werkzaam bij de Directie Luchtvaart;

  • d.

    de technisch inspecteurs werkzaam bij de Directie Luchtvaart.

Artikel 4

Dit landsbesluit wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin het geplaatst is.