Landsverordening van den 31sten December 1942 houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften alsmede van de rechtspleging inzake van belastingen, bijdragen en vergoedingen

Geldend van 15-03-2001 t/m heden

Intitulé

Landsverordening van den 31sten December 1942 houdende regeling van de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen door middel van dwangschriften alsmede van de rechtspleging inzake van belastingen, bijdragen en vergoedingen

HOOFDSTUK I Invordering door middel van dwangschriften

Artikel 1

  • 1. De belastingen, de bijdragen en vergoedingen, welke volgens tarieven vastgesteld bij landsverordening, landsbesluit, houdende algemene maatregelen, eilandsverordening en eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, ten bate van ’s Lands kas of van de kas van een eilandgebied worden geheven, alsmede de daarop gevallen rente wegens te late betaling, worden ingevorderd door middel van dwangschriften.

  • 2. Voor de toepassing van de bepalingen van deze landsverordening worden onder belastingen mede begrepen de verschuldigde opcenten, de intrest en de kosten van vervolging op de belasting en/of opcenten.

Artikel 2

  • 1. De dwangschriften bevatten, volgens een bij landsbesluit vastgesteld formulier:

    • a.

      wanneer het een kohierbelasting geldt, een volledig uittreksel uit het kohier;

    • b.

      in andere gevallen een zo volledig mogelijke aanduiding van degene tegen wie de vordering gericht wordt;

      de aard, de grondslag en het bedrag van de vordering; de titel van de vordering of de artikelen van de wettelijke regeling, waarop de vordering wordt gegrond;

    • c.

      in alle gevallen de last tot betaling.

  • 2. Zij worden uitgevaardigd door de ontvanger en zijn vrij van zegel.

  • 3. Onder ontvanger worden in deze landsverordening verstaan de landsontvangers en de door de bestuurscolleges aangestelde ambtenaren van de eilandgebieden met de dwanginvordering belast.

Artikel 3

  • 1. Het dwangafschrift levert een executoriale titel op, die met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan worden tenuitvoergelegd.

  • 2. De tenuitvoerlegging geschiedt namens de ontvanger met vermelding alleen van zijn hoedanigheid zonder bijvoeging van zijn naam.

Artikel 4

  • 1 De tenuitvoerlegging van het dwangschrift kan niet worden geschorst dan door een verzet, met redenen omkleed.

  • 2. Het verzet wordt betekend aan de ontvanger, die de betaling vervolgt en moet op straffe van nietigheid bevatten keuze van domicilie in de hoofdplaats van het eiland, waar het betrokken ontvangerskantoor is gevestigd. Eveneens op straffe van nietigheid moet binnen een maand na deze betekening het geding tegen de ontvanger worden aanhangig gemaakt bij de rechter in eerste aanleg op dat eiland.

  • 3. Verzet kan niet gegrond zijn op het niet ontvangen van aanslagbiljet, kennisgeving van te betalen bijdrage of vergoeding of aanmaning en kan nimmer gericht zijn tegen de wettigheid of de hoegrootheid van het gevorderde bedrag, noch gegrond zijn op de bewering dat aanspraak zou bestaan op ontheffing of vermindering.

  • 4. Indien het verzet wordt afgewezen, is geen hoger beroep ontvankelijk dan na bewijs, dat de belasting, bijdrage, vergoeding, rente, verhogingen en kosten zijn geconsigneerd in handen van de ontvanger, die de betaling vervolgt.

Artikel 5

Misslagen in namen, kohieren, lijsten, aanslagbiljetten, kennisgevingen, aanmaningen of vervolgingsstukken voorkomende, brengen niet van rechtswege nietigheid van die stukken teweeg. In dergelijke gevallen blijft het oordeel over de nietigheid aan het oordeel van de rechter overgelaten, met dien verstande dat geen nietigheid wordt aangenomen, wanneer geen verschil kan bestaan over de persoon, die bedoeld is.

Artikel 6

Wanneer de schuldenaar de Nederlandse Antillen metterwoon wil verlaten of gerechtvaardigde vrees bestaat voor verduistering van zijn goederen, alsmede in geval van inbeslagneming van die goederen vanwege de Nederlandse Antillen of een eilandgebied of van verkoop daarvan tengevolge van een beslagneming namens derden kan:

  • a.

    het dwangschrift zonder voorafgaande aanmaning of, indien reeds een aanmaning is uitgereikt, zonder verder verwijl worden uitgevaardigd;

  • b.

    het dwangschrift onmiddellijk na het bevel tot betaling, of, indien zodanig bevel reeds mocht zijn gedaan, zonder verder verwijl worden ten uitvoer gelegd.

Artikel 7

Indien een dwangschrift, uitgevaardigd voor een gedeelte van het in te vorderen bedrag, ten uitvoer wordt gelegd door beslag, kan bij datzelfde dwangschrift het volle openstaande bedrag worden ingevorderd, mits dit bedrag in het dwangschrift is vermeld.

Artikel 8

Behoudens in het geval dat een recht van terugvordering bestaat jegens degene die een zaak onrechtmatig of van een onbevoegde heeft verkregen, kunnen derden echter nimmer verzet in rechte doen tegen de inbeslagneming ter zake van belastingen, bijdragen, vergoedingen, verhogingen en boeten, van roerende zaken, tot stoffering van een huis of ten gebruike van een plantage dienende, alsmede van ingeoogste vruchten, wanneer die zaken of vruchten zich tijdens de inbeslagneming bevinden in het bezit van de schuldenaar of in het huis, op de plantage of het erf, door hem bewoond of bij hem in gebruik.

Artikel 9

  • 1. Alle exploten en andere akten van vervolging voor de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen, alsmede de verhogingen daarvan of boeten, worden betekend door deurwaarders van de belastingen ten verzoeke van de ontvanger overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en tegen de vergoedingen, vast te stellen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan ingeval van invordering vanwege een eilandgebied worden afgeweken van de ingevolge het vorige lid vastgestelde vergoedingen, met dien verstande, dat de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde vergoedingen als maxima gelden.

  • 3. De deurwaarders worden vóór de aanvang van hun bediening kosteloos beëdigd door de rechter in eerste aanleg van het eiland van hun standplaats.

  • 4. Onder deurwaarders worden in deze landsverordening verstaan de deurwaarders van de belastingen van het land alsmede de door de bestuurscollege aangestelde deurwaarders van de belastingen van het eilandgebied.

  • 5. De betrekking van deurwaarder van de belastingen is verenigbaar met die van deurwaarder bij een rechterlijk college of gerecht in eerste aanleg.

Artikel 10

  • 1. Wanneer ter gelegenheid van een inbeslagneming vóór de sluiting van het proces-verbaal het volle bedrag van het verschuldigde met de kosten aan de deurwaarder wordt aangeboden, is deze verplicht de gelden aan te nemen, daarvoor dadelijk kwitantie te geven en ervan melding te maken in of op het proces-verbaal.

  • 2. In alle andere gevallen zijn betalingen, aan de deurwaarder gedaan, ongeldig.

Artikel 11

De kosten van vervolging, interest en boeten zijn ten laste van de nalatige.

HOOFDSTUK II Rechtspleging

Artikel 12

Alle rechtsvorderingen tot betaling van belastingen, bijdragen of vergoedingen of teruggaven van te dier zake onverschuldigd betaalde bedragen, alsmede alle strafvervolgingen wegens misdrijven in belastingzaken behoren tot de kennisneming van de rechter in eerste aanleg op de zittingsplaats, waar het ontvangerskantoor gevestigd is of het misdrijf is gepleegd en in hoger beroep tot de kennisneming van het Hof van Justitie overeenkomstig de artikelen 31 en 33, 36 en 38 van het Reglement op de inrichting en de samenstelling van de rechterlijke macht.

Artikel 13

Behoudens de bepalingen van deze landsverordening worden burgerlijke rechtsvorderingen behandeld overeenkomstig het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, strafvervolgingen overeenkomstig het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 14

Wanneer een strafvervolging gepaard gaat met vordering van belasting, bijdrage, vergoeding of kosten, behoort de kennisneming daarvan mede tot bevoegdheid van de strafrechter.

Artikel 15

Waar in wettelijke regelingen ten aanzien van belastingen, bijdragen en vergoedingen op de overtreding een geldboete tot een bepaald bedrag als straf is gesteld, geldt dit bedrag voor de toepassing van artikel 76 van het Wetboek van Strafrecht van de Nederlandse Antillen als het daarbedoelde maximum.

Artikel 16

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 1943.