LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 9de Juli 1956 ter uitvoering van artikel 27 van de IJkandsverordening 1956 (P.B. 1956, no. 38)

Geldend van 01-10-1956 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 9de Juli 1956 ter uitvoering van artikel 27 van de IJkandsverordening 1956 (P.B. 1956, no. 38)

Artikel 1.

Weegwerktuigen voor grove weging mogen slechts worden gebruikt voor de weging van:

  • 1.

    onverwerkte land-, tuin-, en bosbouwproducten;

  • 2.

    onverwerkte delfstoffen;

  • 3.

    houtskool;

  • 4.

    ijs;

  • 5.

    levende dieren;

  • 6.

    huiden;

  • 7.

    vis;

  • 8.

    personen;

  • 9.

    postpakketten, in postkantoren ambtshalve gewogen, met uitzondering van die met aangegeven waarde;

  • 10.

    bagage en vrachtgoederen ambtshalve gewogen.

Artikel 2.

Dit landsbesluit treedt in werking op hetzelfde tijdstip als de IJklandsverordening 1956 (P.B. 1956, no. 38).