LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 29ste september 1999 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel j, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334)

Geldend van 06-11-1999 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 29ste september 1999 ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onderdeel j, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334)

Artikel 1

De invoer en uitvoer van de in de bijlage bij dit landsbesluit genoemde chemische stoffen is verboden behoudens in geval de invoer of de uitvoer betreft de door of namens de Minister opgedragen terugvoer naar het land van uitvoer die in strijd met evengenoemd verbod zijn ingevoerd of uitgevoerd dan wel waarvan de invoer is geweigerd.

Artikel 2

Indien bij de in- of uitvoer van de chemische stoffen daarvan twijfel bestaat, of in- of uitvoer is toegestaan in verband met het in artikel 1 neergelegde verbod, wordt terstond het oordeel gevraagd van een door de Minister na overleg met het bestuurscollege van het betrokken eilandgebied aangewezen deskundige.

In een geval als bedoeld in het eerste lid, is in- of uitvoer alleen toegestaan, indien de desbetreffende deskundige een verklaring heeft afgegeven, dat de chemische stof niet behoort tot een in de bijlage genoemde chemische stof.

Artikel 3

Het in artikel 1 neergelegde verbod is niet van toepassing ten aanzien van de chemische stoffen genoemd in de bij dit landsbesluit behorende bijlage die deel uitmaken van een verhuisboedel in de zin van artikel 128, eerste lid, onder ten 8o, onderdeel d, van de Algemene Verordening I.U. en D. 1908 (P.B. 1949, no. 62) die in de Nederlandse Antillen wordt ingevoerd of vandaar wordt uitgevoerd.

De vrijstelling, bedoeld in het eerste lid, geldt voor zover het betreft de uitvoer, slechts indien de rechthebbende in het bezit is van een door de bevoegde autoriteit van het land van bestemming afgegeven verklaring dat land de invoer van de desbetreffende chemische stoffen toelaat.

Artikel 4

De Minister kan van het in artikel 1 neergelegde verbod ontheffing verlenen ter zake van de uitvoer, indien ten genoegen van de Minister wordt aangetoond dat de uitvoer strekt tot verwerking of vernietiging van bedoelde stoffen in een ander land.

Artikel 5

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na die van uitgifte van het Publicatieblad waarin het geplaatst is.

Artikel 6

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit in- en uitvoerverbod CFK's en Halonen.