LANDSVERORDENING van de 19de oktober 1998 tot wijziging van de Successiebelastingverordening (P.B. 1908, no. 48), van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58) alsmede van de Landsverordening op Stichtingen (P.B. 1967, no. 191).

Geldend van 31-10-1998 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 19de oktober 1998 tot wijziging van de Successiebelastingverordening (P.B. 1908, no. 48), van de Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58) alsmede van de Landsverordening op Stichtingen (P.B. 1967, no. 191).

Artikel I

  • A. Aan artikel 56 van de Successiebelastingverordening 1908 (P.B. 1908, no. 48), wordt, onder wijziging van de punt aan het slot van het ten 5 in een puntkomma, na het ten 5, een drietal onderdelen toegevoegd, luidende:

    • 6e.

      hetgeen wordt verkregen door een binnen de Nederlandse Antillen gevestigde kerkelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instelling;

    • 7e.

      hetgeen wordt verkregen van een in het vorige onderdeel bedoelde instelling voorzover betreft uitkeringen door die rechtspersoon gedaan op grond van haar reglement of stichtingsbrief;

    • 8e.

      hetgeen wordt verkregen van een particulier fonds.

  • B. Aan artikel 61 wordt, onder aanduiding van de huidige tekst als eerste lid, een nieuw tweede lid toegevoegd, luidende:

    • 2.

      In afwijking van het eerste lid wordt bij een verkrijging door een particulier fonds de belasting geheven naar een tarief van 25%.

Artikel II

De Landsverordening op de Winstbelasting 1940 (P.B. 1965, no. 58) wordt gewijzigd als volgt:

Aan artikel 2 wordt, onder wijziging van de punt aan het slot van onderdeel j in een puntkomma, toegevoegd een nieuw onderdeel, luidende:

k.de winst van een stichting die overeenkomstig haar statuten is ingericht als een particulier fonds.

Artikel III

Na artikel 1A van de Landsverordening op Stichtingen (P.B. 1967, no. 191) wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1b

  • 1.

    Een particulier fonds is een overeenkomstig haar statuten als zodanig ingerichte stichting waarvan het doel niet mag inhouden het maken van winst door het uitoefenen van een bedrijf.

  • 2.

    Voor de toepassing van artikel 1, derde lid, gelden als uitkeringen niet de uitkeringen die voortvloeien uit begunstiging door een particulier fonds.

  • 3.

    Een particulier fonds moet als zodanig worden opgericht. Het kan niet ontstaan door de wijziging van de statuten van een stichting, die niet als particulier fonds is opgericht.

Artikel IV

De in artikel III opgenomen wijziging is voor wat betreft artikel 1b, derde lid, niet van toepassing ten aanzien van een stichting die binnen een jaar na de oprichting en binnen drie maanden na de inwerkingtreding van deze landsverordening door wijziging van de statuten wordt omgezet in een particulier fonds en het vermogen voor meer dan 75% is verkregen van een niet-ingezetene van de Nederlandse Antillen.

Artikel V

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van uitgifte van het Publicatieblad waarin de afkondiging is geschied.