MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 31ste januari 1996 houdende toepassing van artikel 9, zevende lid, van de Landsverordening minimumlonen (P.B. 1972, no. 110).

Geldend van 01-02-1996 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING MET ALGEMENE WERKING van de 31ste januari 1996 houdende toepassing van artikel 9, zevende lid, van de Landsverordening minimumlonen (P.B. 1972, no. 110).

Artikel 1

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Landsverordening minimumlonen (P.B. 1972, no. 110), bedraagt voor elke betalingstermijn van:

  • a.

    een maand of een veelvoud van een maand, in het eilandgebied:

    • 1.

      Curaçao: NA 1.000,--

    • 2.

      Bonaire: NA 1.039,29

    • 3.

      Saba: NA 1.000,--

    • 4.

      Sint Eustatius: NA 950,--

    • 5.

      Sint Maarten: NA 1.100,--

onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan;

  • b.

    een week of een veelvoud van een week, in het eilandgebied:

    • 1.

      Curaçao: NA 230,95

    • 2.

      Bonaire: NA 240,02

    • 3.

      Saba: NA 230,95

    • 4.

      Sint Eustatius: NA 219,40

    • 5.

      Sint Maarten: NA 254,04

onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan.

Artikel 2

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, tweede lid, van de Landsverordening minimumlonen, bedraagt voor elke uitbetalingstermijn van:

  • a.

    een maand of een veelvoud van een maand, in het eilandgebied:

    • 1.

      Curaçao: NA 900,--

    • 2.

      Bonaire: NA 927,65

    • 3.

      Saba: NA 800,--

    • 4.

      Sint Eustatius: NA 700,--

    • 5.

      Sint Maarten: NA 1.100,--

onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan;

  • b.

    een week of een veelvoud van een week, in het eilandgebied:

    • 1.

      Curaçao: NA 207,85

    • 2.

      Bonaire: NA 214,24

    • 3.

      Saba: NA 184,76

    • 4.

      Sint Eustatius: NA 161,66

    • 5.

      Sint Maarten: NA 254,04

onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan.

Artikel 3

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Landsverordening minimumlonen, bedraagt voor elke uitbetalingstermijn van:

  • a.

    een maand of een veelvoud van een maand, in het eilandgebied:

    • 1.

      Curaçao: NA 900,--

    • 2.

      Bonaire: NA 927,65

    • 3.

      Saba: NA 800,--

    • 4.

      Sint Eustatius: NA 700,--

    • 5.

      Sint Maarten: NA 1.100,--

onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan;

  • b.

    een week of een veelvoud van een week, in het eilandgebied:

    • 1.

      Curaçao: NA 207,85

    • 2.

      Bonaire: NA 214,24

    • 3.

      Saba: NA 184,76

    • 4.

      Sint Eustatius: NA 161,66

    • 5.

      Sint Maarten: NA 254,04

onderscheidenlijk een gelijk veelvoud hiervan.

Artikel 4

Het minimumloon voor een werknemer als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van de Landsverordening minimumlonen (P.B. 1972, no. 110), bedraagt in het eilandgebied Curaçao NA 420,--, in het eilandgebied Bonaire NA 444,40, in het eilandgebied Sint Maarten NA 500,40, in het eilandgebied Saba NA 550,-- en in het eilandgebied Sint Eustatius NA 522,72 per maand en, indien hij gedurende een week minder dan in totaal 22 uren arbeid voor dezelfde werkgever moet verrichten, respectievelijk NA 3,68, NA 3,89, NA 4,75, NA 4,81 en NA 4,57 per uur.

Artikel 5

Deze beschikking wordt in het Publicatieblad geplaatst.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 februari 1996 en vervalt met ingang van 1 februari 1997.

Artikel 7

De Ministeriële Beschikking Met Algemene Werking van 6 september 1995 (P.B. 1995, no. 142) houdende toepassing van artikel 9, lid 7, van de Landsverordening minimumlonen vervalt met ingang van 1 februari 1996.