Aanschrijving waardering inkomsten in natura (vrij wonen en privé gebruik auto)

Geldend van 01-01-1996 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1996

Intitulé

Aanschrijving waardering inkomsten in natura (vrij wonen en privé gebruik auto)

Eind 1995 is enkele malen gesproken over voorschriften inzake inkomsten in natura. Een en ander is toe tevens gepubliceerd in het Infobulletin. Het is gebleken dat met name onduidelijkheid is blijven bestaan over de bepaling van de inkomsten uit vrij wonen. Teneinde deze onduidelijkheden voor de toekomst te vermijden, heb ik besloten om de brieven aan u (ME: de inspecteur) van 13-11-1995 en 9-1-1996 in te trekken, met dien verstande dat de intrekking van de richtlijnen gegeven in de brief van 16 februari 1988, nr 253, in stand blijft, en daarvoor in de plaats de volgende aanschrijving uit te vaardigen.

Privé gebruik auto

In geval de werkgever aan een werknemer een vervoermiddel ter beschikking stelt waarvoor ter besturing een rijbewijs A of B vereist is, wordt 15% van de nieuwwaarde van dat vervoermiddel tot het loon gerekend. Bij de bepaling van de bijtelling is niet van belang welk deel van de kosten van het vervoermiddel toe te rekenen is aan de voor de werkgever gereden kilometers. Van belang is welk bedrag de werknemer zich bespaart doordat hij een vervoermiddel van deze kwaliteit kan gebruiken zonder daar zelf geld voor te hoeven besteden.

Indien de werknemer ter zake van het gebruik van het vervoermiddel aan de werkgever een vergoeding moet voldoen, dan komt de betaalde vergoeding in mindering op het bedrag van 15% van de nieuwwaarde. Andere vergoedingen of gemaakte onkosten kunnen niet in mindering worden gebracht op de bijtelling.

In geval de werkgever een tweede vervoermiddel als hiervoor bedoeld ter beschikking stelt, zullen alle kosten van dat vervoermiddel tot het loon van de werknemer worden gerekend, indien en voor zover deze kosten ten laste van de werkgever komen.

Stelt de werkgever een ander dan hiervoor bedoeld vervoermiddel voor privé ter beschikking, dan wordt tot het loon gerekend het werkelijk voordeel dat de werknemer geniet door privé gebruik van het vervoermiddel van de werkgever.

Vrij wonen

In geval een woonhuis door de werkgever om niet ter beschikking van de werknemer wordt gesteld, wordt de huurwaarde van dat huis als loon van de werknemer beschouwd. Het maakt hierbij niet uit, of de woning eigendom is van de werkgever, of dat de woning door de werkgever wordt gehuurd. De huurwaarde van een woning welke de werknemer als hoofdverblijf ter beschikking staat wordt voor toepassing van deze regeling gesteld op 4,8% van de waarde in het economische verkeer van de woning (8% van 60%).

Indien de werknemer aantoont dat het bedrag van de besparing aanmerkelijk lager is dan de hiervoor bedoelde huurwaarde, kan de inspecteur jaarlijks bij beschikking de waarde vaststellen op het bedrag van de besparing. De beschikking, die te allen tijde bij nadere beschikking kan worden herroepen, vindt toepassing met betrekking tot loontijdvakken die ten tijde van de beschikking nog niet zijn verstreken. Ingeval in reeds verstreken loontijdvakken van het belastingjaar een hogere waarde bij het loon is gerekend dan het bij beschikking vastgestelde bedrag, dan mag dat bedrag worden verrekend bij de nog niet verstreken loontijdvakken. De belasting over de verstreken loontijdvakken zelf wordt niet herrekend.

Voorbeeld:

Een werkgever stelt aan zijn werknemer een huis ter beschikking met een economische waarde van f 500.000. De huurwaarde van dat huis is 4,8% van f 500.000 is f 24.000. In de maanden januari tot en met april is daarom telkens f 2.000 bij het loon van de werknemer geteld.

In mei overhandigt de werknemer aan de werkgever een beschikking van de Inspecteur, waarin deze de besparingswaarde van de voor de werknemer heeft gesteld op f 1.500 per maand. Er is reeds 4 x f 2.000, dat is f 8.000 bijgeteld. Hiervan mag met de 8 nog resterende maande worden verrekend 4 x f 500 is f 2.000, ofwel per maand f 250.

Voor de resterende maanden van het jaar, mei tot en met december, moet dan nog worden bijgeteld f 1.500 minus f 250 is f 1.250 per maand.

NB

Bij het afgeven van een beschikking kan de Inspecteur er rekening mee houden dat de gemiddelde woonlasten in veel gevallen ten minste 20% van het gezinsinkomen bedragen.

Bij het vaststellen van de besparing door de werknemer moet worden beoordeeld of er wel sprake is van een onder normale omstandigheden tot stand gekomen bruto loon. Dit kan met name een rol spelen bij de directeur groot aandeelhouder, of andere gevallen waarin geen sprake is van geheel van elkaar onafhankelijke partijen.

Indien het huis eigendom is van de werknemer of het huis door de werknemer wordt gehuurd en de werkgever een bijdrage in de woonlasten verstrekt, zal deze bijdrage volledig tot het loon worden gerekend. In dat geval is er sprake van loon in geld.

Kosten dienstbode, elektra en water

In geval de werknemer hiervoor een vergoeding ontvangt dan wel de desbetreffende kosten ten laste komen van de werkgever, zullen de bedoelde vergoeding c.q. de door de werkgever betaalde kosten steeds tot het loon worden gerekend. In het geval van vergoeding is er sprake van loon in geld. In het geval de werkgever de kosten voor zijn rekening neemt is er sprake van loon in natura.

Het bovenstaande geldt met ingang van 1 januari 1996