Aanschrijving PC-privé actie

Geldend van 01-01-1999 t/m heden

Intitulé

Aanschrijving PC-privé actie

PC-privé actie

Naar aanleiding van een verzoek dat werd gedaan inzake een zogenaamde pc-privé actie, waarbij de werkgever een vergoeding verstrekt aan de werknemer dan wel deze in de gelegenheid stelt om vakantiedagen in te ruilen te behoeve van de aankoop van computerapparatuur, heb ik het volgende goedgekeurd.

Indien een werknemer een computer of bijbehorende apparatuur aanschaft teneinde deze in meer dan beperkte mate te gebruiken voor de dienstbetrekking, heeft deze werknemer recht op aftrek van kosten, waarbij uiteraard rekening zal moeten worden gehouden met een deel privé. Als nu de werkgever in dat geval een vergoeding verstrekt aan zijn werknemer ten behoeve van de aankoop van een computer, kan deze vergoeding onbelast blijven voor de loonbelasting.

Als de werknemer vakantiedagen inruilt voor een tegemoetkoming in de aanschaf van de computerapparatuur, dan behoeft de waarde van de ingeruilde vakantiedagen, tot een maximum van drie dagen, niet tot het loon te worden gerekend. Het totaal onbelast bedrag aan vergoeding en waarde van ingeruilde vakantiedagen bedraagt ten hoogste 50% van de computeraanschaf met een maximum van fl. 2.500.

Samengevat geldt het volgende:

Als de werknemer tegenover de werkgever een verklaring aflegt dat de computer in meer dan beperkte mate zakelijk wordt gebruikt, behoeft niet tot het loon te worden gerekend:

  • 1.

    Een bedrag aan onkostenvergoeding ten behoeve van de aanschaf van de computerapparatuur;

  • 2.

    Een onbelaste bijdrage gelijk aan de waarde waarmee de aanspraak op vakantiedagen van de werknemer wordt verlaagd, tot ten hoogste de waarde van 3 vakantiedagen;

Het maximum van de onbelaste vergoedingen als bedoeld onder 1 en 2 tezamen is 50% van de aanschafprijs van de computerapparatuur van de werknemer, maar ten hoogste fl. 2.500.

De bovenstaande regeling kan voorts slechts éénmaal per vijf jaar door de werkgever ten behoeve van een werknemer worden toegepast. Is een deel van de vrijstelling gebruikt, dan mag binnen vijf jaar slechts het resterende deel van de vrijstelling worden benut. Deze regeling kan worden toegepast met ingang van het jaar 1999.