LANDSVERORDENING van de 20ste december 2006 tot wijziging van de Landsverordening Algemene Ouderdomsverzekering (P.B. 1960, no. 83) en de Landsverordening Algemene Weduwen- en wezenverzekering (P.B. 1965, no. 194)

1. In de gevallen dat naast het algemene ouderdomspensioen tevens uit of in verband met dienstbetrekking aanspraak op ouderdomspensioen is of wordt verkregen en bij de berekening van het laatstbedoelde ouderdomspensioen rekening wordt gehouden met de hoogte van het bedrag van het algemene ouderdomspensioen, blijft de bij deze landsverordening doorgevoerde verhoging van het bedrag van het algemene ouderdomspensioen buiten beschouwing bij de berekening van het ouderdomspensioen uit of in verband met een dienstbetrekking.

2. Het eerste lid blijft buiten toepassing in de gevallen dat degenen die uit of in verband met dienstbetrekking aanspraak op ouderdomspensioen hebben verkregen of verkrijgen, voor die verkrijging een bedrag verschuldigd zijn, mits dat bedrag evenredig wordt verlaagd in verband met de bij deze landsverordening doorgevoerde verhoging van het algemene ouderdomspensioen.

1. Deze landsverordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2007.

2. In afwijking van het eerste lid treden artikel I, onderdeel C, artikel II, onderdeel C, en artikel IV in werking met ingang van 1 januari 2008.