Regeling vervallen per 30-10-2015

Verordening vertrouwenscommissie

Geldend van 02-02-2010 t/m 29-10-2015

Intitulé

Verordening vertrouwenscommissie

raadsbesluit

Bijlage van gemeenteblad 2010, no. 17.

De raad van de gemeente Horst aan de Maas;

gezien het voorstel van het presidium van 19 januari 2010, gemeenteblad 2010, no. 17;

Gelet op het bepaalde in artikel 61 lid 3 Gemeentewet,

Gelet op de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 4 november 2005, kenmerk Bk2005/278431 inzake de ´Procedureregels bij burgemeesterbenoemingen´, hierna te noemen ´de procedureregels´.

b e s l u i t :

  • 1.

    een vertrouwenscommissie (hierna ook genoemd commissie) als bedoeld in artikel IV, lid 1 van de procedureregels in te stellen;

  • 2.

    de navolgende verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de vertrouwenscommissie, alsmede de geheimhouding vast te stellen;

  • 3.

    de commissaris van de Koningin in de provincie Limburg (hierna commissaris) van de besluiten onder 1 en 2 in kennis te stellen door toezending ervan.

Samenstelling vertrouwenscommissie

Artikel 1

  • 1. De vertrouwenscommissie bestaat uit de fractievoorzitters en de plaatsvervangende voorzitter van de gemeenteraad.

  • 2. Plaatsvervangende leden worden niet benoemd.

  • 3. De plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad is voorzitter van de vertrouwenscommissie. Hij heeft geen stemrecht (zie artikel 6)

  • 4. De (eerste) loco-burgemeester , treedt namens burgemeester en wethouders op als adviseur van de vertrouwenscommissie. Hij heeft geen stemrecht (zie artikel 6).

Artikel 2

De vertrouwenscommissie wordt ambtelijk bijgestaan door de griffier. De griffier fungeert als secretaris van de vertrouwenscommissie.

Werkwijze vertrouwenscommissie

Artikel 3

De vertrouwenscommissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

Artikel 4

  • 1. De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2. Alle stukken voor de commissie worden aan zijn adres gericht en vervolgens door hem ter bewaring aan de griffier overhandigd. De griffier bewaart de stukken in een afgesloten ruimte, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

  • 3. Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de griffier persoonlijk verzonden, zonder tussenkomst van derden. De stukken worden door de griffier in een afgesloten ruimte bewaard, totdat de uiteindelijke archivering plaatsvindt.

Artikel 5

De voorzitter nodigt de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie.

Artikel 6

Bij stemmingen in de vertrouwenscommissie hebben de stemgerechtigde leden ieder zoveel stemmen als het aantal zetels, dat hun fractie in de gemeenteraad inneemt (zie artikel 1).

Taak vertrouwenscommissie

Artikel 7

  • 1. De vertrouwenscommissie heeft tot taak een door de commissaris aan te reiken selectie van kandidaten te beoordelen.

  • 2. De vertrouwenscommissie voert daartoe gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten.

  • 3. Indien de vertrouwenscommissie gesprekken wenst te voeren met eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd, doet zij daarvan onverwijld mededeling aan de commissaris.

  • 4. Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk, met vermelding van de redenen, van de beslissing op de hoogte gesteld.

  • 5. De gesprekken met en de oordeelsvorming over de sollicitanten vinden plaats in aanwezigheid van en door die raadsleden die lid zijn van de vertrouwenscommissie.

Artikel 8

  • 1. Nadat de vertrouwenscommissie haar standpunt over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten heeft bepaald, brengt zij schriftelijk en gemotiveerd verslag uit aan de raad en de commissaris.

  • 2. De commissie brengt haar in artikel 8 lid 1 bedoeld verslag uit op basis van de door de commissaris verstrekte informatie over de kandidaten en op basis van de informatie ontleend aan het gesprek met de door haar ontvangen kandidaten, zulks na afweging van een en ander.

  • 3. De commissie doet het verslag aan de raad vergezeld gaan van een concept-aanbeveling van tenminste twee kandidaten, die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen. De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven, die tot haar oordeel hebben geleid.

Artikel 9

  • 1.

    Het verslag aan de raad en de commissaris, bedoeld in artikel 8 lid 1 en de concept-aanbeveling aan de raad, bedoeld in artikel 8 lid 3, worden bij meerderheid van stemmen vastgesteld.

  • 2.

    In het verslag aan de raad en de commissaris kunnen leden van de vertrouwenscommissie van minderheidsstandpunten blijk geven.

  • 3.

    Bij staking van stemmen over het uit te brengen verslag aan de raad en de commissaris, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering.

  • 4.

    Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden in het verslag de verschillende meningen binnen de vertrouwenscommissie ter kennis van de raad en de commissaris gebracht.

  • 5.

    De vertrouwenscommissie kan de commissaris vragen in de gelegenheid te worden gesteld de op schrift gestelde opvattingen mondeling toe te lichten.

Geheimhoudingsplicht

Artikel 10

  • 1.

    De leden van de vertrouwenscommissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent hetgeen direct of indirect aan hen als lid van de commissie ter kennis is gekomen.

  • 2.

    De geheimhoudingsplicht van de vertrouwenscommissie geldt ook ten opzichte van raadsleden, die geen lid van de commissie zijn of lid van de commissie zijn geweest en tegenover collegeleden.

  • 3.

    Deze geheimhouding geldt zowel tijdens het bestaan van de commissie als na ontbinding van de commissie.

  • 4.

    De leden 1 tot en met 3 van dit artikel zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de voorzitter (artikel 1 lid 3), de adviseur (artikel 1 lid 4) en de griffier, die op grond van artikel 2 de vertrouwenscommissie ambtelijke bijstand verleent.

  • 5.

    De geheimhouding brengt onder meer met zich mee, dat, anders dan door tussenkomst van de commissaris, geen inlichtingen –schriftelijk of mondeling- kunnen worden ingewonnen over de sollicitanten en dat overleg met derden is uitgesloten.

  • 6.

    De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de privacybelangen van de sollicitant verder worden beschermd, bijvoorbeeld bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken en bij het voeren van de correspondentie.

Overige bepalingen

Artikel 11

  • 1. De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur bekend is gemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2. De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat op het in het eerste lid bedoelde tijdstip alle archiefbescheiden, die de commissie zelf heeft opgemaakt, op last van burgemeester en wethouders onverwijld in verzegelde envelop en gerubriceerd als ´geheim´ worden overgebracht naar de krachtens de wet door de raad aangewezen archiefbewaarplaats. Zij dragen er eveneens zorg voor, dat uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1, sub a en c van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4. Originele bescheiden, die de commissie van derden heeft ontvangen, worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden.

  • 5. Alle overige bescheiden van de commissie en alle kopieën van de in dit artikel bedoelde bescheiden worden onmiddellijk vernietigd.

Artikel 12

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 februari 2010.

De raad voornoemd,

De plv. voorzitter, De griffier,

Ing. J.A.M. de Hoon, mr. R.J.M. Poels,