LANDSVERORDENING van de 4de Februari 1949 tot regeling van de positie en bezoldiging, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de Griffier van de Staten, alsmede het pensioen van diens nagelaten betrekkingen

Geldend van 01-01-1998 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 4de Februari 1949 tot regeling van de positie en bezoldiging, de aanspraak op vakantie, vakantieuitkering, tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij overlijden en het pensioen van de Griffier van de Staten, alsmede het pensioen van diens nagelaten betrekkingen

Artikel 1

  • 1. Om tot Griffier der Staten te worden benoemd, moet men Nederlander zijn en aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen zoals geregeld in de Landsverordening Universiteit van de Nederlandse Antillen (P.B. 1985, no. 43) of aan de Universiteit van Aruba zoals geregeld in de Landsverordening Universiteit van Aruba (A.B. 1988, no. 100) of aan een Nederlandse universiteit in de zin van de Wet op het Weten-schappelijk Onderwijs (Stb. 1985, 562) of aan de Open Universiteit zoals geregeld in de Wet op de Open Universiteit (Stb. 1984, 573) hebben verkregen, hetzij de graad van doctor in de rechtsgeleerdheid, hetzij de hoedanigheid van meester in de rechten, mits deze graad of deze hoedanigheid verkregen is op grond van het afleggen van een examen in het burgerlijk en handelsrecht, strafrecht en staatsrecht van de Nederlandse Antillen of van Aruba of van Nederland, alsmede in een van de volgende vakken: het administratiefrecht of belastingrecht van de Nederlandse Antillen of van Aruba of van Nederland.

  • 2. De Griffier der Staten moet bij zijn benoeming tevens de volle ouderdom van dertig jaren hebben bereikt.

  • 3. Van de in het tweede lid bedoelde leeftijdsgrens kan in bijzondere gevallen worden afgeweken.

Artikel 2

  • 1.

    Bij het aanvaarden van zijn ambt legt de Griffier in handen van de Voorzitter der Staten de volgende eed (belofte) af:

"Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning en gehoorzaamheid aan de wettelijke regelingen;

dat ik mijn ambt eerlijk, nauwgezet en onpartijdig zal vervullen.

Zo waarlijk helpe mij God almachtig! (Dat beloof ik!)".

  • 2.

    Alvorens tot die eed of belofte te worden toegelaten, legt hij de volgende eed (verklaring en belofte) van zuivering af:

"Ik zweer (verklaar), dat ik middellijk noch onmiddellijk, onder welke naam of voorwendsel ook, tot het verkrijgen mijner aanstelling, aan iemand, wie hij ook zij, iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven.

Ik zweer (beloof), dat ik, om iets hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten, van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken zal aannemen, middellijk of onmiddellijk."

"Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)".

Artikel 3

De positie van de Griffier staat gelijk met die van de landsdienaren, die krachtens de bezoldigingsregeling een gelijke of bij gebreke daarvan de naasthogere bezoldiging genieten.

Artikel 4

  • 1. De Griffier geniet een jaarlijkse bezoldiging van NAF. 84.420,.

  • 2. Het bedrag van de bezoldiging wordt verhoogd met het percentage waarmede de voor de hoogste bezoldigingstrede van schaal 17 van het Bezoldigingslandsbesluit 1998 (P.B. 1997, no. 314) vastgestelde bezoldiging na de dag waarop het genoemde besluit in werking treedt in verband met de stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie wordt aangepast.

Artikel 5

De Griffier geniet een toelage voor representatie, gelijk aan zes percent van zijn bezoldiging.

Artikel 6

  • 1. Alle wettelijke regelingen, welke voor ambtenaren in dienst van de Nederlandse Antillen gelden en betrekking hebben op de in artikel 57, tweede lid van de Staatsregeling genoemde onderwerpen, alsmede de voor deze ambtenaren geldende regelingen van de vakantieuitkering, de tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging, de uitkering bij hun overlijden, en het pensioen van hun nagelaten betrekkingen, zijn, voor zover hierin niet bij deze landsverordening is voorzien, op de Griffier van toepassing.

  • 2. De Griffier kan, op voordracht van de Staten worden opgenomen in regelingen, welke geen wettelijke regelingen zijn als in het voorgaande lid bedoeld en niet algemeen voor de landsdienaren gelden.

Artikel 7

De uitvoering van alle op de Griffier toepasselijke regelingen geschiedt, voorzover betreft deze toepassing, in overleg met de Staten.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging en werkt terug tot en met de 8ste Juni 1948.