LANDSVERORDENING van de 1ste februari 1972 tot wijziging van de Landsverordening van de 4de februari 1949 (P.B. 1949, no. 15) tot regeling van de positie en bezoldiging, alsmede van de aanspraken op verlof en verlofsbezoldiging, wachtgeld en pensioen van de Griffier van de Staten

Geldend van 25-02-1972 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-1971

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 1ste februari 1972 tot wijziging van de Landsverordening van de 4de februari 1949 (P.B. 1949, no. 15) tot regeling van de positie en bezoldiging, alsmede van de aanspraken op verlof en verlofsbezoldiging, wachtgeld en pensioen van de Griffier van de Staten

Artikel 1

De Landsverordening van de 4de februari 1949 (P.B. 1949, no. 15) tot regeling van de positie en bezoldiging, alsmede van de aanspraken op verlof en verlofsbezoldiging, wachtgeld en pensioen van de Griffier van de Staten, zoals gewijzigd, wordt nader gewijzigd als volgt:

Artikel 4 wordt gelezen:

De Griffier geniet een jaarlijkse bezoldiging van f 26.400,-- indien gehuwd en van f 21.120,- indien ongehuwd. De pensioengrondslag bedraagt f 12.000,--”

Artikel 2

Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van harer afkondiging en werkt terug tot en met 1 juli 1971.