LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 14de april 2005, ter uitvoering van de artikelen 16 en 17 van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid, regelende de organisatie en taakstelling van het Bureau Procesmanagement Onderwijsvernieuwing van het Ministerie van Onderwijs en Cultuur

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, van de 14de april 2005, ter uitvoering van de artikelen 16 en 17 van de Landsverordening Organisatie Landsoverheid, regelende de organisatie en taakstelling van het Bureau Procesmanagement Onderwijsvernieuwing van het Ministerie van Onderwijs en Cultuur

Artikel 1

De organisatie van het Bureau Procesmanagement Onderwijsvernieuwing, hierna te noemen Bureau, is als volgt:

  • 1.

    Aan het hoofd van het Bureau staat een Hoofd.

  • 2.

    Het maximum aantal formatieplaatsen van het Bureau is: 15

Artikel 2

De taken van het Bureau zijn de volgende:

  • a.

    Het zowel inhoudelijk als beheersmatig uitvoering geven aan onderwijsvernieuwingsprogramma’s en het in het kader daarvan uitwerken van deelprogramma’s;

  • b.

    Het stimuleren, het regiseren, het monitoren en het beheersen van het invoeringsproces van de onderwijsvernieuwing;

  • c.

    Het zorgdragen voor adequate communicatie en voorlichting over onderwijsvernieuwingsprogramma’s tussen het Land en de Eilandgebieden;

  • d.

    Het aansturen en begeleiden van de eilandelijke programma-organisaties op basis van overeengekomen onderwijsvernieuwingsprogramma’s tussen het Land en de Eilandgebieden;

  • e.

    Het adviseren van de Landsregering over de toewijzing van de middelen op basis van de voortgangsreportages en prognoses van de Eilandelijke programma-organisaties;

  • f.

    Het leveren van de vereiste op centraal niveau geconsolideerde voortgangsrapportage (geïntegreerd inhoudelijk en financieel);

  • g.

    Het voeren van de centrale onderwijsvernieuwingsadministratie.

Artikel 3

  • 1. Het Bureau bestaat uit drie afdelingen:.

    • a.

      De afdeling administratie onderwijsvernieuwing;

    • b.

      De afdeling taskmanagement;

    • c.

      Het managementsecretariaat.

  • 2. Aan het hoofd van een afdeling staat een afdelingshoofd. Het Hoofd, bedoeld in artikel 1, is tevens hoofd van het managementsecretariaat.

  • 3. Bij ministeriële beschikking met algemene werking worden de precieze taken, de organisatiestructuur en het maximum aantal formatieplaatsen per afdeling vastgelegd, met inachtneming van het in de artikelen 1 en 2 en overigens bij of krachtens de Landsverordening organisatie Landsoverheid bepaalde.

Artikel 4

Het Hoofd, bedoeld in artikel 1, heeft zitting in het ministeriële overleg, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Landsbesluit Organisatie Ministerie van Onderwijs en Cultuur (P.B. 2002, no. 9).

Artikel 5

Het Bureau kan op een daartoe strekkend verzoek van het Hoofd voor de afhandeling van de financiële, ICT-, personele, faciliterende, documentaire, materiële en andere ondersteunende taken gebruik maken van het Ondersteuningsbureau van het Ministerie van Onderwijs en Cultuur.

Artikel 6

  • 1. Het Hoofd wordt benoemd, bevorderd, geschorst en ontslagen door de Gouverneur, op voordracht van de Minister van Onderwijs en Cultuur.

  • 2. Het overige personeel wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de Gouverneur, op voordracht van het Hoofd.

  • 3. Het Hoofd kan binnen door de Minister van Onderwijs en Cultuur en relevante gestelde grenzen aan deze bij of krachtens de Landsverordening Materieel Ambtenarenrecht en andere daarmee samenhangende rechtspositionele regelingen toekomende bevoegdheden uit uitoefenen.

  • 4. Het Hoofd kan binnen de door de Regering en relevante regelgeving gestelde grenzen, zoals de Staatsregeling, de Landsverordening Organisatie Landsoverheid en de Comptabiliteitslandsverordening, overeenkomsten met derden aangaan.

Artikel 7

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als Landsbesluit Organisatie en Taakstelling Bureau Procesmanagement Onderwijsvernieuwing van het Ministerie van Onderwijs en Cultuur.

Artikel 8

Dit landsbesluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Publicatieblad waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 maart 2002.