LANDSVERORDENING van de 12de mei 2000 tot wijziging van de Landsverordening voortgezet onderwijs (P.B. 1979, no. 29)

1. Op verzoek van het bevoegd gezag kan de minister ten behoeve van één of meer onder het betrokken bevoegd gezag ressorterende scholen voor een periode van twee jaren ontheffing verlenen van de bij of krachtens artikel 11, tweede lid, van de Landsverordening voortgezet onderwijs (P.B. 1979, no. 29), zoals die luidt na het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening, gestelde regels.

2. De ontheffing, bedoeld in het eerste lid, wordt slechts verleend ten behoeve van onderwijs in de basisvorming waarmee op 1 augustus 1998 of op 1 augustus 1999 of op 1 augustus 2000 een aanvang wordt gemaakt.

3. De beschikking tot het verlenen van de ontheffing, bedoeld in het eerste lid, regelt tevens de gevolgen daarvan voor de toepassing van de bij of krachtens artikel 11, vijfde lid, artikel 13, tweede lid, artikel 21, tweede lid, onderdeel c, en derde lid, onderdeel d, van de Landsverordening voortgezet onderwijs, zoals die luidt na het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening, gestelde regels.

1. Na de inwerkingtreding van deze landsverordening berust het Landsbesluit opleiding onderwijzers 1985 (P.B. 1985, no. 136) op de artikelen 21, vijfde lid, en 29 van de Landsverordening voortgezet onderwijs.

2. Na de inwerkingtreding van deze landsverordening berust het Landsbesluit beroepsvoorbereidend onderwijs (P.B. 1995, no. 106) op de artikelen 11, derde en vierde lid, 21, eerste en derde lid, 29 en 32, derde en vijfde lid, van de Landsverordening voortgezet onderwijs.

3. Na de inwerkingtreding van deze landsverordening berust het Landsbesluit dagscholen v.w.o., h.a.v.o., m.a.v.o. (P.B. 1985, no. 155) op de artikelen 11, derde en vierde lid, 16, derde lid, 21, eerste en tweede lid, en 29 van de Landsverordening voortgezet onderwijs.

4. Na de inwerkingtreding van deze landsverordening berust het Landsbesluit middelbaar technisch onderwijs (P.B. 1985, no. 52) op de artikelen 21, vierde lid, en 29 van de Landsverordening voortgezet onderwijs.