Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR143136
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR143136/1
LANDSBESLUIT regelende de instelling van de Nationale UNESCO Commissie Sint Maarten
Geldend van 10-10-2010 t/m 04-08-2017
Intitulé
LANDSBESLUIT regelende de instelling van de Nationale UNESCO CommissieArtikel 1
In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport;
- b.
commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2;
- c.
UNESCO: United Nations Educational, Scientific and Cultural Organisation, zoals opgericht bij het op 16 november 1945 te London tot stand gekomen Statuut (Trb. 1960, 131);
- d.
UNESCO-functionaris: degene die belast is met alle UNESCO aangelegenheden.
Artikel 2
Er is een Nationale UNESCO Commissie van Sint Maarten. Deze commissie is het contactorgaan tussen de UNESCO en het volk van Sint Maarten.
Artikel 3
-
1. De commissie is belast met de volgende taken:
- a.
zij bevordert de deelname van daarvoor in aanmerking komende instellingen en personen in Sint Maarten aan de voorbereiding en evaluatie van programma's en projecten van de UNESCO.
De commissie onderhoudt daartoe voortdurend contact met de UNESCO en met de betrokken Sint Maartense instellingen en personen.
Zij brengt het algemeen beleid van Sint Maarten ten opzichte van de UNESCO ter kennis van instellingen en personen en verleent, waar mogelijk, aan deze instellingen en personen praktische steun;
- b.
zij neemt kennis van de wensen die in Sint Maarten leven met betrekking tot de activiteiten van de UNESCO. Binnen de grenzen van het door de regering vastgestelde beleid, bevordert zij de harmonisatie van deze wensen. Zij onderzoekt welke gebieden uit het totale patroon van activiteiten van de UNESCO voor de Sint Maartense samenleving van belang zijn en op welke gebieden Sint Maarten een bijzondere bijdrage zou kunnen leveren. Zij doet in dat verband suggesties aan daarvoor in aanmerking komende instellingen en personen;
- c.
zij dient de regering desgevraagd of uit eigen beweging van advies in vraagstukken de UNESCO betreffende en, meer in het bijzonder, brengt zij bij de minister tot uitdrukking hetgeen naar haar mening een grotere betrokkenheid van Sint Maarten bij het werk van de UNESCO kan bevorderen;
- d.
zij verstrekt voorlichting over de doelstellingen, het programma en de werkzaamheden van de UNESCO en stimuleert in algemene zin de belangstelling in Sint Maarten voor het werk van de UNESCO en de daaraan ten grondslag liggende gedachten.
- a.
-
2. De minister kan de commissie bepaalde uitvoerende taken opdragen als bedoeld in artikel I, derde lid, van het Handvest van Nationale UNESCO Commissies, goedgekeurd door de Algemene Conferentie van de UNESCO tijdens haar twintigste zitting op 27 november 1978 bij resolutie 7/42.
Artikel 4
-
1. Leden van de commissie zijn:
- a.
de minister als haar voorzitter;
- b.
het Hoofd van de afdeling Onderwijs of zijn plaatsvervanger als haar ondervoorzitter;
- c.
het Hoofd van de afdeling Buitenlandse betrekkingen of zijn plaatsvervanger;
- d.
[vervallen]
- e.
[vervallen]
- f.
[vervallen]
- g.
[vervallen]
- h.
een UNESCO-functionaris te benoemen bij landsbesluit.
- a.
-
2. De UNESCO-functionaris wordt benoemd voor een tijdvak van vier jaren en kan na ommekomst van die termijn terstond worden herbenoemd.
-
3. De commissie kan deskundigen uitnodigen aan de gedachtenwisseling binnen de commissie over specifieke onderwerpen deel te nemen.
Artikel 5
-
1. De minister kan ter ondersteuning van de werkzaamheden van de UNESCO-functionaris, bedoeld in artikel 4, eerste lid, één of meer van de volgende werkgroepen dan wel een combinatie daarvan instellen:
- a.
een werkgroep Onderwijs;
- b.
een werkgroep Cultuur;
- c.
een werkgroep Wetenschap en Technologie;
- d.
een werkgroep Communicatie en Informatie.
- a.
-
2. De UNESCO-functionaris is gehouden de instructies te volgen van de minister.
Artikel 6
-
1. De leden van de werkgroepen worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen op aanbeveling van de UNESCO-functionaris, bedoeld in artikel 4.
-
2. De werkgroepen wijzen elk uit hun midden een voorzitter en een secretaris aan.
-
3. In een werkgroep Onderwijs dienen zo mogelijk vertegenwoordigers van het onderwijsveld te worden opgenomen.
-
4. Het bepaalde in artikel 4, derde lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van een werkgroep.
Artikel 7
-
1. Aan de commissie wordt een secretariaat toegevoegd, dat geleid wordt door de secretaris. Deze heeft zitting in de commissie met raadgevende stem.
-
2. De secretaris wordt na overleg met de commissie bij landsbesluit benoemd voor de periode dat de commissie werkzaam zal zijn.
Artikel 8
De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juni aan de minister een verslag van haar werkzaamheden in het voorafgaande kalenderjaar uit. De commissie is bevoegd dat verslag openbaar te maken.
Artikel 9
De commissie legt jaarlijks vóór 1 april een begroting van inkomsten en uitgaven ter goedkeuring voor aan de minister.
Artikel 10
-
1. De commissie stelt een reglement van orde vast, waarin in ieder geval de werkwijze en de besluitingvormingsprocedures van de commissie worden geregeld.
-
2. In alle gevallen waarin dit landsbesluit en het reglement van orde niet voorzien, beslist de commissie.
Artikel 11
Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van dit landsbesluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 12
-
1. De leden van de commissie genieten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie een presentiegeld van NAf 30,- per bijgewoonde vergadering.
-
2. Meer vergaderingen op dezelfde dag gehouden, worden voor de toepassing van het eerste lid tezamen als één vergadering aangemerkt.
-
3. Vergaderingen die zonder wezenlijke onderbreking na 24 uren worden voortgezet, worden geacht te behoren tot de dag, waarop zij zijn aangevangen.
-
4. De uit de vergaderingen, bedoeld in het eerste lid, voortvloeiende kosten worden verantwoord ten laste van het betrekkelijke artikel van de landsbegrotingen van elk dienstjaar.
Artikel 13
-
1. De leden van de commissie, het secretariaat, de werkgroepen en de door de commissie of de werkgroepen uitgenodigde deskundigen worden vergund zo nodig reis- en verblijfkosten te declareren, zoals bepaald voor ambtenaren in dienst van Sint Maarten.
-
2. Voor de toepassing van de regeling, bedoeld in het eerste lid, worden de betrokkenen gerangschikt in de eerste klasse.
-
3. De bepalingen van het Landsbesluit verzekering vliegrisico's zijn van overeenkomstige toepassing op de leden van de commissie, het secretariaat, de werkgroepen en de door de commissie of de werkgroepen uitgenodigde deskundigen.
Artikel 14
[vervallen]
Artikel 15
[regelt de inwerkingtreding]
Artikel 16
Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit Nationale UNESCO Commissie Sint Maarten.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl