MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van de artikelen 74 en 75 van de Dienstplichtverordening houdende vaststelling van voorwaarden, waaronder van overheidswege huisvesting wordt verleend en voeding wordt verstrekt aan dienstplichtigen van Sint Maarten

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van de artikelen 74 en 75 van de Dienstplichtverordening houdende vaststelling van voorwaarden, waaronder van overheidswege huisvesting wordt verleend en voeding wordt verstrekt aan dienstplichtigen van Sint Maarten

Artikel 1

Aan dienstplichtigen van Sint Maarten wordt van overheidswege huisvesting verleend overeenkomstig de voorschriften, die zijn gesteld in de Regeling huisvesting militairen zeemacht, opgenomen in de Bekendmaking zeemacht nr. 1159a (Beschikking van de staatssecretaris van defensie van 27 mei 1986, nr. P 3479/2903), met dien verstande dat, voor de toepassing van die regeling op grond van dit artikel, moet worden verstaan onder:

  • a.

    minister: de Minister van Algemene Zaken;

  • b.

    militair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Dienstplichtverordening, die in werkelijke dienst is;

  • c.

    beroepsmilitair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder e, van de Dienstplichtverordening, die in werkelijke dienst is (de vrijwillig nadienende dienstplichtige);

  • d.

    dienstplichtige militair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid onder d, van de Dienstplichtverordening, die voor eerste oefening of herhalingsoefening in werkelijke dienst is;

  • e.

    van rijkswege: door de zorg van de overheid.

Artikel 2

Naar de regels, gesteld in de voorschriften, in deze regeling opgenomen onder artikel 3, wordt op de bezoldiging van:

  • a.

    de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder e, van de Dienstplichtverordening, die in werkelijke dienst is, indien en voor zolang hij verkeert in een omstandigheid, waarin hij naar het oordeel van de minister door de zorg van de overheid is gehuisvest,

  • b.

    de ongehuwde dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder d, van de Dienstplichtverordening, die voor eerste oefening in werkelijke dienst is,

    een inhouding toegepast van 7%, doch van tenminste NAf 80,- per maand en van ten hoogste NAf 161,- per maand.

Artikel 3

Ten aanzien van de inhouding op de bezoldiging van de dienstplichtigen als bedoeld in artikel 2 is de beschikking van de Staatssecretaris van Defensie van 4 juni 1986, Afdeling Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel, nr. PP 86/001/2448, van overeenkomstige toepassing, met dien verstande, dat:

  • a.

    voor de militair als bedoeld in paragraaf 20/30 van artikel 1 van die beschikking moet worden gelezen de dienstplichtige als bedoeld in artikel 2, onder a;

  • b.

    voor de militair als bedoeld in paragraaf 40 van artikel 1 van die beschikking moet worden gelezen de dienstplichtige als bedoeld in artikel 2, onder b;

  • c.

    onder "van rijkswege" moet worden verstaan "door de zorg van de overheid";

  • d.

    onder "Minister" moet worden verstaan "de Minister van Algemene Zaken".

Artikel 4

Aan dienstplichtigen van Sint Maarten wordt van overheidswege voeding verstrekt overeenkomstig de voorschriften, die zijn gesteld in de Regeling verstrekking van voeding zeemacht (beschikking van de Staatssecretaris van Defensie van 4 juni 1986, Afdeling Arbeidsvoorwaarden Militair Personeel, nr. PP 86/001/2449), met dien verstande dat, voor de toepassing van die regeling op grond van dit artikel, moet worden verstaan onder:

  • a.

    minister: de Minister van Algemene Zaken;

  • b.

    militair: de dienstplichtige als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onder d, van de Dienstplichtverordening, die werkelijke dienst is;

  • c.

    van rijkswege: door de zorg van de overheid.

Artikel 5

[regelt de inwerkingtreding]