Regeling vervallen per 31-07-2019

LANDSVERORDENING houdende regeling van het assurantiebemiddelingsbedrijf

Geldend van 10-10-2010 t/m 29-05-2015

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regeling van het assurantiebemiddelingsbedrijf

HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      asssurantiebemiddelaar: ieder die, anders dan uit hoofde van een arbeidsovereenkomst, bemiddeling verleent bij het sluiten van een verzekering;

    • b.

      sub–agent: ieder die namens en voor rekening van een assurantiebemiddelaar zijn bemiddeling verleent bij het sluiten van een verzekering;

    • c.

      verzekeraar: ieder die op grond van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf voor eigen rekening het verzekeringsbedrijf uitoefent;

    • d.

      gevolmachtigd agent: ieder die als gevolmachtigde vertegenwoordiger van een verzekeraar voor diens rekening het verzekeringsbedrijf uitoefent;

    • e.

      Bank: Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten;

    • f.

      minister: Minister van Financiën.

  • 2. De bij of krachtens deze landsverordening uitgevaardigde voorschriften, die van toepassing zijn op een verzekeraar, zijn eveneens van toepassing op de gevolmachtigde agent.

Artikel 2

  • 1. Het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde is, tenzij daaruit anders voortvloeit, van toepassing op alle assurantiebemiddelingsactiviteiten in Sint Maarten.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden bepaald dat, en zo nodig onder welke voorwaarden, deze landsverordening geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is op de bemiddeling van bij dat landsbesluit aan te wijzen vormen van verzekering.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen categorieën van assurantiebemiddelaars worden aangewezen, waarop deze landsverordening geheel of gedeeltelijk niet van toepassing is. Deze aanwijzing kan onder voorwaarden geschieden.

Artikel 3

  • 1. Het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde is, in zoverre voldaan wordt aan de in het tweede lid bedoelde voorwaarden, niet van toepassing op de assurantiebemiddelaar die tijdelijk in Sint Maarten verblijft om aldaar te bemiddelen ter zake van een verzekering die:

    • a.

      een verzekeraar vanuit een vestiging buiten Sint Maarten sluit met een verzekeringnemer die rechtspersoon is of handelt in de uitoefening van een bedrijf of beroep;

    • b.

      een verzekeraar vanuit een vestiging in Sint Maarten sluit met een verzekeringnemer die in het buitenland woonachtig of gevestigd is.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde voorwaarden houden in dat:

    • a.

      de assurantiebemiddelaar in het buitenland is geregistreerd op een wijze die vergelijkbaar is met de in deze landsverordening geregelde registratie;

    • b.

      ingeval het bepaalde in het eerste lid, onderdeel a, het naar de aard en de waarde van het te verzekeren belang, niet binnen Sint Maarten verzekerbare risico’s betreft. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld ten aanzien van de aard en de waarde van het te verzekeren belang;

    • c.

      de betrokken assurantiebemiddelaar jaarlijks binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar aan de Bank een bewijs overlegt van de registratie in zijn land van domicilie alsmede van de door zijn bemiddeling in het afgelopen kalenderjaar tot stand gekomen overeenkomsten van verzekering middels een door de Bank vast te stellen modelformulier.

HOOFDSTUK II Toegang tot het assurantiebemiddelingsbedrijf

Artikel 4

  • 1. Het is verboden als assurantiebemiddelaar op te treden zonder te zijn ingeschreven in het register van assurantiebemiddelaars dat door de Bank wordt gehouden.

  • 2. Ten aanzien van het register gelden de volgende bepalingen:

    • a.

      het register wordt onderverdeeld in de Afdeling "Leven" en de Afdeling "Schade". Een assurantiebemiddelaar kan in beide afdelingen worden ingeschreven;

    • b.

      in het register wordt aangetekend of het een afhankelijke dan wel een onafhankelijke assurantiebemiddelaar betreft.

  • 3. Binnen 60 dagen na afloop van elk kalenderjaar maakt de Bank de namen bekend van de assurantiebemiddelaars die op 31 december van dat kalenderjaar in het register waren ingeschreven alsmede hun status ingevolge artikel 4, tweede lid, onderdeel b. Tussentijds kan de Bank wijzigingen bekend maken.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden bepaald welke aanvullende gegevens tevens dienen te worden bekend gemaakt.

Artikel 5

  • 1. Een verzoek om inschrijving in het register geschiedt door indiening van een aanvraagformulier bij de Bank. De Bank stelt het model van het aanvraagformulier vast.

  • 2. De Bank stelt jaarlijks de vergoeding vast die aan haar dient te worden voldaan bij het indienen van het verzoek tot inschrijving in het register. De vaststelling van de hoogte van de vergoeding behoeft goedkeuring van de minister.

  • 3. De Bank deelt haar beschikking op een verzoek tot inschrijving in het register schriftelijk mede aan de aanvrager binnen 60 dagen na ontvangst van het verzoek, vergezeld van een bewijs van inschrijving in geval van een gunstige beslissing. Een afwijzende beschikking op het verzoek is met redenen omkleed.

Artikel 6

  • 1. De Bank besluit tot inschrijving van een aanvrager in het register indien:

    • a.

      de aanvrager beschikt over de vakbekwaamheid die is vereist voor een behoorlijke uitoefening van het assurantiebemiddelingsbedrijf;

    • b.

      naar het oordeel van de Bank er geen reden is te veronderstellen dat de aanvrager als assurantiebemiddelaar het aanzien van het assurantiebemiddelingsbedrijf zal schaden;

    • c.

      de financiële gegoedheid van aanvrager voldoende waarborg biedt voor de continuïteit van het betreffende assurantiebemiddelingsbedrijf;

    • d.

      de aanvrager kantoor houdt in Sint Maarten;

    • e.

      de aanvrager, ter dekking van de aansprakelijkheid voortvloeiende uit de uitoefening van zijn werkzaamheden als assurantiebemiddelaar, een verzekeringsovereenkomst heeft afgesloten met een te goeder naam en faam bekend staande verzekeraar die, ingevolge de wetgeving van zijn land van domicilie, bevoegd is het verzekeringsbedrijf uit te oefenen.

  • 2. Aan de in het eerste lid, onder a, gestelde eis kan slechts worden voldaan door het bezit van een diploma dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, is erkend. De Bank en de in artikel 21 bedoelde representatieve organisaties van assurantiebemiddelaars en verzekeraars worden gehoord voordat het landsbesluit wordt vastgesteld.

  • 3. Indien de aanvrager een natuurlijk persoon is, dient deze meerderjarig te zijn of handlichting te hebben verkregen en niet onder curatele te zijn gesteld.

  • 4. Indien de aanvrager niet zelf de feitelijke leiding over een vestiging van zijn assurantiebemiddelingsbedrijf heeft, gelden voor hem de inschrijvingsvoorwaarden, gesteld in het eerste lid, onder b, c en d en derde lid. In zulk een geval dienen degenen die volgens opgave van aanvrager de feitelijke leiding hebben, te voldoen aan de voorwaarden als gesteld in het eerste lid, onder a en b, en in Sint Maarten woonachtig te zijn.

  • 5. De Bank vermeldt in het register bij de inschrijving van de assurantiebemiddelaar de namen van degenen die door de assurantiebemiddelaar zijn belast met de feitelijke leiding.

  • 6. De assurantiebemiddelaar is verantwoordelijk en aansprakelijk voor de handelingen van sub-agenten die zijn bedrijf betreffen en van ieder die blijkens het register feitelijk leiding geeft.

Artikel 7

  • 1. In het register worden doorgehaald de inschrijvingen van de assurantiebemiddelaars die:

    • a.

      daarom verzoeken;

    • b.

      zijn overleden;

    • c.

      in staat van faillissement worden verklaard;

    • d.

      in liquidatie zijn getreden;

    • e.

      niet meer in Sint Maarten kantoor houden;

    • f.

      onder curatele zijn gesteld of van wie de handlichting is ingetrokken;

    • g.

      niet meer in het bezit zijn van de ontheffing als bedoeld in artikel 8, eerste lid;

    • h.

      het bedrag, verschuldigd ingevolge artikel 19, niet hebben voldaan na door de Bank in gebreke te zijn gesteld;

    • j.

      gedurende een periode van een jaar het assurantiebemiddelingsbedrijf niet hebben uitgeoefend;

    • k.

      geen verzekeringsovereenkomst meer hebben als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel e.

  • 2. In de registers worden voorts doorgehaald de inschrijvingen van de assurantiebemiddelaars die:

    • a.

      naar het oordeel van de Bank in ernstige mate in strijd handelen met het belang van een of meer verzekeraars, verzekeringnemers, verzekerden of gerechtigden op uitkeringen dan wel een gezonde ontwikkeling van het assurantiebemiddelingsbedrijf in het algemeen of anderszins niet meer voldoen aan de in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, gestelde eis;

    • b.

      de feitelijke leiding over een of meer vestigingen van hun assurantiebemiddelingsbedrijf laten uitoefenen door natuurlijke personen die niet voldoen aan de vereisten neergelegd in artikel 6, vierde lid, tweede volzin;

    • c.

      naar het oordeel van de Bank ernstig in gebreke blijven aan de in artikel 18 bedoelde verplichtingen te voldoen.

  • 3. De Bank is bevoegd op grond van bijzondere omstandigheden een doorhaling, als bedoeld in het tweede lid, op door haar te stellen voorwaarden gedurende een door haar te bepalen tijd op te schorten. De Bank kan de termijn van opschorting verlengen indien zij gegronde redenen daartoe aanwezig acht.

Artikel 8

  • 1. Op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek van een assurantiebemiddelaar kan de Bank ontheffing verlenen van de in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, bedoelde vakbekwaamheideis. De ontheffing kan onder voorwaarden geschieden. Een afwijzende beschikking op het verzoek is met redenen omkleed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ontheffing kan met terugwerkende kracht worden verleend. De ontheffing geldt voor ten hoogste een jaar en kan ten hoogste tweemaal met een jaar worden verlengd.

  • 3. Bij de inschrijving in het register van degene aan wie een ontheffing als bedoeld in het eerste lid is verleend, wordt aangetekend:

    • a.

      de grond van de ontheffing;

    • b.

      de termijn waarvoor de ontheffing is verleend;

    • c.

      de naam van de in het eerste lid bedoelde assurantiebemiddelaar.

Artikel 9

  • 1. Een in het register ingeschreven assurantiebemiddelaar deelt wijzigingen in de gegevens, vermeld in het in artikel 5, eerste lid, bedoelde aanvraagformulier, onverwijld schriftelijk aan de Bank mee.

  • 2. Voor zover deze wijzigingen betrekking hebben op gegevens opgenomen in het register, brengt de Bank de wijzigingen in het register aan.

  • 3. De Bank verstrekt tegen een door haar jaarlijks vast te stellen vergoeding aan de assurantiebemiddelaar een nieuw bewijs van inschrijving. De vaststelling van de hoogte van de vergoeding behoeft goedkeuring van de minister.

Artikel 10

  • 1. Alvorens een inschrijving op grond van artikel 7, eerste lid, onder g, door te halen, stelt de Bank de betrokken assurantiebemiddelaar of diens gemachtigde in de gelegenheid binnen een maand na een aanschrijving daartoe van de Bank, aan te tonen, dat hij recht heeft op handhaving van zijn inschrijving.

  • 2. De Bank gaat niet tot doorhaling als bedoeld in het eerste lid over dan nadat de beschikking tot doorhaling onherroepelijk is geworden.

  • 3. De Bank doet de belanghebbende onverwijld schriftelijk mededeling van haar beschikking tot doorhaling van een inschrijving.

  • 4. Een doorhaling als bedoeld in artikel 7, eerste en tweede lid, wordt door de Bank bekend gemaakt in de Landscourant.

HOOFDSTUK III De beloning van de assurantiebemiddelaar

Artikel 11

De beloning van de assurantiebemiddelaar bestaat, onverminderd artikel 12, tweede lid, uitsluitend uit provisie ter zake van het bemiddelen bij het afsluiten van verzekeringen, het bemiddelen bij het verlengen van verzekeringen of het incasseren van premies.

Artikel 12

  • 1. Het is een assurantiebemiddelaar verboden aan een verzekeringnemer dan wel aan hen ten behoeve van wie een verzekering is gesloten in geval van schade een afmakingscourtage in rekening te brengen.

  • 2. Van dit verbod kan de Bank voor bepaalde, bij landsbesluit houdende algemene maatregelen, te bepalen vormen van verzekering ontheffing verlenen aan de assurantiebemiddelaar die ten genoegen van de Bank aantoont dat hij over het daartoe geschikte bedrijfsapparaat en de expertise beschikt en de redelijkerwijs van hem te eisen inspanningen bij de schadeafwikkeling kan verrichten.

  • 3. De Bank kan de beoordeling van de kwaliteit van het bedrijfsapparaat, de expertise en de procedures voor de afwikkeling van schaden ten laste van de betreffende assurantiebemiddelaar door een deskundige derde laten doen.

  • 4. De afmakingscourtage die in rekening mag worden gebracht, bedraagt ten hoogste 1% van het aan de verzekerde uit te keren schadebedrag.

  • 5. De in het tweede lid bedoelde ontheffing geldt voor een periode van drie jaren en kan telkens met drie jaren worden verlengd. Zij kan evenwel tussentijds worden ingetrokken indien de betrokken assurantiebemiddelaar niet meer voldoet aan de eisen, gesteld voor het verkrijgen van de ontheffing.

  • 6. De ontheffing, bedoeld in het tweede lid, wordt in het register opgenomen en gepubliceerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 4, derde lid.

Artikel 13

  • 1. Het is verboden ter zake van een verzekering direct of indirect provisie, retourprovisie of enig ander op geld waardeerbaar voordeel toe te kennen, af te staan of te beloven aan anderen dan de assurantiebemiddelaar tot wiens portefeuille de verzekering behoort, onverminderd artikel 16, derde lid.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan vrijstelling worden verleend van het verbod, bedoeld in het eerste lid, indien het verbod in strijd is met algemeen erkende gebruiken of het algemeen belang van het verzekeringsbedrijf. De Bank en de representatieve organisaties van assurantiebemiddelaars en verzekeraars worden gehoord voordat het landsbesluit wordt vastgesteld.

  • 3. Aan een vrijstelling kunnen voorwaarden worden verbonden.

HOOFDSTUK IV De rechtspositie van de assurantiebemiddelaar

Artikel 14

Een verzekeraar die door een assurantiebemiddelaar wordt benaderd met voorstellen tot bemiddeling bij het sluiten van verzekeringen, dient zich te vergewissen van de inschrijving van de betrokken assurantiebemiddelaar in het register.

Artikel 15

  • 1. De assurantiebemiddelaar heeft jegens de verzekeraar aanspraak op provisie over alle tot zijn portefeuille behorende verzekeringen met dien verstande dat een verzekering die door bemiddeling van eerstgenoemde tot stand is gekomen of naar zijn portefeuille is overgeboekt tot zijn portefeuille behoort zolang deze daaruit niet is overgeboekt.

  • 2. Doorhaling van de inschrijving van een assurantiebemiddelaar in het register laat onverlet zijn aanspraken op provisie ter zake van verzekeringen die op het tijdstip van de doorhaling tot zijn portefeuille behoren of waarop op dat tijdstip artikel 16, tweede lid van toepassing is.

Artikel 16

  • 1. De verzekeraar kan slechts met toestemming van de assurantiebemiddelaar of diens rechtverkrijgenden een deel of het geheel van diens portefeuille naar de portefeuille van een andere assurantiebemiddelaar overboeken.

  • 2. In afwijking van het in het eerste lid bepaalde boekt de verzekeraar op schriftelijk verzoek van een verzekeringnemer diens verzekering uit de portefeuille van een assurantiebemiddelaar over naar die van een andere assurantiebemiddelaar, tenzij de verzekeraar gegronde bezwaren heeft tegen laatstbedoelde assurantiebemiddelaar.

  • 3. Na de in het eerste lid bedoelde overboeking blijft, in afwijking van artikel 15, eerste lid, de aanspraak op provisies bestaan tot het einde van het lopende verzekeringsjaar indien het een levensverzekering betreft. Indien het een schadeverzekering betreft, blijft de aanspraak bestaan tot de eerstvolgende vervaldatum van de verzekeringsovereenkomst of tot een eerder tijdstip waarop de verzekering door opzegging door de verzekeringnemer kan worden beëindigd, tenzij anders wordt overeengekomen.

  • 4. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op het door een verzekeraar in eigen beheer nemen van een verzekering.

  • 5. In geval van een verzoek van een assurantiebemiddelaar tot overboeking, verleent de verzekeraar zijn medewerking aan de gehele of gedeeltelijke overdracht van de portefeuille van de oorspronkelijke assurantiebemiddelaar naar een andere assurantiebemiddelaar, tenzij de verzekeraar gegronde bezwaren heeft tegen laatstbedoelde assurantiebemiddelaar.

Artikel 17

  • 1.

    • Tenzij anders wordt overeengekomen verzorgt de assurantiebemiddelaar voor de verzekeraar het incasso van de premies.

  • 2. De assurantiebemiddelaar is te allen tijde rekening en verantwoording verschuldigd aan de verzekeraar ter zake van het incasso van de premies. Betaling van de verschuldigde premie en kosten aan de assurantiebemiddelaar bevrijdt de verzekeringnemer van zijn betalingsverplichting jegens de verzekeraar door de gelijktijdige overneming van genoemde betalingsverplichting jegens de verzekeraar door de assurantiebemiddelaar.

  • 3. Indien de inschrijving van de assurantiebemiddelaar in het register is doorgehaald, beëindigt de verzekeraar het incasso van de premies door de assurantiebemiddelaar.

  • 4. Tenzij tussen een verzekeraar en een assurantiebemiddelaar anders is overeengekomen, kan de verzekeraar de assurantiebemiddelaar van het incasso van de premies ontheffen indien:

    • a)

      de assurantiebemiddelaar het incasso van de premies in ernstige mate verwaarloost;

    • b)

      de assurantiebemiddelaar in gebreke blijft namens de verzekeraar door hem geïnde premies tijdig aan de verzekeraar af te dragen dan wel zich schuldig maakt aan handelingen die de vrees wettigen dat hij niet zal voldoen aan zijn uit het incasso van de premies voortvloeiende verplichtingen.

  • 5. In de gevallen waarin ingevolge het bepaalde in het derde en vierde lid het door een assurantiebemiddelaar gevoerde incasso van de premies eindigt, wordt dit door de verzekeraar overgenomen.

  • 6. Hoewel het overnemen van het incasso van de premies de aanspraak op provisie van de assurantiebemiddelaar onverlet laat, is de verzekeraar alsdan bevoegd hetzij aan de assurantiebemiddelaar premie-incassokosten in rekening te brengen, hetzij de aanspraak van de assurantiebemiddelaar op provisie af te kopen. Zo nodig kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regels worden vastgesteld ter zake van de door de assurantiebemiddelaar verschuldigde kosten of de aan de assurantiebemiddelaar verschuldigde afkoopsom.

HOOFDSTUK V Uitvoering

Artikel 18

  • 1.

    • Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe door de President van de Bank aangewezen functionarissen van de Bank, belast met toezicht. Zodanige aanwijzing wordt gepubliceerd in de Landscourant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

      • a.

        alle inlichtingen te vragen;

      • b.

        inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 4. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 19

  • 1. De kosten die voor de Bank zijn verbonden aan de uitvoering van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde worden gedragen door de assurantiebemiddelaars.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, de Bank en de representatieve organisaties gehoord, worden nadere regels vastgesteld ter zake van de kostenbijdragen door de assurantiebemiddelaars. De Bank stelt jaarlijks ten laste van de assurantiebemiddelaars hun bijdragen in de kosten vast.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan worden bepaald dat de verzekeraars in de kosten verbonden aan de uitvoering van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde moeten bijdragen. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

HOOFDSTUK VI Bijzondere bepalingen

Artikel 20

  • 1. Gegevens en inlichtingen die ingevolge het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde omtrent afzonderlijke assurantiebemiddelaars zijn verkregen, zijn geheim, niettegenstaande enige andere wettelijke regeling hieromtrent.

  • 2. Het is aan een ieder die uit hoofde van de toepassing van de bij of krachtens deze landsverordening genomen besluiten enige taak vervult, verboden van gegevens of inlichtingen, ingevolge deze landsverordening verkregen, verder of anders gebruik te maken of daaraan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitoefening van zijn taak of door deze landsverordening wordt geëist.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid is de Bank bevoegd ter handhaving van een gezonde bedrijfstak van assurantiebemiddeling aangifte te doen van een vermoeden van een strafbaar feit. In de gevallen waarin door de Bank aangifte is gedaan, dan wel in de gevallen waarin de Bank wordt opgeroepen om als getuige of deskundige op te treden, is de Bank bevoegd in het kader van de opsporing, het gerechtelijk vooronderzoek of de behandeling ter terechtzitting, inlichtingen te verschaffen met dien verstande dat het een strafzaak betreft.

  • 4. In afwijking van het eerste en tweede lid is de Bank bevoegd met gebruikmaking van gegevens of inlichtingen, verkregen bij de vervulling van haar ingevolge deze landsverordening opgedragen taak, mededelingen te doen mits deze niet kunnen worden herleid tot afzonderlijke assurantiebemiddelingsbedrijven.

  • 5. In afwijking van het eerste lid is de Bank voorts bevoegd op grondslag van wederkerigheid aan het administratieve orgaan dat in een andere Staat met het toezicht op het verzekeringsbedrijf is belast, desgevraagd de gegevens te verstrekken, die dat orgaan voor vervulling van de ingevolge zijn nationale wetgeving op hem rustende taak nodig heeft, mits bedoeld orgaan zich tegenover de Bank heeft verplicht tot geheimhouding van de door de Bank verstrekte gegevens.

Artikel 21

Op grond van deze landsverordening uit te vaardigen algemeen verbindende voorschriften, worden niet vastgesteld, gewijzigd of ingetrokken dan nadat daarover de adviezen zijn ingewonnen van de Bank, van de betrokken representatieve organisaties van assurantiebemiddelaars die door de minister, de Bank gehoord, zijn aangewezen en van de betrokken representatieve organisaties van verzekeraars, bedoeld in artikel 79, tweede lid, van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf.

Artikel 22

Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op de curator in het faillissement van een assurantiebemiddelaar. De curator doet mededeling aan de Bank van het tijdstip van de aanvaarding en van de beëindiging van zijn functie.

HOOFDSTUK VII Administratieve boetes

Artikel 23

  • 1. De Bank kan de assurantiebemiddelaar die niet of niet tijdig voldoet aan zijn uit deze landsverordening voortvloeiende verplichtingen, een boete opleggen voor elke dag die hij nalatig is geweest.

  • 2. De hoogte van de boete voor de verscheidene overtredingen wordt bepaald bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, doch kan niet meer bedragen dan duizend gulden per dag.

  • 3. Alvorens over te gaan tot de oplegging van een boete, stelt de Bank de betreffende assurantiebemiddelaar schriftelijk op de hoogte van het voornemen een boete op te leggen en stelt hem in de gelegenheid de nalatigheid binnen een redelijke termijn te herstellen.

HOOFDSTUK VIII Strafbepalingen

Artikel 24

  • 1. Handelen in strijd met artikel 4, eerste lid,artikel 9, eerste lid, artikel 12, eerste en vierde lid, artikel 13, eerste lid, artikel 14, artikel 18, eerste en tweede lid, en artikel 20, tweede lid, wordt gestraft hetzij met hechtenis van ten hoogste zes maanden en geldboete van ten hoogste vijftigduizend gulden, hetzij met een van deze straffen. De hierbij strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

  • 2. Indien evenwel het handelen in strijd met de artikelen 4, eerste lid, artikel 13, eerste lid, artikel 14, artikel 18, eerste en tweede lid, en artikel 20, tweede lid, opzettelijk heeft plaatsgevonden, is het strafbaar gestelde feit een misdrijf dat wordt gestraft met hetzij gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en geldboete van ten hoogste vierhonderdduizend gulden, hetzij met een van deze straffen.

HOOFDSTUK IX Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

  • [vervallen]

Artikel 26

De Algemene termijnenlandsverordening is van toepassing op de bij of krachtens deze landsverordening gestelde termijnen.

Artikel 27

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 28

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening assurantiebemiddelingsbedrijf.