LANDSBESLUIT van de 10de november 1969 no. 69 tot vaststelling van een loonregeling voor werknemers in dienst van de Nederlandse Antillen, werkzaam in het eilandgebied Curaçao

Geldend van 01-01-1987 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 10de november 1969 no. 69 tot vaststelling van een loonregeling voor werknemers in dienst van de Nederlandse Antillen, werkzaam in het eilandgebied Curaçao

Algemene bepalingen

Artikel 1

Dit landsbesluit is van toepassing op de werknemers in dienst van de Nederlandse Antillen, die op arbeidsovereenkomst, onder genot van een weekloon, in het eilandgebied Curaçao werkzaam zijn in een functie welke is opgenomen in dit landsbesluit.

Artikel 2

Voor iedere werknemer, die in dienst wordt genomen, wordt door de Minister onder wiens ministerie betrokkene ressorteert, de loonschaal bepaald krachtens welke hij zal worden betaald, alsmede het loon in die loonschaal. Bij indienstneming wordt als regel het aanvangsloon toegekend.

Artikel 3

De artikelen 4 tot en met 15 van de Loonregeling Werklieden Curaçao 1969 zijn van overeenkomstige toepassing op de in artikel 1 bedoelde werknemers.

Artikel 3a

  • 1.

    De wanneer geniet kindertoelage in de omstandigheden en overeenkomstig de regelen welke gelden voor de werklieden in dienst van de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk voor deze werkman worden gesteld, met inachtneming van het bepaalde in het volgende lid.

  • 2.

    Tenzij het gezag dat bevoegd is het loon toe te kennen of in het toegekende loon wijziging te brengen anders beslist, wordt geen kindertoelage genoten door de werknemer die geen volledige dagtaak heeft.

Voorzieningen bij ziekte en ongeval

Artikel 4

De Landsverordening Ziekteverzekering (P. B. 1966, no. 15) en de Landsverordening Ongevallenverzekering (P. B. 1966, no. 14) en de uit kracht daarvan gegeven voorschriften zijn op de werknemer van toepassing met dien verstande dat de betrokkene bij algehele arbeidsongeschiktheid recht kan doen gelden op het navolgende ziekengeld of ongevallengeld:

  • a.

    indien hij gehuwd is of ongehuwd en kostwinner:

    • -

      gedurende de eerste zesentwintig weken:

bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 100% van het loon;

-gedurende de daaropvolgende zesentwintig weken:

bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 85% van het loon;

  • b.

    indien hij ongehuwd en geen kostwinner is:

    • -

      gedurende de eerste zesentwintig weken:

bij huisverpleging 100% van het loon en bij ziekenhuisverpleging 85% van het loon;

-gedurende de daaropvolgende zesentwintig weken:

bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging

70% van het loon;

  • c.

    bij ziekte of gebreken, welke het rechtstreeks gevolg zijn van de uitoefening van de dienst en niet aan de schuld of onvoorzichtigheid van de werknemer zijn te wijten, tot het tijdstip van herstel:

    • -

      gedurende de eerste tweeënvijftig weken bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 100% van het loon;

    • -

      gedurende de verdere duur:

  • a.

    indien de werknemer gehuwd is of, ongehuwd en kostwinner bij huisverpleging bij ziekenhuisverpleging 60% van het loon;

  • b.

    indien de werknemer ongehuwd en geen kostwinner is bij huisverpleging en bij ziekenhuisverpleging 50% van het loon;

  • d.

    bij ziekte, veroorzaakt door andere omstandigheden dan bedoeld onder c., wordt over de dag waarop de arbeidsongeschiktheid aanving en de daaropvolgende dag der verhindering geen loon uitgekeerd. Niettemin wordt over de dag waarop de arbeidsongeschiktheid aanving en de daaropvolgende dag loon uitgekeerd, indien naar het oordeel van de behandelende geneeskundige de ziekte opneming in een ziekeninrichting noodzakelijk maakt. Het loon wordt over bedoelde twee dagen eveneens uitgekeerd, indien de duur van de ziekte ten gevolge van dezelfde ziekteoorzaak langer dan twee dagen bedraagt, ook wanneer geen opneming in een ziekeninrichting noodzakelijk is geweest.

Artikel 5

xx

Smartegeld

Artikel 6

Bij overlijden van een werknemer, die op de dag van overlijden tenminste één jaar in dienst is, geldt het navolgende:

  • 1.

    Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de werknemer, wordt aan de weduwe of weduwnaar een som uitgekeerd, gelijk aan dertien maal het bedrag van wekelijkse loon op het tijdstip van overlijden.

  • 2.

    Indien de overleden werknemer op het tijdstip van overlijden niet in actieve dienst is, wordt een bedrag uitgekeerd gelijk aan dertien maal hetgeen hij als wekelijks loon zou hebben genoten, indien hij op de eerste dag der week van het overlijden in activiteit was geweest.

  • 3.

    Indien de overleden werknemer geen weduwe weduwnaar nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of erkende natuurlijke kinderen van de werknemer. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was van ouders, broeders, zuster meerderjarige kinderen of stiefkinderen ten behoeve van deze betrekkingen.

  • 4.

    Laat de overleden werknemer ook geen betrekkingen als onder 3 bedoeld na, dan wordt het onder 1. bedoelde bedrag geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging.

Disciplinaire maatregelen

Artikel 7

  • 1.

    De werknemer, die hem bekende dienstvoorschriften niet nakomt of de hem gegeven dienstopdrachten niet of niet op de juiste wijze uitvoert, kan door Hoofd van Dienst disciplinair worden gestraft

    • a.

      mondelinge of schriftelijke berisping;

    • b.

      schorsing gedurende ten hoogste twee weken, in welk geval de aanspraak van de werknemer op loon gedurende de schorsing vervalt.

  • 2.

    Schorsing kan slechts plaatsvinden bij een met; omklede beschikking na verkregen toestemming de Minister onder wiens ministerie betrokkene ressorteert.

Loonschalen

Artikel 8

De uur- en weeklonen van de werknemers worden astgesteld als volgt:

Schaal 1

Dienstjaar:

Uurloon:

Weekloon

1

ƒ 1,66

ƒ 66,40

2

ƒ 1,69

ƒ 67,60

3

ƒ 1,72

ƒ 68,80

4

ƒ 1,75

ƒ 70, -

5

ƒ 1,78

ƒ 71,20

6

ƒ 1,81

ƒ 72,40

7

ƒ 1,84

ƒ 73,60

8

ƒ 1,87

ƒ 74,80

9

ƒ 1,90

ƒ 76, -

10

ƒ 1,93

ƒ 77,20

Arbeider

assistent -meetarbeider

helper

schoonmaker

tuinman

Schaal 2

Dienstjaar:

Uurloon:

Weekloon:

1

ƒ 1,73

ƒ 69,20

2

ƒ1,76

ƒ 70,40

3

ƒ 1,79

ƒ 71,60

4

ƒ 1,82

ƒ 72,80

5

ƒ 1,85

ƒ 74, -

6

ƒ 1,88

ƒ 75,20

7

ƒ 1,91

ƒ 76,40

8

ƒ 1,94

ƒ 77,60

9

ƒ 1,97

ƒ 78,80

10

ƒ2, -

ƒ 80, -

chauffeur

helper

magazijnbediende

meetarbeider

Schaal 3

dienstjaar:

Uurloon :

Weekloon:

1

ƒ 1,80

ƒ 72, -

2

ƒ 1,84

ƒ 73,60

3

ƒ 1,88

ƒ 75,20

4

ƒ 1,92

ƒ 76,80

5

ƒ 1,96

ƒ 78,40

6

ƒ2, -

ƒ 80 —

7

ƒ 2,04

ƒ 81,60

8

ƒ 2,08

ƒ 83,20

9

ƒ 2,12

ƒ 84,80

assistent

automonteur

chauffeur (zwaar materieel)

lijnwerker

magazijnbediende

matroos

meetarbeider –chauffeur

monteur

monteur -bankwerker

opzichter

plantenverzorger

ploegleider

schilder

timmerman

Schaal 4

Dienstjaar:

Uurloon:

Weekloon:

1

ƒ 1,90

ƒ 76

2

ƒ 1,95

f 78, -

3

ƒ2, -

ƒ 80, -

4

ƒ 2,05

ƒ 82, -

5

ƒ 2,10

ƒ 84, -

6

ƒ 2,15

ƒ 86, -

7

ƒ 2,20

ƒ 88, -

8

ƒ 2,25

ƒ 90, -

9

ƒ 2,30

ƒ 92, -

assistent

automonteur

monteur

monteur- bankwerker

onderopzichter

schilder

timmerman

Schaal 5

dienst jaar:

Uurloon:

Weekloon:

1

ƒ 2,05

ƒ 82, -

2

ƒ 2,11

ƒ 84,40

3

ƒ 2,17

ƒ 86,80

4

ƒ2,23

ƒ 89,20

5

ƒ 2,29

ƒ 91,60

6

ƒ 2,35

ƒ 94, -

7

ƒ 2,41

ƒ 96,40

8

ƒ 2,47

ƒ 98,80

9

ƒ 2,53

ƒ 101,20

10

ƒ 2,59

ƒ 103,60

assistent

automonteur

bootbestuurder

monteur

monteur- bankwerker

opzichter

timmerman

Schaal 6

Dienstjaar:

Uurloon:

Weekloon

1

ƒ 2,30

ƒ 92, -

2

ƒ 2,37

ƒ 94,80

3

ƒ2,45

ƒ 98, -

4

ƒ2,53

ƒ 101,20

5

ƒ 2,61

ƒ 104,40

6

ƒ 2,69

ƒ 107,60

7

ƒ 2,77

ƒ 110,80

8

ƒ2,85

ƒ 114, -

9

ƒ 2,93

ƒ 117,20

10

ƒ 3,01

ƒ 120,40

11

ƒ 3,09

ƒ 123,60

automonteur

monteur

monteur- bankwerker

opzichter

Voor de op 1 juli 1969 in dienst zijnde:

Monteur voor buitengewone werkzaamhedenklasse A. geldt de volgende overgangschaal:

Dienstjaar:

Uurloon:

Weekloon:

1

ƒ 3,57

ƒ 142,80

2

ƒ 3,57

ƒ 142,80

3

ƒ 3,75

ƒ 150 —

4

ƒ 3,75

ƒ 150, -

5

ƒ 3,93

ƒ 157,20

6

ƒ 3,93

ƒ 157,20

7

ƒ 4,10

ƒ 164, -

8

ƒ 4,10

ƒ 164, -

9

ƒ 4,34

ƒ 173,60

10

ƒ 4,34

ƒ 173,60

11

ƒ 4,57

ƒ 182,80

Slotbepaling

Artikel 9

  • 1. Dit landsbesluit kan worden aangehaald als „Loonregeling Werknemers Curaçao 1969".

  • 2. Dit landsbesluit wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van 1 juli 1969.

  • 3. De inpassing per 1 juli 1969 van de werknemers geschiedt overeenkomstig door de Minister- President vast te stellen richtlijnen.

  • 4. De Loonregeling Arbeiders Curaçao (P. B. 1962, no. 47) wordt geacht te zijn vervallen met ingang van 1 juli 1969.

  • 5. Te bepalen dat dit landsbesluit in het Publicatieblad zal worden opgenomen.