Regeling vervallen per 01-06-2010

Verordening op het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

Geldend van 14-02-1997 t/m 31-05-2010

Intitulé

Verordening op het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen

De raad van de gemeente Beuningen;

gezien het advies van de commissie A.Z. d.d. 13 januari 1996;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 december 1996;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

overwegende dat er momenteel geen expliciete wettelijke regeling is met betrekking tot huisnummering

overwegende dat het gewenst is een duidelijke Verordening huisnummering vast te stellen;

B E S L U I T :

vast te stellen de volgende Verordening op het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, lig- en standplaatsen.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze Verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en bedoeld om ter plaatse te functioneren;

  • b.

    gebouw: elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • c.

    complex: een afgebakend samengesteld geheel van onroerende zaken (industriecomplex, ziekenhuiscomplex, complex van vakantiehuisjes enzovoort);

  • d.

    afgebakend terrein: een terrein, waarop zich geen bouwwerken bevinden en dat afzonderlijk wordt gebruikt;

  • e.

    ligplaats: een deel van het openbare water dat door burgemeester en wethouders is aangewezen voor het permanent afmeren van een woonschip of een woonark;

  • f.

    standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  • g.

    burgemeester en wethouders: het college van burgemeester en wethouders;

  • h.

    nummer: een nummer bestaande uit een of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie;

  • i.

    object: een bouwwerk, gebouw, complex, afgebakend terrein, ligplaats of standplaats;

  • j.

    rechthebbende: ieder, die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak, dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is met betrekking tot die zaak te handelen als in de Verordening is voorgeschreven, zomede de beheerder;

  • k.

    uitvoeringsvoorschriften: nadere bepalingen van technische en administratieve aard.

HOOFDSTUK 2. HET NUMMEREN VAN BOUWWERKEN, GEBOUWEN, COMPLEXEN, AFGE-

BAKENDE TERREINEN EN VAN LIGPLAATSEN OF STANDPLAATSEN.

Artikel 2

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen aan een object of aan een te onderscheiden deel daarvan een nummer toekennen.

  • 2.

    Aan een object dat een nummer heeft gekregen moet het nummer op een doeltreffende wijze zijn aangebracht.

Artikel 3

  • 1.

    Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan gemeentelijke bouwwerken en aan ligplaatsen of standplaatsen nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

  • 2.

    Het is een ieder, die daartoe niet bevoegd is, verboden aan zijn of andermans onroerende zaak nummers toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

HOOFDSTUK 3. PLAATSEN VAN NUMMERBORDEN.

Artikel 4

  • 1.

    Indien burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat borden met huisnummer-verzamelborden en verwijsaanduidingen aan een bouwwerk, een gebouw, een muur, paal, schutting of andere soort terreinafscheiding worden aangebracht is de rechthebbende verplicht toe te laten dat de hier bedoelde borden vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende dient er zorg voor te dragen dat huisnummer-verzamelborden vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 5.

  • 1. Tenzij door burgemeester en wethouders anders is besloten, is de rechthebbende van een object verplicht het nummer, zoals bedoeld in artikel 2, eerste lid, aan te (laten) brengen door de gemeente op een wijze zoals in artikel 6, eerste lid, is bepaald.

  • 2. De rechthebbende is verplicht het in het eerste lid genoemde nummer binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouder aan te (laten) brengen.

  • 3. Indien een object nog niet is voltooid, wordt het nummer binnen vier weken na de voltooiing aangebracht.

  • 4. Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijn verlengen.

HOOFDSTUK 4. UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN.

Artikel 6

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen nadere technische uitvoeringsvoorschriften vast voor de wijze van nummeren en voor het aanbrengen van nummerborden.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders stellen, met het oog op het interbestuurlijk en maatschappelijk belang van een systematische registratie van door hen uitgegeven nummers, nadere registratieve voorschriften.

HOOFDSTUK 5. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN.

Artikel 7. Strafbepaling

  • 1.

    Overtreding van artikel 3, eerste en tweede lid, of het niet voldoen aan de bepalingen in de artikelen 4 en 5 eerste en tweede lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    De opsporing van de in het eerste lid strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.

Artikel 8. Inwerkingtreding

De Verordening treedt in werking op 14 februari 1997.

Artikel 9. Vervallen oude regels

Met de inwerkingtreding van deze Verordening vervallen alle eerdere gemeentelijke regels en voorschriften voor het nummeren van objecten.

Artikel 10. Overgangsbepaling

  • 1.

    Nummers, die op grond van de in artikel 9 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na het inwerking treden van deze Verordening bestaan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze Verordening gestelde voorschriften.

  • 3.

    Bij het wijzigen van een nummer bedoeld in het eerste en tweede lid zullen de betreffende gebruikers/bewoners minimaal 6 maanden van te voren een vooraankondiging krijgen met de mededeling, dat hun (huis)nummer gewijzigd gaat worden.

  • 4.

    De gewijzigde (huis)nummering wordt minimaal 6 maanden voor het van kracht worden, aan de betrokken gebruikers/bewoners medegedeeld.

Artikel 11. Citeertitel.

Deze Verordening kan worden aangehaald als "Verordening huisnummering".

Beuningen, 28 januari 1997

De raad voornoemd,

De secretaris, de voorzitter

Bijlage bij de Verordening Huisnummering inzake technische uitvoeringsvoorschriften als bedoeld in artikel 6, eerste lid.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen;

gelet op artikel 2 en artikel 6, eerste lid, van de Verordening huisnummering;

besluiten vast te stellen de volgende: technische uitvoeringsvoorschriften voor de huisnummers

Algemeen

Artikel 1

De algemene bepalingen van de Verordening huisnummering zijn van overeenkomstige toepassing.

Toekenningswijze van de huisnummers

Artikel 2

1.De (huis)nummering vindt plaats, gerekend vanaf de hoofdwegen naar het einde van de (doodlopende) zijwegen of woonerven. Bij doorgaande wegen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de oplopende nummers gerekend vanuit het centrum van een kerkdorp. In de straat zelf worden de even nummers oplopend aan de rechtse kant, de oneven nummers oplopend aan de linkse kant van de straat benoemd, waarbij de volgende gebouwen, bouwwerken, ligplaatsen en standplaatsen meegenomen worden.

Woningen

Woongebouwen met aparte woningen (flats)

Bijzondere woongebouwen, eventueel apart de kamers van de bewoners

Recreatie woningen

Openbare gebouwen

bibliotheek

dorpshuizen

gemeentehuis

kerken

musea

scholen

sporthallen

Bedrijfspanden (zowel horeca, industrie als agrarisch)

Kantoren

Winkels

Clubgebouwen

Campings

Woonschepen, arken

Kampeerboerderijen

Gebouwen, niet tot bewoning bestemd, m.e.k.p*

dijkmagazijnen

garageboxen

molens

P.T.T.-centrales/verzamelkasten

telefooncellen

torens

Bouwwerken ----> m.e.k.p* en vergunning/melding-plicht

drukrioleringskasten

gasregel(verdeel)stations (gas), met de toevoeging "V"

gemalen (water)

pompstations (water)

schuilgelegenheden voor dieren

reclame-masten

trafo's (electra), met de toevoeging "T"

Begrippen.

bouwwerk : elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming, hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is,

hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te func tioneren.

gebouwen : elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

* m.e.k.p. : Met eigen kadastraal perceel.

Algemene uitgangspunten

  • -

    inwoning/dubbele bewoning: één huisnummer.

  • -

    indien de woning officieel gesplitst is via een officiële bouwvergunning, volgens de Woningwet: twee huisnummers

  • -

    Wanneer op een industrie terrein/agrarisch bouwperceel een bedrijfswoning is toegestaan krijgt het perceel in principe één nummer, om met name vervreemding van het woonhuis tegen te gaan. In bijzondere gevallen kan het college een letter-toevoeging toestaan.

    • 2.

      Complexen met meerdere objecten (woningen en/of bedrijven) worden door en overeenkomstig het door burgemeester en wethouders voor de desbetreffende wijk of buurt vastgestelde systeem genummerd.

De in het gebouw aan te brengen verzamelborden komen voor rekening van de stichter.

Plaatsing van de huisnummeraanduidingen

Artikel 3

Huisnummeraanduidingen worden door de gemeente Beuningen aangebracht overeenkomstig het inzake hun plaatsing gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.

Afmetingen en vormgeving huisnummeraanduidingen

Artikel 4

1 Huisnummeraanduidingen moeten voldoen aan het gestelde inzake afmetingen en vormgeving in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.

2 Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de huisnummeraanduidingen een mate van leesbaarheid die tenminste gelijkwaardig is aan hetgeen wordt beoogd met het eerste lid.

Materiaalkeuze voor de huisnummeraanduidingen

Artikel 5

Het materiaal dat wordt toegepast voor de vervaardiging van al dan niet te verlichten huisnummeraanduidingen, is in overeenstemming met het inzake de uitvoering van de aanduidingen gestelde in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders in de vergadering van 4 februari 1997

De secretaris, De burgemeester,

Toelichting technische uitvoeringsvoorschriften

Artikel 1

De begrippen die zowel in de uitvoeringsvoorschriften als in de verordening Huisnummering voorkomen hebben dezelfde betekenis

Artikel 2

Lid 1. Ook voor nieuwe wijken of buurten verdient het aanbeveling om een systeem van huisnummering te kiezen dat zoveel mogelijk aansluit bij het systeem dat van oudsher in de gemeente gangbaar is. In de Nederlandse norm NEN 1773 (uitgave: Nederlandse Normalisatie-instituut, Delft, herziene uitgave, 1983), hoofdstuk 3, zijn de volgende systemen van huisnummering gedefinieerd:

Systeem A: De hoofdregel van dit systeem houdt in dat de huisnummers oplopen, gerekend vanuit het centrum van de gemeente (of vanaf het (oude) gemeentehuis). In ons geval vanuit het centrum (kerk of hoofdstraat) van elk kerkdorp.

Systeem B: De hoofdregel van dit systeem houdt in dat de huisnummers oplopen, gerekend van noord naar zuid en van west naar oost.

Systeem C: De huisnummering vindt in dit systeem plaats, gerekend vanaf hoofdwegen naar het einde van (doodlopende) zijwegen of woonerven.

Voor elk systeem bevat de norm detailregels voor de situaties waarin de hoofdregels niet onverkort toepasbaar zijn, alsmede nadere regels betreffende etagewoningen e.d. Tevens zijn toelichtende tekeningen opgenomen.

In de gemeente Beuningen is in het verleden voornamelijk een mix van systeem A en C toegepast. Het is niet altijd even eenvoudig gebleken dit consequent door te voeren: Bij een nieuw bestemmingsplan wordt genummerd vanaf de kant dat men in het bestemmingsplan gaat bouwen, tenzij nadrukkelijk alle kavels van te voren al vastliggen. Wel wordt steeds dezelfde methode van nummering gehanteerd: Rechts van de weg Even oplopend, Links van de weg Oneven oplopend. Zo kan men direct zien of men aan het begin of aan het einde van een straat staat; ook als men halverwege een straat "binnenkomt" kan men aan de nummering meteen zien waar het begin of waar het einde van de straat is. Hierop is in onze gemeente één uitzondering: De Metaalweg in Weurt, waar rechts oneven en links even oplopend genummerd is.

Lid 2. Het bepaalde in het tweede lid is vooral van belang, indien een gebouw (of een complex) meer dan één woning of bedrijf bevat en de nummering binnen het gebouw door de gemeente aangegeven wordt, maar er behoefte bestaat aan verwijzing met behulp van verzamelborden.

Artikel 3

Met het oog op de zichtbaarheid vanaf de openbare weg bevat de Nederlandse norm NEN 1773, hoofdstuk 4, maatvoorschriften voor de plaats van het huisnummerbordje, gerekend vanaf het maaiveld en vanaf de bijbehorende voordeur.

Tevens worden regels gegeven voor de verzamel- en verwijsbordjes die nodig zijn bij de ligging van meer dan één woning (of bedrijf) in het zelfde gebouw, respectievelijk bij de ligging binnen een complex of op grote afstand van de weg.

Artikel 4

Lid 1. In de Nederlandse norm NEN 1774 zijn tekeningen voor huisnummerbordjes opgenomen met volledige maatvoering. Uitgegaan is van een hoogte van de cijfers van 88 mm. De breedte van de huisnummerbordjes varieert, al naar gelang het aantal cijfers waaruit een bepaald huisnummer bestaat. Het opgenomen cijferontwerp is van een schreefloos, op grote afstand leesbaar type.

In de gemeente Beuningen is echter al jaren gewerkt met een cijferhoogte van 75 mm. Voorgesteld wordt om voortaan de nieuwe huisnummerbordjes volgens de NEN 1774 (cijfers van 88 mm hoogte) uit te voeren.

Artikel 5

De overigens globaal omschreven uitvoeringseisen in de Nederlandse norm NEN 1774, uitgave 1959, zijn gericht op de keuze van materialen die duurzaam bestand zijn tegen de weersinvloeden.

Te verlichten huisnummeraanduidingen bestaan als regel uit zogenaamde transparanten, waarachter bij donker een lampje brandt.

de secretaris, de voorzitter,

Nota-toelichting

TOELICHTING OP DE VERORDENING.

1. ALGEMEEN.

Huisnummers (adressen) vervullen een essentiële functie in het maatschappelijk verkeer. Niet alleen voor dienstverlenende instanties als politie, brandweer, posterijen en ambulancebedrijven, maar ook voor bijvoorbeeld de makelaardij, de advocatuur, het notariaat en het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. Ook de burger heeft belang bij goede adressering van zijn woonverblijf. Hij wenst immers "vindbaar" te zijn.

Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur eveneens een wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties immers geordend (toegankelijk) op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van wezenlijke betekenis voor het koppelen van geautomatiseerde bestanden en voor het maken van selecties uit deze bestanden. Het benoemen van delen van de openbare ruimte (onder andere straatnamen) en het toekennen van nummers aan vastgoedobjecten is een taak van de gemeente en dient derhalve met de nodige zorg te worden omgeven.

Wettelijke grondslag

De bevoegdheid tot het nummeren van vastgoedobjecten vloeit voort uit artikel 108 Gemeentewet die op 1 januari 1994 in werking is getreden. Artikel 108 Gemeentewet stelt dat de bevoegdheid tot regeling en bestuur inzake de huishouding van de gemeente aan het gemeentebestuur wordt overgelaten.

Tot 1 januari 1994 was de gemeentelijke bevoegdheid tot het nummeren van vastgoedobjecten deels geregeld in artikel 174 van de gemeentewet en deels in artikel 41 e.v. van het ingetrokken Besluit bevolkingsboekhouding.

Artikel 174 van de gemeentewet had betrekking op de verdeling van de gemeenten in woonplaatsen, wijken en straten en op het toekennen van nummers aan gebouwen. Het artikel gaf de gemeenteraad de bevoegdheid tot het maken van de nodige verordeningen tot verdeling van de gemeente in wijken en opmaking van volledige staten der bevolking en harer behuizing.

Het Besluit bevolkingsboekhouding is komen te vervallen met de invoering van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) op 1 oktober 1994. Artikel 41 e.v. van het vervallen Besluit bevolkingsboekhouding had betrekking op het toekennen en vastleggen van huisnummers en straatnamen.

Artikel 41 e.v. stelde dat het college van burgemeester en wethouders zorg draagt voor de straatnaamgeving en voor de nummering van de in de gemeente aanwezige gebouwen, die bewoond worden of geheel of gedeeltelijk voor bewoning zijn ingericht, alsmede voor de nummering van de in de gemeente aanwezige gebouwen, die naar hun aard en ligging voor nummering in aanmerking komen. De afdeling Burgerzaken was vervolgens verantwoordelijk voor het beheer van de registratie inzake huisnummers en straatnamen.

Nieuwe situatie

De registratie van plaatselijke aanduidingen kan na het vervallen van artikel 174 van de gemeentewet en het Besluit bevolkingsboekhouding aan een andere afdeling worden opgedragen dan de afdeling Burgerzaken. Door het bouw- en woningtoezicht te belasten met de registratie van plaatselijke aanduidingen kan deze registratie zich richten op de informatievoorziening. Het bouw- en woningtoezicht is immers nauw betrokken bij bouwinitiatieven en ziet doorgaans toe op het aanbrengen van huisnummerborden.

In een groot aantal gemeenten is, los van het Woningregister bij burgerzaken, een centrale registratie van straatnamen en huisnummers ingevoerd. De automatisering van onder andere vastgoedinformatie is daartoe de aanleiding geweest.

Het is goed bij deze ontwikkelingen aansluiting te zoeken.

Modelverordening

Op aandringen van onder andere gemeentelijke vastgoeddeskundigen en coördinatoren I&A (Informatievoorziening en Automatisering) is een tweetal modelverordeningen opgesteld. Het betreft enerzijds een modelverordening inzake het benoemen van delen van de openbare ruimte (straatnaamgeving) en het nummeren van vastgoedobjecten (huisnummering) en anderzijds een modelverordening voor de commissie, die burgemeester en wethouders adviseert over de straatnaamgeving. Om practische redenen is de eerst genoemde modelverordening in de gemeente Beuningen verdeeld in 2 verordeningen:

  • 1.

    de verordening straatnaamgeving en

  • 2.

    de thans voor u liggende verordening Huisnummering.

Bij het opstellen van de modelverordening inzake straatnaamgeving en huisnummering is de mogelijkheid opgenomen verschillende zaken van uitvoerende aard in nadere uitvoeringsvoorschriften te regelen. Dit komt de overzichtelijkheid van de verordening ten goede. De betreffende uitvoeringsvoorschriften kunnen per gemeente verschillen. Zij dienen immers aan te sluiten bij de door de gemeente gekozen administratieve organisatie en stedebouwkundige opzet.

Algemene wet bestuursrecht

Het toekennen van een straatnaam of een huisnummer op grond van de verordening is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De beschikking zal aan de formele en materiële eisen van de Awb moeten voldoen.

Op grond van de Awb is het mogelijk tegen een beschikking een bezwaarschrift in te dienen bij het beschikkende bestuursorgaan. Tevens staat de mogelijkheid open een beroepschrift in te dienen bij de sector bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank.

Hernummering is in feite het toekennen van een huisnummer zoals in de verordening is aangegeven. Het besluit tot het hernummeren valt dan ook binnen de reikwijdte van de Awb. Indien een aanvraag tot huisnummering zou moeten worden afgewezen of een besluit tot huisnummering een belanghebbende zou treffen, moet worden bezien of artikel 4:7 of artikel 4:8 van de Awb van toepassing is. Deze artikel houden de verplichting in de aanvrager of belanghebbende te horen voordat het besluit wordt genomen.

2.ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1

In artikel 1 is een nummer gedefinieerd als een nummer bestaande uit één of meer Arabische cijfers, al dan niet met toevoeging van een letter of een cijfercombinatie. Het is ongebruikelijk in het nummer Romeinse cijfers op te nemen.

Desondanks laat het "Logisch ontwerp GBA" deze mogelijkheid open.

Artikel 2

Dit artikel regelt het toekennen van nummers aan bouwwerken, gebouwen, complexen, afgebakende terreinen, ligplaatsen en standplaatsen door het college van burgemeester en wethouders. Hier is niet voor de term "huisnummer" gekozen omdat bij een afgebakend terrein of ligplaatsen en standplaats niet kan worden gesproken van een "huis-nummer".

Het toekennen van nummers aan lig- en standplaatsen raakt meer in zwang. Dit wordt mede veroorzaakt door een verzoek van het Ministerie van financiën aan de gemeenten om ligplaatsen en standplaatsen te nummeren in verband met de uitkering uit het Gemeentefonds. Bij het toekennen van nummers aan lig- en standplaatsen wordt gebruik gemaakt van het PTT-afgiftebestand. Gemeenten wordt evenwel aangeraden aan elke lig- en standplaats een afzonderlijk nummer toe te kennen. Hierdoor kan namelijk worden voorkomen dat verschillende woonschepen of woonwagens op één afgiftepunt van de PTT hetzelfde nummer krijgen hetgeen tot gevolg heeft dat gemeenten financiële middelen uit het Gemeentefonds mislopen.

Veelal bestaat een gebouw uit verschillende zelfstandige delen. Voor een goede bereikbaarheid in het kader van de dienstverlening (postbezorging, brandbestrijding, politiehulp, ambulancediensten etcetera) is het noodzakelijk deze zelfstandige delen van een afzonderlijk huisnummer te voorzien. De registratie van woonadressen in de GBA noodzaakt in de meeste gevallen al tot het afzonderlijk nummeren van deze delen. Daarnaast strekt het tot duidelijkheid bij de registratie van woningen, onder andere in het kader van de uitkering uit het Gemeentefonds, als aan deze delen nummers worden toegekend.

De in het eerste lid gehanteerde formulering sluit niet uit dat burgers een aanvraag tot nummertoekenning bij burgemeester en wethouders kunnen indienen. Ook deze aanvraag kan in de regel worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbbende een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid van de Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn dan ook wederom in ieder geval de hoofdstukken drie en vier van de Awb van toepassing (algemene en bijzondere bepalingen over besluiten).

In het tweede lid is vastgelegd dat een object een door het college van burgemeester en wethouders toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Daarmee wordt het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers aan objecten. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers, die door het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend, ook ter plaatse zijn terug te vinden.

Het ligt niet voor de hand dat een gemeente de kosten die gepaard gaan met de uitwerking van dit artikel bij de eigenaar van het betreffende object in de vorm van leges in rekening brengt. Er is immers niet duidelijk sprake van een individueel belang.

Artikel 3

Het eerste lid verbiedt een ieder die daartoe niet bevoegd is huisnummers toe te kennen aan gemeentelijke bouwwerken en aan ligplaatsen of standplaatsen door deze zichtbaar ter plaatse aan te brengen.

Het tweede lid verbiedt ten slotte een ieder die daartoe niet bevoegd is nummers toe te kennen aan onroerende zaken die privé-bezit zijn, door deze op zichtbare wijze aan te brengen. Overtreding van het eerste en tweede lid wordt strafbaar gesteld.

Vooral het door de burger aanbrengen van een nummer aan zijn onroerende zaak is de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien heeft recent onderzoek van een grote gemeente aangetoond dat niet alleen "eigen nummers" worden toegekend aan objecten, maar dat dikwijls ook nummers ontbreken, niet leesbaar zijn of zo abstract zijn vormgegeven, dat zij niet meer aan de criteria van "doeltreffendheid" voldoen. De criteria van doeltreffendheid dienen te worden uitgewerkt in technische uitvoeringsvoorschriften.

Artikel 4

In het kader van de dienstverlening dienen huisnummerverzamelborden door of namens de gemeente ter plaatse goed zichtbaar te worden aangebracht. Dit is mogelijk door de huisnummerverzamelborden te bevestigen aan gebouwgevels, aan terreinafscheidingen van derden of aan paaltjes die op andermans terrein ten behoeve van de huisnummering mogen worden geplaatst. Het artikel houdt echter ook rekening met de omstandigheid dat de borden niet door de gemeente zelf, maar door derden worden aangebracht. Om te voorkomen dat de leesbaarheid van de aangebrachte huisnummerverzamelborden door hoog opschietend groen, zonneschermen of reclameborden wordt belemmerd, is bepaald dat de eigenaar ervoor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

Artikel 5

Het aanbrengen van huisnummerbordjes is per gemeente verschillend geregeld. De gemeente Beuningen (afdeling Gebouwen-Beheer) brengt de nummers zelf aan, waarbij het in sommige gevallen ook aan de eigenaar wordt overgelaten de nummers, conform de nadere gemeentelijke voorschriften, aan te brengen.

In de verordening is gekozen voor een formulering waarbij de eigenaar het nummer dient aan te (laten) brengen.De verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een huisnummer is een zaak van de gemeente Beuningen.

In het tweede lid is bepaald dat het door het college van burgemeester en wethouders toegekende nummer binnen een bepaalde termijn moet zijn aangebracht. Voor gevallen waarin het object nog niet is voltooid, is in het derde lid een andere termijn gesteld. Het vierde lid geeft burgemeester en wethouders de mogelijkheid de in het eerste en tweede lid genoemde termijnen te verlengen.

Artikel 6

Het eerste lid biedt de mogelijkheid nadere technische uitvoeringsvoor-schriften te geven. In het kader van de deregulering worden echter geen gedetailleerde voorschriften inzake het aanbrengen van het nummerbord gegeven. Vandaar dat de technische uitvoeringsvoorschriften algemeen van karakter kunnen zijn. Er kan in dit verband worden gedacht aan algemene eisen aan het te gebruiken materiaal (bestand tegen weersinvloeden), alsmede aan een aantal andere technische zaken zoals de methode van nummering en maatvoering van de borden.

Het tweede lid biedt het college van burgemeester en wethouders de mogelijkheid nadere administratieve voorschriften te geven. Deze passage is om verschillende redenen in de verordening opgenomen. In de eerste plaats vervullen huisnummergegevens een zeer wezenlijke functie in het maatschappelijk verkeer. De dienstverlening (brandbestrijding, ambulancevervoer, postbezorging etcetera) kan niet zonder deze informatie. In de tweede plaats zijn tal van gemeentelijke registraties geordend op de volgorde van (straatnaam en) huisnummer. In de derde plaats is een systematische en eenduidige verstrekking van straatnaam- en huisnummergegevens aan vele instanties noodzakelijk. Zo bestaan er verplichtingen tot levering van adresgegevens aan afnemers en derden in de zin van de Wet GBA en aan bijvoorbeeld waterschappen en de Rijksbelastingdienst voor hun belastingheffing. In de vierde plaats is een goede registratie van straatnaam- en huisnummergegevens noodzakelijk om gemeentelijke bestanden te kunnen raadplegen en op elkaar af te stemmen. Ten slotte vervullen de adresgegevens een belangrijke rol bij de uitkering uit het Gemeentefonds.

Tezamen redenen genoeg om uitvoeringsvoorschriften te formuleren.

Artikel 7

Het opleggen van verplichtingen, zoals vervat in de verordening, heeft alleen zin wanneer deze ook kunnen worden afgedwongen zodra de regels worden overtreden. Het is gebruikelijk aan lichte overtredingen een geldboete van de eerste categorie te verbinden.

In het tweede lid worden met name de medewerkers van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht aangewezen om op de naleving van de verordening toe te zien.

Het voorbereiden van huisnummerbeschikkingen etcetera, zijn doorgaans taken waarmee medewerkers van deze afdeling zijn belast. De controle op de naleving kan dan ook beter aan medewerkers van deze afdeling worden toegekend.

Artikel 8

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening.

Artikel 9

Dit artikel regelt het vervallen van de oude bepalingen. De strekking van het artikel spreekt voor zich.

Artikel 10

Het principe van het nummeren van bouwwerken, gebouwen, complexen, onbebouwde terreinen, ligplaatsen en standplaatsen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der tijd hebben vele voorschriften gegolden. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle huisnummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringschriften, zoals vervat in artikel zes.

Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen blijven gehandhaafd (lid 1). Het college van burgemeester en wethouders heeft wel de mogelijkheid aanpassing van de nummers te eisen, zowel in de technische uitvoering als in de volgorde (huisnummerwijziging) (lid 2).

Bij het gebruik van de bevoegdheid tot wijziging van huisnummering moeten burgemeester en wethouders rekening houden met de belangen van met name bewoners en bedrijven. In bepaalde gevallen kan er sprake zijn van een gemeentelijke gehoudenheid tot het regelen van de gevolgen van de wijzigingsbesluiten. Een aantal punten is hierbij van belang:

1.Tussen het besluit -op voorstel van het bureau Bouw- en Woningtoezicht- tot wijziging en de uitvoering van de wijziging dient voldoende tijd te liggen zodat de bewoners en de bedrijven zich op het veranderde huisnummer kunnen voorbereiden. Hoe langer deze periode is, hoe minder de gemeente gehouden is tot compenserende maatregelen. In het derde lid is een periode van minimaal 6 maanden genoemd waarbinnen de vooraankondiging -door Burgerzaken- plaats moet vinden en in het vierde lid nogmaals een periode van minimaal 6 maanden voordat de definitieve verandering ingaat (in nauw overleg tussen Burgerzaken en Bouw- en Woningtoezicht).

Deze periode kan voor gewone gevallen als een redelijke voorbereidingsperiode worden gezien. Gevallen die hiervan afwijken, zoals bijvoorbeeld sterk naar buiten tredende bedrijven met een groot klantenpotentieel, moet op zichzelf worden bezien. In zijn algemeenheid verdient het aanbeveling in een vroegtijdig stadium contact op te nemen met de betrokken bedrijven. De Algemene wet bestuursrecht kent deze verplichting op grond van artikel 4:8.

  • 2.

    Voor de gevallen waarin de gemeente gehouden kan worden geacht tot het vergoeden van de gemaakte kosten is geen algemene norm aan te geven waaruit de hoogte of de vorm van de vergoeding kan worden afgeleid.

  • 3.

    Indien de wijziging bewoners betreft en er een korte voorbereidingsperiode geldt, dan is het beschikbaar stellen van een aantal adreswijzigingskaarten in de meeste gevallen een redelijke vorm van schadeloosstelling.

  • 4.

    Bedrijven die bij een voorbereidingsperiode van één jaar onevenredig in hun belangen worden getroffen kunnen een aanspraak maken op vergoeding van een deel van de door hen te maken kosten. Daarbij zijn de volgende aspecten te wegen:

    • a.

      de bevoegdheid van de gemeente om tot wijziging te besluiten;

    • b.

      het maatschappelijk risico dat een bedrijf dientengevolge is toe te rekenen;

    • c.

      de lengte van de voorbereidingsperiode;

    • d.

      de specifieke aspecten van het bedrijf;

    • e.

      de voorraad naar buiten gerichte kantoorbescheiden en productonderdelen met adresvermelding;

    • f.

      de actualiteit van de onder e genoemde zaken;

    • g.

      het gemiddelde gebruik of de omzet per tijdsperiode van de onder e genoemde zaken;

    • h.

      de mogelijkheid tot bedrijfseconomische en fiscale afschrijving van de onder e genoemde zaken.

Artikel 11

Omdat de term "huisnummer" in principe geen juiste term is voor het nummeren van bijvoorbeeld afgebakende terreinen of standplaatsen en ligplaatsen is de officiële titel van de verordening nogal lang. In het dagelijks gebruik zal de voorgestelde citeertitel worden gehanteerd.