Regels seksinrichtingen

Geldend van 31-07-2024 t/m heden

Intitulé

Regels seksinrichtingen

A) NADERE REGELS SEKSINRICHTINGEN.

(artikel 3.1.3 van de Algemene plaatselijke verordening Deventer, hoofdstuk 2 en 4 van het Bouwbesluit en hoofdstuk 6 en 6A van de Bouwverordening)

PARAGRAAF 1 : TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN

Artikel 1.1 Verhouding met Bouwbesluit en Bouwverordening.

  • 1.

    De voorschriften als bedoeld in hoofdstuk 2 van het Bouwbesluit met betrekking tot brandveiligheid, hoofdstuk 4 met betrekking tot bruikbaarheid van (verblijfs)ruimten,hoofdstuk 2 en 5 van de Bouwverordening (12e serie wijzigingen) betreffende de brandveiligheidinstallaties en hoofdstuk 6 van de Bouwverordening (12e serie wijzigingen) betreffende het brandveilig gebruik van bouwwerken zijn van overeenkomstige toepassing op seksinrichtingen als bedoeld in deze nadere regels.

  • 2.

    Voor de toepassing van deze nadere regels worden de gebouwen waarin seksinrichtingen gevestigd zijn aangemerkt als winkelgebouw tenzij anders is bepaald.

  • 3.

    Voor zover deze nadere regels in strijd zijn met het bouwbesluit blijven deze nadere regels buiten toepassing.

Artikel 1.2 Afmeting en inrichting werkruimte en kleedruimte. 1.

  • 1.

    De werkruimte, dat wil zeggen de voor prostitutie bestemde afgesloten ruimte, moet overeenkomstig artikel 4.28 van het Bouwbesluit een oppervlakte hebben van ten minste 10m², een breedte van ten minste 1,80 meter en een hoogte van 2.60 meter.

    (*) Wijzigingen zijn vetgedrukt

  • 2.

    In iedere werkruimte dient een bed of rustbank aanwezig te zijn.

  • 3.

    In een seksinrichting moet, hetzij een afzonderlijke kleedruimte voor de prostituees, hetzij een voor iedere prostituee afsluitbare hang-/legkast in de werkruimte, aanwezig zijn.

  • 4.

    In de kleedruimte welke een oppervlakte dient te hebben van ten minste 10 m² een breedte van ten minste 1,80 meter en een hoogte van 2,60 meter moet voor iedere prostituee een afsluitbare hang-/legkast aanwezig zijn.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 4 bedoeldehoogte tot een hoogte van minimaal 2,10 meter

Artikel 1.3 Afmeting en gevelbeslag vitrine

  • 1.

    Een vitrine wordt aangemerkt als een “Overige gebruiksfunctie” als bedoeld in het Bouwbesluit 2003.

  • 2.

    Indien een vitrine aanwezig is moet deze een nuttige oppervlakte hebben van ten minste 4 m², een gevelbeslag van ten minste 1,50 meter en een hoogte van 2,10 meter per prostituee hebben.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van lid 1, mits de oppervlakte van de vrije ruimte minimaal 2 m² bedraagt.

Artikel 1.4 Dagverblijf en keuken

  • 1.

    In een seksinrichting waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een dagverblijf voor deprostituees aanwezig zijn. Het dagverblijf moet een oppervlakte hebben van ten minste 16 m², een breedte van ten minste 3,35 meter en een hoogte van 2,60 meter.

  • 2.

    In een seksinrichting waar vijf of meer werkruimten zijn, moet een keuken tenbehoeve van het bereiden van maaltijden aanwezig zijn. De keuken moet een oppervlakte hebben van ten minste10 m² en een breedte van ten minste 1,80 meter en een hoogte van 2,60 meter.

  • 3.

    Een dagverblijf alsmede een keuken (al dan niet gecombineerd) wordt aangemerkt als een “Bijeenkomstfunctie” als bedoeld in het Bouwbesluit 2003 .

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de in lid 1 en 2 bedoelde hoogte tot een hoogte van minimaal 2,10 meter

  • 5.

    De dagverblijfsruimte en de keuken mogen worden samengevoegd tot één ruimte.

  • In dat geval kunnen burgemeester en wethouders tevens ontheffing verlenen tot een minimale gezamenlijke oppervlakte van 20 m2.

Artikel 1.5 Temperatuur en luchtverversing (technische voorschriften)

  • 1.

    In de seksinrichting moet ten behoeve van de in het gebouw aanwezige verblijfsruimten en –indien aanwezig - vitrines tenminste een opstelplaats voor eenstooktoestel in een afsluitbare stookruimte aanwezig zijn welke is afgestemd op de daarin aanwezige verwarmingsapparatuur

  • 2.

    De voorziening voor toevoer van verse lucht en de afvoer van binnenlucht dient te voldoen aan het bepaalde in artikel 3.48 van het Bouwbesluit. Artikel 3.60 (doorspuibaarheid) van het Bouwbesluit is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 1.6 Verlichting ruimten

Vervallen

Artikel 1.7 Wasbakken badruimte

  • 1.

    In de werkruimte dient een wasbak van minimaal 40 bij 60 cm. met warm en koud stromend water aanwezig te zijn. De wasbakken moeten doelmatig zijn geplaatst.

  • 2.

    In een seksinrichting dient tenminste één gemeenschappelijke badruimte, waaronder mede wordt verstaan een doucheruimte en één toilet of een combinatie van badruimte met toilet, aanwezig te zijn.

  • 3.

    Indien in de seksinrichting meer dan vijf maar maximaal 10 werkruimten aanwezig zijn, moeten er minimaal 2 badruimten aanwezig zijn; bij 11 tot en met 15 werkruimten, 3 badruimten, bij 16 tot en met 20 4 badruimten en zo voorts.

  • 4.

    De badruimten moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 1,2 m², en

    breedte van tenminste 0,8 meter en een hoogte van minimaal 2,30 meter. Indien de

    badruimte is samengevoegd met een toiletruimte dient de oppervlakte van deze

    samengevoegde ruimte minimaal 2,2 m² te bedragen.

  • 5.

    De badruimten moeten doelmatig zijn ingericht, beschikken over warm en koud

    stromend water en van het benodigde zijn voorzien.

Artikel 1.8 Toiletten

  • 1.

    In een seksinrichting moet ten minste één toilet zijn.

  • 2.

    In een seksinrichting met vijf of meer werkruimten moeten ten minste twee toiletten naar sekse gescheiden aanwezig zijn en van een duidelijk opschrift, aanduidende de sekse, waarvoor zij bestemd zijn, voorzien zijn.

  • 3.

    Indien in de seksinrichting meer dan vijf werkruimten aanwezig zijn, moet het aantal toiletten per vijf werkruimten worden vermeerderd met één. Voor de berekening van het aantal toiletten dient het aantal werkruimten naar boven te worden afgerond op een veelvoud van vijf.

  • 4.

    De toiletten moeten een vloeroppervlakte hebben van tenminste 0,9 x 1,20 meter en een minimale hoogte van 2,30 meter.

  • 5.

    De toiletten moeten doelmatig zijn ingericht, voldoende zijn geventileerd en van het benodigde zijn voorzien. Een toilet moet overdekt en afsluitbaar zijn. Een toilet moet zijn voorzien van een goed werkende doorspoelinrichting met een stankafsluiting.

  • 6.

    In of in de onmiddellijke nabijheid van de toiletten moet een voldoende aantal wasbakken aanwezig zijn. De wasbakken moeten zindelijk worden gehouden endoelmatig zijn geplaatst. De wasbakken moeten beschikken over stromend water en

    van het benodigde zijn voorzien.

Artikel 1.9 Ontvluchtings- en alarmeringsgelegenheid

  • 1.

    Ruimten in de seksinrichting waarin zich één of meer prostituees plegen te bevinden, moeten zijn voorzien van duidelijk kenbare gelegenheden tot ontvluchting indien de normale uitgangen daartoe onvoldoende zijn. Deze moeten, mede gelet op het aantal andere personen dat zich in die ruimten pleegt te bevinden, in aantal, ligging en grootte toereikend zijn om de prostituees op een zo veilig mogelijke wijze een zo veilig mogelijke plaats te doen bereiken. Vorenbedoelde gelegenheden tot ontvluchting moeten zijn vrijgehouden van obstakels.

  • 2.

    De toegangsdeur(en) van een werkruimte dienen van binnenuit ten alle tijde te openen te zijn zonder gebruikmaking van losse voorwerpen.

  • 3.

    De toegangsdeur(en) van een werkruimte dienen van buiten uit te allen tijde, zij het slechts met gebruikmaking van losse voorwerpen, te openen te zijn door de prostituee of de beheerder.

  • 4.

    Een werkruimte waarvan de toegangsdeur is gelegen aan de weg moet in open verbinding staan met andere ruimten.

  • 5.

    Indien het voldoen aan het bepaalde in het vierde lid niet mogelijk is of niet kan worden gevergd, dienen maatregelen te worden getroffen waardoor de veiligheid van de prostituees anderszins wordt gewaarborgd.

Artikel 1.10 Overige brandveiligheidsvoorschriften

  • 1.

    Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 2 en 4 van het Bouwbesluit, dienen seksinrichtingen te voldoen aan het bepaalde in artikel 6a.1.1 van de Bouwverordening.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 1 mits voldoende brandveiligheid gewaarborgd blijft.

PARAGRAAF 2 : GESCHIKTHEIDSVERKLARING

Artikel 2.1

  • 1.

    Het is verboden om zonder of in afwijking van een geschiktheidsverklaring van burgemeester en wethouders een gebouw als seksinrichting in gebruik te nemen, te hebben of te houden.

  • 2.

    Een geschiktheidsverklaring wordt afgegeven indien wordt voldaan aan de eisen zoals gesteld in paragraaf 1.

Artikel 2.2

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een geschiktheidsverklaring binnen dertien weken na de dag waarop de aanvraag ontvangen is.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen hun beslissing eenmaal voor ten hoogste dertien weken verdagen.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid houden burgemeester en wethouders de beslissing op de aanvraag aan indien op de sekinrichting een aanschrijving rust wegens strijd met de voorschriften van het Bouwbesluit of de Bouwverordening en aan die aanschrijving (nog) niet is voldaan.

Artikel 2.3

Burgemeester en wethouders kunnen een geschiktheidsverklaring intrekken of wijzigen indien:

  • a.

    blijkt dat zij de verklaring ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens hebben afgegeven;

  • b.

    blijkt dat de houder van de verklaring niet of niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan aan een aan deze verklaring verbonden voorwaarde;

  • c.

    het belang op grond waarvan de verklaring is afgegeven dit vereist op grond van een verandering van de inzichten met betrekking tot de bescherming van de prostituee en de verbetering van hun positie, opgetreden na het afgegven van de verklaring.

PARAGRAAF 3 : GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

Artikel 3.1 Het gebruik van de ruimten

  • 1.

    Prostitutie is verboden in andere ruimten dan de werkruimten. Het bed of de rustbank welke in iedere werkruimte aanwezig dient te zijn, moet in een goede, veilige en zindelijke staat verkeren. De werkruimten moeten voldoende zijn verwarmd.

  • 2.

    De ruimten in de seksinrichting alsmede het daarin aanwezige meubilair moet zindelijk en zoveel mogelijk vrij van stof worden gehouden .

  • 3.

    Besloten ruimten in het prostitutiebedrijf die regelmatig door de prostituee worden gebruikt, moeten gedurende de aanwezigheid van de prostituee voldoende en op veilige wijze zijn verwarmd.

  • 4.

    Het gebruik van verplaatsbare ruimteverwarmingstoestellen is toegestaan, mits deze door een erkende keuringsinstantie zijn goedgekeurd.

  • 5.

    Het is niet toegestaan de seksinrichting tevens te gebruiken of in gebruik te geven voor woondoeleinden waaronder in ieder geval wordt verstaan het gebruik als overnachtingsgelegenheid.

Artikel 3.2 Bed- en handlinnen

  • 1.

    Het bedlinnen in de werkruimten moet dagelijks worden verschoond.

  • 2.

    Het handlinnen moet na gebruik door schoon handlinnen worden vervangen.

Artikel 3.3 Hulp bij ongevallen

  • 1.

    Voor het verlenen van eerstehulp bij ongevallen moeten voldoende en doelmatige middelen beschikbaar en direct voor gebruik bereikbaar zijn.

  • 2.

    Op de trommels, kisten of kasten waarin de middelen verpakt zijn, moet duidelijk door een opschrift of door een gebruikelijk kenteken aangegeven zijn dat zij middelen voor eerste hulp bij ongevallen bevatten.

Artikel 3.4 Gezondheid

  • 1.

    De exploitant van een seksinrichting verleent medewerking aan voorlichtingsactiviteiten van de GGD Gelre-IJssel en van andere hulpverleningsinstellingen gericht op verbetering van de gezondheidssituatie van de bij hem werkzame prostituees.

  • 2.

    De seksinrichting voldoet aan alle normen zoals vermeld in de Hygiëne richtlijnen voor seksinrichtingen van het LCHV april 2006,

  • 3.

    Het is verboden door middel van handelsreclame kenbaar te maken dat de in de seksinrichting werkzame prostituees niet geïnfecteerd zijn met een seksueel overdraagbare aandoening.

  • 4.

    In geval van besmetting van de seksinrichting met ongedierte moet de exploitant terstond alle noodzakelijke maatregelen treffen ter beëindiging van die besmetting.

Artikel 3.5 Geneeskundig onderzoek

  • 1.

    De exploitant stelt de bij hem werkzame prostituees in de gelegenheid zich geregeld geneeskundig op seksueel overdraagbare aandoeningen en overige aan het beroep gerelateerde klachten door een arts te laten onderzoeken.

  • 2.

    Indien een arts vast verbonden is aan een seksinrichting, geeft de exploitant schriftelijk naam en adres van die arts door aan de GGD.

  • 3.

    De prostituee is vrij in haar keuze welke arts zij bezoekt.

  • 4.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen voor de wijze waarop de arts bedoeld in het derde lid het geneeskundig onderzoek op seksueel overdraagbare aandoeningen bij een prostituee moet verrichten;

Artikel 3.6 Vrijheid van de prostituee

  • 1.

    De exploitant is verplicht een bedrijfsbeleid te voeren waarin de toepassing van veilige sekstechnieken en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituee centraal staan.

  • 2.

    Het bedrijfsbeleid wordt in ieder geval geacht niet aan deze uitgangspunten te voldoen indien de prostituee geen klanten en (seksuele) handelingen mag weigeren, verplicht is met klanten mee te drinken en verplicht is om, indien daarom wordt verzocht, zonder condoom te werken.

PARAGRAAF 4 : SLOTBEPALINGEN

Artikel 4.1 Ontheffing

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen en/of vergroten van een gebouw ontheffing verlenen van een bij of krachtens dit besluit vastgesteld voorschrift omtrent het bouwen van een bouwwerk tot het niveau van de desbetreffende voorschriften voor een bestaand bouwwerk tenzij bij het voorschrift in het bouwbesluit of deze nadere regelen anders is aangegeven2.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover bij of krachtens het bouwbesluit of deze nadere regelen geen voorschrift is vastgesteld omtrent de staat van een bestaand bouwwerk bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen, veranderen en/of vergroten van een bouwwerk ontheffing verlenen van een voorschrift omtrent het bouwen van een bouwwerk tot het rechtens verkregen niveau tenzij bij het voorschrift in het Bouwbesluit of deze nadere regelen anders is aangegeven

Artikel 4.2 Vrijstelling

Burgemeester en wethouders kunnen voor andere seksinrichtingen dan prostitutiebedrijven geheel of gedeeltelijk vrijstelling verlenen van deze nadere regels.

Artikel 4.3 Toegang

Medewerk(st)ers van de politie, van het Team Toezicht (Bouwen en wonen), van de Brandweer en van de GGD, moeten te alle tijde ongehinderd en vrije toegang tot de seksinrichting hebben.

Artikel 4.4 Slotbepaling

De nadere regels kunnen worden aangehaald als nadere regels seksinrichtingen en treden in werking op 1 januari 2008.