LANDSVERORDENING van de 19de december 1990 tot wijziging van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1965, no. 122)

Geldend van 22-12-1990 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 02-10-1951

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 19de december 1990 tot wijziging van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1965, no. 122)

Artikel I

De Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1965, no. 122), zoals gewijzigd, wordt nader gewijzigd als volgt:

A.Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

  • 1.

    Er is een Landsloterij.

  • 2.

    De Landsloterij is rechtspersoon.

  • 3.

    De Landsloterij is gevestigd te Willemstad, Curacao.

  • B.

    Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5

De Direkteur vertegenwoordigt de Landsloterij in en buiten rechte.

C.Na artikel 10 wordt een nieuw artikel 11 ingevoegd, luidende:

Artikel 11

De Direkteur is verantwoordelijk en rekenplichtig aan de Minister van Financiën.

D.Artikel 17 komt te luiden:

Artikel 17

  • 1.

    De Gouverneur benoemt, schorst en ontslaat, de Raad van Toezicht en Advies gehoord, de Direkteur der Landsloterij.

  • 2.

    Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden, de Raad van Toezicht en Advies gehoord, nadere voorschriften gegeven met betrekking tot de bevoegdheden en verplichtingen van de direkteur.

  • 3.

    De Gouverneur benoemt, schorst en ontslaat, de Raad van Toezicht en Advies en de Direkteur gehoord, een onderdirekteur. Deze vervangt de Direkteur tijdens diens afwezigheid of ontstentenis.

  • 4.

    Het overige personeel van de Landsloterij wordt op voordracht van de Direkteur door de Gouverneur benoemd, geschorst en ontslagen en geniet een bezoldiging gelijk aan die, welke voor personeel van gelijke of gelijksoortige rang in dienst van de Nederlandse Antillen is of nader zal worden bepaald.

    • E.

      Artikel 18 komt te luiden:

Artikel 18

Alle wettelijke regelingen in de zin van artikel 2 van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen, welke voor de landsdienaren gelden en betrekking hebben op hun rechtstoestand, alsmede alle andere algemeen verbindende voorschriften in de zin van artikel 35, eerste lid, van de Regeling ambtenarenrechtspraak 1951 zijn, voorzover niet bij deze landsverordening anders is bepaald, op de Direkteur en het overige personeel van de Landsloterij van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de toepassing van deze regelingen en voorschriften geschiedt voor wat betreft de Direkteur na overleg met de Raad van Toezicht en Advies en voor wat betreft het overige personeel na overleg met de Direkteur.

F.Artikel 19 komt te luiden:

Artikel 19

De uitgaven in verband met de inkomens en overige aanspraken van de Direkteur, de onderdirekteur en het overige personeel worden gedragen door de Landsloterij.

Artikel II

  • 1. Deze landsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die der uitgifte van het Publicatieblad, waarin de afkondiging is geschied, met dien verstande dat voor wat betreft de rechten en plichten ingevolge de Pensioenverordening Burgerlijke landsdienaren 1938 (P.B. 1976, no. 45) deze landsverordening terugwerkt tot en met 2 oktober 1951.

  • 2. De op het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening aan de Landsloterij ter beschikking gestelde ambtenaren blijven in die hoedanigheid werkzaam bij de Landsloterij totdat hun terbeschikkingstelling wordt beëindigd.

  • 3. Het personeel van de Landsloterij, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening in dienst van de Landsloterij is, wordt geacht op dat tijdstip in vaste nietpensioengerechtigde dienst te zijn benoemd, met dien verstande dat degenen die op dat tijdstip minder dan twee maanden bij de Landsloterij werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst met een proeftijd van twee maanden geacht worden in tijdelijke dienst met een proeftijd voor de resterende duur van die twee maanden te zijn benoemd.