LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 19de Juni 1952 ter uitvoering van artikel 30 van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (P.B. 1951, no. 134)

Geldend van 01-01-1953 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN van de 19de Juni 1952 ter uitvoering van artikel 30 van de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 (P.B. 1951, no. 134)

Artikel 1

  • 1. De benoemde leden en leden- plaatsvervangers van de raad genieten voor het bijwonen van bijeenkomsten van de raad een presentiegeld van tien gulden per bijeenkomst.

  • 2. Meer bijeenkomsten op dezelfde dag gehouden, worden voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel tezamen als één bijeenkomst aangemerkt.

Artikel 2

De benoemde leden en leden- plaatsvervangers van de raad, die zich voor plaatselijk onderzoek of andere ingevolge de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951 te verrichten werkzaamheden begeven buiten hun woonplaats, of buiten de plaats waar de raad is gevestigd, genieten vrije overtocht en vergoeding wegens verblijfkosten berekend op de voet van de bepalingen, neergelegd in de Beschikking van de 20ste Juni 1933 no. 700, houdende vaststelling van een regeling der vergoeding voor reis- en teerkosten, gelijk mede voor verhuiskosten binnen het Staatsdeel Curaçao (P. B. 1933, no. 57) zoals gewijzigd, terwijl voor de vergoeding van de verblijfkosten de leden en leden- plaatsvervangers van de raad worden gerangschikt in de eerste klasse. Tevens is op hen van toepassing het Landsbesluit Verzekering Vliegrisico's 1952 (P.B. 1952, no. 10), waarbij zij ten aanzien van de verzekerde som worden gerangschikt onder artikel 4, letter A van dat landsbesluit.

Artikel 3

Dit landsbesluit treedt in werking tegelijk met de Regeling Ambtenarenrechtspraak 1951.