Regeling voor toekenning prestatiebeloning

Artikel 1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  ambtenaar:                        

  1. de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1, lid 1, sub a van de CAR; 2. de werknemer in de zin van artikel 2:5:1 van de LAR;

• b.

  prestatiebeloning:              

  een beloning voor een inciden­tele meerwaarde van een functionaris of een groep van functionaris­sen, gericht op zaken binnen of buiten de eigen functie en/of op het verrichten van een veelal eenmalige bijzondere prestatie;

• c.

  leidinggevende:                 

  de direct leidinggevende van de ambtenaar of, in het geval van de gemeentesecretaris, de burgemeester en de portefeuillehouder p&o gezamenlijk;

• d.

  bevoegd gezag:                  

  het college van burgemeester en wethouders voor de gemeentesecretaris; de gemeentesecretaris namens het college van burgemeester en wethouders voor de sectordirecteuren en de afdelingshoofden; de sectordirecteuren namens het college van burgemeester en wethouders voor overigen;

Artikel 2 Hoogte beloning

• 1.

  Van de volgende mogelijkheden kan gebruik worden gemaakt:

  • a.

    Gratificaties (individueel en groepen);

  • b.

    Extra opleidingsmogelijkheden(studiereis of opleiding);

  • c.

    Overige mogelijkheden: bijv. weekend (met overige gezinsleden) in bungalowpark, een etentje  (individueel of met partner of met de groep);

• 2.

  In alle in het eerste lid genoemde mogelijkheden geldt een netto-bedrag tot maximaal € 1135,00.

​

Artikel 3 Toetsingscriteria

Bij prestatiebeloning is sprake van incidentele prestaties die in hoofdzaak zijn te verdelen in 2 categorieën, namelijk:

• 1.

  Prestatiekenmerken:

  Hieronder wordt verstaan:

  • a.

    het leveren van een extra prestatie in termen van kwantiteit, kwaliteit en flexibiliteit op de werkplek (aanpassing werktij­den, arbeidsduur, hoge productie, etc.).

  • b.

    het anders of vanwege bijzondere omstandigheden leveren van een extra inspanning/ prestatie. Dit kan betrekking hebben op een tijdelijke verhoging van de werkdruk bijvoorbeeld ziekte van collega’s, extra werk, overgang op of vervanging van geautomatiseerde systemen etc.

  • c.

    het beschikken over niet voor de functie benodigde kennis en/of vaardigheden waar de organisatie op enigerlei wijze gebruik van maakt.

• 2.

  Gedragskenmerken:

  Hieronder wordt verstaan:

  • a.

    het daadwerkelijk tonen en boven hetgeen verwacht mag worden, mee te werken aan de realisatie van organisatiedoelstellingen zoals bijvoorbeeld brede inzetbaarheid, verbetering van de klantgerichtheid, verbetering van de effi­ciency etc.

  • b.

    het verrichten van activiteiten buiten de eigen functie die gericht zijn op bevordering van de saamhorigheid.

    ​

Artikel 5 Procedure

Toekenning aan de ambtenaar geschiedt op basis van een gemotiveerde voordracht van de leidinggevende. Het bevoegd gezag toetst de voordracht aan de in artikel 3 van deze regeling opgenomen criteria en stelt de vorm en de hoogte van de toe te kennen beloning vast.

Artikel 6 Tijdstip van toekenning

De extra beloning wordt aan de ambtenaar toegekend nadat de aanleiding daartoe zich heeft voorgedaan.

Artikel 7 Bekendmaking

Aan het toekennen van prestatiebeloning behoort bekendheid te worden gegeven aan de organisatie. Binnen de sector dient de bekendmaking meteen plaats te vinden door het bevoegd gezag met vermelding van de reden van toekenning en het bedrag. Deze mededelingen worden ook ter kennisneming aan het management­team en de afdeling P&O gebracht.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2008 en vervangt alle voorafgaande regelingen op dit terrein.