BESLUIT van de 12de December 1949 ter uitvoering van artikel 5 van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1945, no. 57)

Geldend van 01-03-1952 t/m heden

Intitulé

BESLUIT van de 12de December 1949 ter uitvoering van artikel 5 van de Loterijverordening 1909 (P.B. 1945, no. 57)

Artikel 1

Voor het houden van prijs- en premietrekkingen van loterijen als bedoeld in artikel 3 der Loterijverordening 1909, en wel voor zover de prijzen en premiën gezamenlijk een grotere waarde hebben dan vijfhonderd gulden, worden de volgende bepalingen in acht genomen:

1°. de trekking heeft in het openbaar plaats;

2°. de trekking geschiedt op het eiland Curaçao tegen overstaan van de Procureur-Generaal en op de overige eilanden van de Nederlandse Antillen ten overstaan van de Gezaghebber, welke ambtenaren zich zo nodig door een ambtenaar van hunnentwege kunnen doen vervangen;

3°. de dag, het uur en de plaats der trekking worden tenminste acht dagen van tevoren bekend gemaakt op de wijze, als door de Gouverneur bij het verlenen van toestemming tot het aanleggen en houden van de loterij zal worden bepaald;

4°. de middelen, waarmede de trekking plaats heeft, welke niet op een door de Gouverneur te bepalen wijze is vastgekoppeld aan enige trekking van de landsloterij, worden aangewezen door de Procureur-Generaal en geschieden met inachtneming van het in dit besluit bepaalde op een door de Procureur-Generaal te bepalen wijze;

5°. van de trekking wordt door de ambtenaar te wiens overstaan de trekking plaats vindt proces-verbaal opgemaakt; daarin wordt melding gemaakt van de getrokken nummers en de daarop gevallen prijzen of premiën;

6°. de uitslag der trekking wordt binnen 24 uur nadat deze heeft plaats gevonden door de aanlegger der loterij bekend gemaakt op de wijze als door de Gouverneur bij het verlenen van toestemming tot het aanleggen en houden van de loterij werd bepaald.

Artikel 2

  • 1. De gezamenlijke nominale waarde van de loten in enige loterij waartoe de toestemming van de Gouverneur vereist is, zal een bedrag van honderd duizend gulden niet te boven gaan.

  • 2. Van de gezamenlijke nominale waarde van de loten moet tenminste veertig ten honderd dier waarde in prijzen en premiën worden uitgekeerd.

Artikel 3

  • 1. Bij een ingevolge artikel 3 van de Loterijverordening 1909 door de Gouverneur te verlenen toestemming moet door de aanlegger der loterij zekerheid worden steld zowel voor de voldoening en aflevering der prijzen en premiën als voor de nakoming van de voorwaarden aan de toestemming tot het houden van de loterij verbonden.

  • 2. De zekerheid wordt gesteld ten genoegen van de Administrateur van Financiën, indien de trekking op het eiland Curaçao zal plaatsvinden en ten genoegen van de Gezaghebber, indien de trekking op een van de andere eilanden van de Nederlandse Antillen zal plaats vinden.

Artikel 4

De bewijzen, dat zekerheid is gesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van dit besluit en dat het vergunningsrecht bedoeld bij artikel 4 van de Loterijverordening 1909 is voldaan, moeten vóór de trekking worden getoond aan de ambtenaar te wiens overstaan de trekking geschiedt.

Artikel 5

  • 1. Op het houden van trekkingen van loterijen waarvan de prijzen en premiën gezamenlijk geen groter waarde hebben dan vijfhonderd gulden, is het bepaalde in artikel 1 sub 1°. van overeenkomstige toepassing.

  • 2. De wijze van bekendmaking van dag, uur en plaats waar de trekking van deze loterijen zal plaatsvinden, de wijze waarop en de middelen waarmede de trekking zal worden gehouden, alsmede het tijdstip waarop de aanlegger der loterij de uitslag der trekking uiterlijk moet hebben gekend gemaakt, wordt bepaald door de Procureur-Generaal op het eiland Curaçao en door de Gezaghebber op de overige eilanden van de Nederlandse Antillen.

  • 3. Zekerheidstelling zowel voor de voldoening en aflevering der prijzen en premiën als voor de nakoming van de voorwaarden aan de toestemming tot het houden van de loterij verbonden, geschiedt ten genoegen van de Procureur-Generaal op het eiland Curaçao en ten genoegen van de Gezaghebber op de overige eilanden van de Nederlandse Antillen. Daarnevens dient vóór de trekking plaats vindt aan de genoemde ambtenaar het bewijs te worden getoond, dat het vergunningsrecht bedoeld in artikel 4 van de Loterijverordening 1909 is voldaan.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking op een nader door de gouverneur te bepalen tijdstip.