LANDSVERORDENING van de 21ste oktober 1994 tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van de Nederlandse Antillen

Geldend van 29-10-1994 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING van de 21ste oktober 1994 tot aanwijzing van de interne accountant van de Regering van de Nederlandse Antillen

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Stichting: de Stichting Overheidsaccountantsbureau;

  • b.

    interne accountant: degene die ten behoeve van de Regering van de Nederlandse Antillen de taken of werkzaamheden bedoeld in artikel 3, van de statuten van de Stichting Overheidsaccountantsbureau verricht;

Artikel 2

  • 1. Onverminderd de wettelijk opgedragen controletaken aan anderen dan de Stichting, wordt de Stichting met uitsluiting van anderen aangewezen om als interne accountant van de Regering van de Nederlandse Antillen op te treden.

  • 2. Voor zover in enige wettelijke regeling niet anders is bepaald, wordt met degene die is belast met de controle, bedoeld in artikel 24, zesde en zevende lid, van de Landsverordening Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen (P.B. 1988, no. 84) de Stichting bedoeld.

  • 3. De financiële afspraken met betrekking tot de vergoeding aan de Stichting voor werkzaamheden verricht ten behoeve van de Regering van de Nederlandse Antillen worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de rechtspersoon de Nederlandse Antillen en de Stichting.

  • 4. De overeenkomst, bedoeld in het derde lid, wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Het voorgaande laat onverlet dat de rechtspersoon de Nederlandse Antillen en de Stichting tussentijds deze overeenkomst kunnen wijzigen.

Artikel 3

  • 1. De werknemers van de Stichting hebben in de uitoefening van hun taak het recht van toegang tot alle plaatsen, waar landsgelden of goederen worden bewaard of administratie daaromtrent wordt gevoerd; zij hebben het recht alle boeken, verantwoordingen, registers en bescheiden, betrekking hebbende op of verband houdende met de overheidsadministratie in te zien.

  • 2. De gewone en buitengewone rekenplichtigen zijn gehouden, aan de in het eerste lid bedoelde personen, de inlichtingen te verstrekken, welke deze met het oog op de richtige uitoefening van hun taak nodig achten.

  • 3. Desgewenst tonen de werknemers van de Stichting een legitimatiebewijs dat is afgegeven door het Bestuur van de Stichting.

Artikel 4

Deze landsverordening treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip, aan welk landsbesluit terugwerkende kracht kan worden verleend tot en met de datum van oprichting van de Stichting.