Nadere regels investeringsbudget bodem stedelijke vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014 (Nadere regels investeringsbudget bodem stedelijke vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014)

Geldend van 02-02-2012 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2012

Intitulé

Nadere regels investeringsbudget bodem stedelijke vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014 (Nadere regels investeringsbudget bodem stedelijke vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014)

Besluit van Gedeputeerde Staten van 13 december 2011 tot vaststelling van de Nadere regels investeringsbudget bodem stedelijke vernieuwing Zuid-holland 2010-2014 (Prov. blad 2012, nr. 12)

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder: 

  • a. bodemconvenant: het Convenant bodemontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties zoals dat door het Rijk, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen op 10 juni 2009 is ondertekend;

  • b. spoedeisende locaties: de in bijlage 1 behorende bij deze regeling opgenomen spoedlocaties met als kenmerken: verontreinigde locaties waarvan vaststaat dat sprake is van een of meer van de volgende risico’s: humaan risico, verspreidingsrisico en ecologisch risico, waarvoor geen andere vorm van bodemfinanciering geldt of mogelijk is, én waarvan de sanering nog niet in uitvoering is én die binnen de begrenzing bebouwd gebied 2000 liggen;

  • c. begrenzing bebouwd gebied 2000: het gebied dat in Nota Ruimte: Ruimte voor ontwikkeling (2004) door het toenmalige ministerie van VROM als zodanig is bepaald.

     

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten

Gedeputeerde Staten kunnen aan gemeenten een investeringsbudget bodem verstrekken ten behoeve van de gemeentelijke activiteiten gericht op de inspanningen om:

  • a. vóór 1 januari 2013 de spoedeisende locaties, ongeacht het soort risico (humaan, ecologie en verspreiding), op een zodanig informatieniveau te brengen dat een definitief oordeel over de risico’s kan worden gegeven;

  • b. maatregelen te nemen, die nodig zijn om de spoedeisende locaties met een humaan risico uiterlijk 31 december 2015 als gesaneerd dan wel beheerst te bestempelen;

  • c. uiterlijk 31 december 2015 voorbereidingen te treffen om de sanering dan wel de beheersing van de spoedeisende locaties met een ecologisch en verspreidingsrisico na 31 december 2015 mogelijk te maken.

     

Artikel 3 Hoogte investeringsbudget bodem

1. Gedeputeerde staten kunnen per spoedeisende locatie een investeringsbudget bodem van €  117.000 toekennen.

2. In aanvulling op het eerste lid kunnenGedeputeerde Staten in 2013 gemeenten eeninvesteringsbudget bodem toekennen voor:

  • a. spoedlocaties die bij een definitief oordeelspoedeisend blijken te zijn en waarbij hettoegekende budget onvoldoende is om de niet elders te verhalen kosten te dragen. Als voorwaarde geldt dat de gemeente in samenwerking met het bevoegd gezag uiterlijk 1 januari 2013 de relevante kosten, kostendragers of financieringsmogelijkheden en de kosten die niet elders verhaald kunnen worden inzichtelijk maakt;

  • b. locaties, die uiterlijk 1 januari 2013 op eenzodanig informatieniveau zijn gebracht dat een definitief oordeel over de spoedeisendheid kan worden gegeven en daarbij spoedeisend blijken te zijn. Als voorwaarde geldt dat de gemeente in samenwerking met het bevoegd gezag uiterlijk 1 januari 2013 de relevante kosten, kostendragers of financieringsmogelijkheden en de kosten die niet elders verhaald kunnen worden inzichtelijk maakt en daaruit blijkt dat voor de gewenste aanpak van de locatie sprake is van een financieel tekort.  

Artikel 4 Intrekken Bodem beheerst, nadere regels investeringsbudget 2010-2014  

De Bodem beheerst, nadere regels investeringsbudget 2010-2014 wordt ingetrokken.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2012. Als het Provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2011treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt deze regeling terug tot en met 1 januari 2012.

Artikel 6 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Nadere regels investeringsbudget bodem stedelijke vernieuwing Zuid-Holland 2010-2014.

 

Ondertekening

Den Haag, 25 januari 2012
Provinciale Staten van Zuid-Holland
J. FRANSSEN, voorzitter
H. ENGELS-VAN NEIJEN, griffier   

 Bijlage 1 Overzicht spoedlocaties

 

Algemene toelichting

Aanleiding om de nadere regels opnieuw vast te stellen.

Prestaties in de bestuursovereenkomst

Ten aanzien van de bestuursovereenkomst is in Bodem beheerst, nadere regels investeringsbudgetbodem 2010-2014 (verder Bodem beheerst genoemd), zoals vastgesteld in maart 2011, bepaald dat in ieder geval de volgende onderwerpen expliciet opgenomen moeten worden:

  • Dat de afspraken in het door het rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen gesloten bodemconvenant onderschreven worden en ten grondslag worden gelegd aan het gemeentelijk bodembeleid.

  • Het voor 1 januari 2013 uitvoeren van de nog noodzakelijke onderzoeken van alle spoedeisende locaties binnen de begrenzing bebouwd gebied 2000.

  • De overige voor 1 januari 2015 uit te voeren onderzoeken en maatregelen om alle spoedeisende locaties binnen Begrenzing bebouwd

  • gebied 2000 uiterlijk in 2015 te saneren dan wel te beheersen.

  • De eventueel daarnaast voor 1 januari 2015 uit te voeren onderzoeken en maatregelen voor nietspoedeisende locaties als onderdeel van de stedelijke vernieuwingsopgave.

Dit blijkt achteraf te ambitieus te zijn. De gemeenten zijn niet bereid om voor een beperkt budget zich op meer vast te leggen dan strikt noodzakelijk is. Uit de overleggen met de gemeenten is de conclusie getrokken dat:

  • De gemeenten in een bestuursovereenkomst enkel de relevante uitgangspunten van het bodemconvenant voor de spoedeisende locaties willen onderschrijven. Het gaat dan om met het bevoegd gezag samenwerken aan het uiterlijk in 2015 saneren dan wel beheersen van humaan spoedeisende locaties, en het gereed hebben van het overzicht van de spoedlocaties waar sprake is van overige risico’s (ecologie en verspreiding), waarbij het streven is de locaties op dat overzicht ten minste te beheersen. In Bodem beheerst kan gelezen worden dat het gaat om het onderschrijven van alle doelstellingen van het Bodemconvenant, ook die doelstellingen die bijvoorbeeld betrekking hebben op bijvoorbeeld warmtekoude opslag.

  • De gemeenten in de bestuursovereenkomst enkel die spoedeisende locaties willen opnemen waarvoor de provincie daadwerkelijk investeringsbudget verstrekt. In Bodem beheerst kan

  • gelezen worden dat het om alle spoedeisende locaties gaat, ook die spoedlocaties waarvoor geen investeringsbudget wordt verstrekt, bijvoorbeeld omdat de financiering niet via ISV verloopt.

  • De gemeenten meer zicht willen hebben op inzet van het knelpuntenbudget.

  • De gemeenten wel in de bestuursovereenkomst willen opnemen dat zij zich inspannen om:

    • voor 1 januari 2013 de in Bodem beheerst genoemde spoedeisende locatie (humaan, ecologie en verspreiding) op een zodanig informatieniveau te brengen dat een definitief oordeel over de risico’s kan worden gegeven;

    • alle maatregelen te nemen, die nodig zijn om de in Bodem beheerst genoemde humaan spoedeisende locaties uiterlijk 31 december 2015 als gesaneerd dan wel beheerst te bestempelen;

    •  uiterlijk 31 december 2015 de nodige voorbereidingen te treffen om de sanering dan wel de beheersing van de in Bodem beheerst genoemde spoedeisende locaties met een ecologisch of  verspreidingsrisico na 31 december 2015 mogelijk te maken.

In de voorliggende regeling wordt de realisatieverplichting omgezet in een inspanningsverplichting, waarbij de gemeente zich inspannen om:

  • de humaan spoedeisende locaties voor 31 december 2015 te saneren dan wel beheersen, en

  • de nodige voorbereidingen te treffen om de sanering dan wel de beheersing van de spoedeisende locaties (ecologie en verspreiding) zo spoedig mogelijk na 31 december 2015 mogelijk te maken.

Let wel: nu wordt de datum uit het bodemconvent gebruikt (31 december 2015). Deze is meer reëel dan het gebruik van de datum vanuit het ISV (1 januari 2015). Het gebruik van 1 januari 2015 zou in feite inhouden dat de doelstellingen vanuit het bodemconvenant versneld uitgevoerd moeten worden en dat is niet de bedoeling.  

De lijst met spoedeisende locaties

In Bodem beheerst is een lijst met spoedeisende locaties opgenomen. De criteria voor de locaties op deze lijst zijn: spoedlocaties, waarvoor geen andere bodemfinanciering geldt of mogelijk is, waarvoor de sanering nog niet in uitvoering is en die binnen de begrenzing bebouwd gebied 2000 ligt. Bij de bespreking van de locaties met de gemeenten is voor de volgende locaties vastgesteld dat die locatie niet op de lijst horen: Barendrecht Singel 13 DC048900200 verspreiding Barendrecht Achterzeedijk Noldijk loswal DC048900001 ecologie Capelle a/d IJssel Bermweg 270 DC050200050 verspreiding Capelle a/d IJssel Bermweg 274 DC050200122 verspreiding Leidschendam-Voorburg Frekeweg 4 ZH054800107 humaan en verspreiding

Sliedrecht Molendijk 94 ZH061009398 verspreiding Hardinxveld Giessendam Uranusstraat 4 ZH052300041 Op grond van deze gemeenschappelijke bevinding zijn deze locaties niet meer opgenomen in de lijst met spoedeisende locaties in bijlage 1.  

Beschikbare budget per locatie

Het voor deze regeling beschikbare budgetwas oorspronkelijk Euro 15,79 miljoen. Daarvan is Euro 2,03 miljoen reeds benut voor de aanpak van de nazorglocaties (via het ISV Wonen). Van de nog beschikbare Euro 13, 76 miljoen wordt Euro 117.000,00 per spoedlocatie aan de gemeente verstrekt. Het gaat om 70 locaties, het hiervoor benodigd budget bedraagt dan maximaal Euro 8.190.000,00. Voor het knelpuntenbudget blijft dan Euro 5.570.000,00 beschikbaar.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 subsidiabele activiteiten

Het Investeringsbudget Bodem is bedoeld voor de gemeentelijke activiteiten gericht: a. op de inspanningen om voor 1 januari 2013 de spoedeisende locaties, ongeacht het soort risico (humaan, ecologie en verspreiding), op een zodanig informatieniveau te brengen dat een definitief oordeel over de risico’s kan worden gegeven. Afhankelijk van het huidige informatie niveau kan dit betekenen dat voor 1 januari 2013:

  • een (eventueel geactualiseerd) Nader Onderzoek (NO) uitgevoerd is; en

  • de vraag of het juridisch instrumentarium kan worden toegepast (uitvoeren van een juridische toets) beantwoord is; en

  • de mogelijkheden van een ruimtelijke ontwikkeling op de locatie of in de omgeving daarvan in relatie tot de aanpak van de verontreiniging inzichtelijk is; en

  • de te realiseren en reeds gerealiseerde resultaten voor wat betreft de einddoelstelling (saneren dan wel beheersen van de verontreiniging) en wanneer deze resultaten bereikt kunnen zijn inzichtelijk is. Het uitgangspunt daarbij is dat de humaan spoedeisende locaties voor 31 december 2015 zijn gesaneerd dan wel beheerst. Voor de overige spoedeisende locaties geldt als uitgangspunt dat uiterlijk 31 december 2015 de nodige voorbereidingen zijn getroffen om sanering dan wel beheersing zo spoedig mogelijk na 31 december 2015 mogelijk te maken; en.

  • de relevante kosten, kostendragers of financieringsmogelijkheden en de kosten die niet elders verhaald kunnen worden inzichtelijk zijn.

b. op de inspanningen om maatregelen te nemen, die nodig zijn om de spoedeisende locaties, met een humaan risico, uiterlijk 31 december 2015 als gesaneerd dan wel beheerst te bestempelen; c. op de inspanningen om uiterlijk 31 december 2015 voorbereidingen te treffen om de sanering dan wel de beheersing van de spoedeisende locaties met een ecologisch en verspreidingsrisico na 31 december 2015 mogelijk te maken.

Artikel 3 hoogte investeringsbudget bodem.

Per spoedeisende locatie, genoemd in het overzicht spoedeisende locaties, kan een investeringsbudget bodem van €  117.000 worden verstrekt. Dit budget is gelijk aan het budget per spoedeisende locatie zoals dat eerder in Bodem beheerst is bepaald. Omdat er inmiddels 71 locaties in het overzicht spoedeisende locaties zijn opgenomen, gaat om een totaal budget van _ 8.307.000,00. Voor het  knelpuntenbudget blijft dan €  5.453.000,00 beschikbaar.

In aanvulling op het budget per spoedeisende locatie kunnen GS nog investeringsbudget uit het knelpuntenbudget verstrekken. In het tweede lid wordt vastgelegd dat dit investeringsbudget pas vanaf 2013 wordt verstrekt. In dat jaar vindt de midtermreview plaats en op basis van de dan beschikbare informatie wordt het budget verstrekt. Daarvoor zijn twee opties benoemd. In sub a van het tweede lid van dit artikel is de optie opgenomen om een aanvullend investeringsbudget te verstrekken voor spoedlocaties die bij een definitief oordeel spoedeisend blijken te zijn en waarvoor het toegekende budget onvoldoende is om de niet elders te verhalen kosten te dragen. Om in aanmerking te komen voor een investeringsbudget uit het knelpuntenbudget moet de gemeente in samenwerking met het bevoegd gezag wel uiterlijk 1 januari 2013 inzichtelijk maken wat de relevante kosten, kostendragers of financieringsmogelijkheden zijn en welke kosten niet elders verhaald kunnen worden. Op basis van dit inzicht kan worden bepaald of er extra investeringsbudget noodzakelijk is:

  • om de spoedeisende locaties uiterlijk 31 december 2015 te beheersen dan wel te beheersen (voor humaan spoedeisende locaties);

  • om uiterlijk 31 december 2015 de voorbereidingen te treffen om de sanering dan wel de beheersing van de spoedeisende locaties met een ecologisch en verspreidingsrisico.

In sub b van het tweede lid van dit artikel is de optie opgenomen om locaties, die nu niet zijn opgenomen in het overzicht spoedlocaties, maar toch spoedeisend blijken te zijn, alsnog investeringsbudget toe te kennen. Het gaat dan om locaties, die uiteindelijk wel spoedeisend blijken te zijn. Om deze spoedeisendheid aan te tonen dient 1 januari 2013 het informatieniveau zodanig te zijn dat een definitief oordeel over de spoedeisendheid kan worden gegeven. Verder dient de gemeente in samenwerking met het bevoegd gezag uiterlijk 1 januari 2013 de relevante kosten, kostendragers of  financieringsmogelijkheden en de kosten die niet elders verhaald kunnen inzichtelijk te maken. Als op basis van dat inzicht de conclusie is dat de gewenste aanpak van de locatie een financieel tekort laat zien kan een aanvullend investeringsbudget bodem worden verstrekt.