MINISTERIELE BESCHIKKING van de 16de januari 1976 ter uitvoering van de artikelen 10 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)

Geldend van 29-02-1976 t/m heden

Intitulé

MINISTERIELE BESCHIKKING van de 16de januari 1976 ter uitvoering van de artikelen 10 en 20 van het Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935 (P.B. 1935, no. 96)

Artikel 1

Behalve wanneer zulks nodig is om op te stijgen of te landen is het verboden te vliegen beneden de navolgende hoogtes:

  • a.

    300 meter boven de hoogste hindernis welke zich binnen een afstand van 600 meter van het luchtvaartuig bevindt;

  • b.

    boven bebouwde gebieden en boven mensenverzamelingen, waaronder begrepen bevolkte stranden, de hoogte van waaraf het mogelijk is een noodlanding uit te voeren zonder personen en/of zaken welke zich op de grond of op het water bevinden nodeloos in gevaar te brengen.

Deze hoogte zal in geen geval minder mogen zijn dan die genoemd in het bepaalde sub a;

  • c.

    750 meter boven olieverwerkende industriegebieden en opslagplaatsen voor olie;

  • d.

    150 meter boven de grond of het wateroppervlak in de gevallen waarin niet in het bepaalde sub a. tot en met c. is voorzien.

Artikel 2

De Minister van Verkeer en Vervoer kan ontheffing verlenen van de in artikel 1 gestelde minima. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 3

  • 1. Deze beschikking, welke in het Publicatieblad zal worden opgenomen, treedt in werking op de dertigste dag na die van haar afkondiging.

  • 2. De artikelen 44 en 58 van het Besluit van 17 januari 1936 (P.B. 1936, no. 11) en artikel 45 van het Besluit van 28 februari 1938 (P.B. 1938, no. 19), zoals gewijzigd, vervallen met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze beschikking.