Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR135369
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR135369/1
Regeling vervallen per 18-01-2013
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting
Geldend van 01-01-2011 t/m 17-01-2013
Intitulé
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelastingRaadsbesluit
De raad van de gemeente Wijk bij Duurstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
d.d. 16 november 2010 nr. 419;
gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;
besluit
vast te stellen de:
Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2011
Artikel 1
Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;
b mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd
zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve
doeleinden;
c niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten
daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in
hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden,
doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd
dan wel te huur aangeboden;
d vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen of een jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of
stacaravan.
Artikel 2
Belastbaar feit
Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels,
pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig
verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam ‘toeristenbelasting’ een directe belasting geheven.
Artikel 3
Belastingplicht
1 Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2
in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande
terreinen.
2 De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter
zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.
3 Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is
belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 verblijf
houdt.
Artikel 4
Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:
1 door degene, die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;
2 van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet
2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g,
h, van voornoemde wet, en voorzover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid
van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.
Artikel 5
Maatstaf van heffing
De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.
Artikel 6
Forfaitaire berekeningswijze van de maatstaf van heffing
1 Het aantal personen dat heeft overnacht, wordt met betrekking tot:
a vakantie-onderkomens en niet-beroepsmatig verhuurde ruimten bepaald op
het aantal slaapplaatsen;
b mobiele kampeeronderkomens en stacaravans op vaste standplaatsen bepaald
op 2 personen;
c mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op de som
van het aantal kampeeronderkomens vermenigvuldigd met 2.
2 Het aantal malen dat door de in het eerste lid bedoelde personen is overnacht wordt:
a ingeval verblijf wordt gehouden in vakantie-onderkomens, niet-beroepsmatig
verhuurde ruimten dan wel op vaste standplaatsen, welke geschikt zijn voor gebruik of slechts gebruikt mogen worden gedurende een periode van:
ten hoogste drie maanden bepaald op 15 ;
meer dan drie doch ten hoogste zes maanden bepaald op 29 ;
meer dan zes doch ten hoogste negen maanden bepaald op 43 ;
meer dan negen doch ten hoogste twaalf maanden bepaald op 57 ;
b ingeval verblijf wordt gehouden in mobiele kampeeronderkomens op niet-vaste standplaatsen bepaald op 365.
3 Het aantal mobiele kampeeronderkomens als bedoeld in het eerste lid, letter c, wordt vastgesteld op het gemiddelde van een zestal tellingen gedurende het belastingjaar, waarbij iedere telling valt binnen een afzonderlijke periode van twee maanden.
Artikel 7
Opteren voor niet-forfaitaire maatstaf van heffing
In afwijking van het bepaalde in artikel 6 wordt op een door de belastingplichtige bij
de aangifte gedane aanvraag de maatstaf van heffing vastgesteld op het werkelijke aantal overnachtingen, indien blijkt dat dit aantal lager is dan het op grond van artikel 6 berekende aantal.
Artikel 8
Belastingtarief
Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,--.
Artikel 9
Belastingjaar
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 10
Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11
Aanslaggrens
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.
Artikel 12
Termijnen van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de
aanslagen betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het
aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 13
Kwijtschelding
Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 14
Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.
Artikel 15
Aanmeldingsplicht
De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de
eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231
tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.
Artikel 16
Inwerkingtreding en citeertitel
1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van bekendmaking.
2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.
3 Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening toeristenbelasting 2011”.
Aldus vastgesteld in openbare vergadering
van 7 december 2010.
De griffier, De voorzitter,
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl