Reglement burgerlijke stand

Geldend van 08-01-1998 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-1998

Intitulé

Reglement burgerlijke stand

Burgemeester en wethouders van de gemeente AA en Hunze,

gelet op het bepaalde in artikel 16, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 1 tot en met 4 van het Besluit burgerlijke stand 1994,

besluiten:

vast te stellen:

het reglement houdende bepalingen ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand.

Artikel 1. Begripsbepaling

Het reglement verstaat onder

Artikel 2. Ambtenaar van de burgerlijke stand, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

  • 1.

    Het college kan tot ambtenaar van de burgerlijke stand benoemen:

    • a.

      ambtenaren in dienst van de gemeente;

    • b.

      ambtenaren in dienst van een andere gemeente.

  • 2.

    Het minimum aan ambtenaren van de burgerlijke stand is twee.

  • 3.

    Het college kan buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand benoemen.

Artikel 3. Benoeming

  • 1.

    De ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voor een in het benoemingsbesluit te bepalen periode benoemd. Deze periode mag maximaal het tijdvak betreffen dat de ambtenaar in dienst zal zijn van de gemeente.

  • 2.

    De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt voor een in het benoemingsbesluit te bepalen periode benoemd.

Artikel 4. Locatie

De ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand verrichten hun wettelijke taken in het gemeentehuis.

De ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kunnen, voor zover daartoe gewichtige redenen bestaan, elders binnen de gemeente hun wettelijke taken verrichten.

Artikel 5. Leiding van de dienst

Het hoofd van de afdeling burgerzaken is belast met de leiding van het bureau van de burgerlijke stand.

Artikel 6. Openstelling

  • 1.

    Het bureau van de burgerlijke stand is voor het publiek geopend:

    • a.

      voor huwelijksvoltrekkingen of registratie partnerschap op maandag tot en met vrijdag om 09.30 uur, 10.30 uur, 11.30 uur, 13.00 uur, 14.00 uur, 15.00 uur en 16.00 uur. Op zaterdagmorgen om 9.30 uur, 10.30 uur, en 11.30 uur.

    • b.

      voor overige werkzaamheden op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 09.00 uur tot 16.00 uur en op donderdag van 9.00 uur tot 17.30 uur.

  • 2.

    Het bureau is gesloten indien de in lid 1 vastgestelde openstelling samenvalt met algemeen erkende of daarmee gelijk gestelde feestdagen in de zin van artikel 3 van de Algemene Termijnenwet of andere door burgemeester en wethouders aangewezen dagen waarop het bureau niet of slechts gedeeltelijk is geopend.

  • 3.

    Het bureau van de burgerlijke stand kan op zaterdag, zondag en andere dagen dat het bureau regulier gesloten is, voor het publiek beperkt geopend zijn op door burgemeester en wethouders, na voorafgaande bekendmaking, te bepalen uren.

  • 4.

    Het bureau van de burgerlijke stand zal op verzoek van een belanghebbende, gedaan aan burgemeester en wethouders, worden geopend op zaterdag, zondag en de andere dagen dat het bureau gesloten is, indien de belanghebbende aantoont dat met de te verrichten werkzaamheden niet kan worden gewacht tot de eerstvolgende openstelling van het bureau.

  • 5.

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders besluiten tot afwijking van de in het eerste lid aangegeven uren.

Artikel 7. Slotbepalingen

  • 1.

    Het reglement kan worden aangehaald als Reglement burgerlijke stand.

  • 2.

    Het reglement treedt in werking op 1 januari 1998.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders op 6 januari 1998.
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
Mr. F. Snoep, Drs. R.W. Munniksma.

Toelichting op het reglement burgerlijke stand

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit artikel worden de basisbegrippen uit het reglement opgesomd en beschreven. Met name het onderscheid tussen de ambtenaar van de burgerlijke stand en de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt hier expliciet gemaakt (artikel 16, Boek 1, Burgerlijk Wetboek).

Voor de ambtenaar van de burgerlijke stand gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    De ambtenaar moet in dienst zijn van de gemeente of van een andere gemeente;

  • b.

    De ambtenaar is belast met het opnemen in onder hem berustende registers van de burgerlijke stand van akten en daaraan toe te voegen latere vermeldingen, alsmede al datgene wat de instandhouding van de registers en de zorg voor de toegankelijkheid van de daarin neergelegde gegevens betreft (artikel 16d, eerste lid, boek 1 BW).

Voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand gelden de volgende bepalingen:

  • a.

    De buitengewoon ambtenaar kan in dienst zijn van de gemeente of van een andere gemeente;

  • b.

    De buitengewoon ambtenaar kan een persoon zijn niet in dienst van de gemeente of van een andere gemeente;

  • c.

    De buitengewoon ambtenaar kan uitsluitend worden belast met het voltrekken van een huwelijk of registratie partnerschap (artikelen 59, 60, 63, 64, 65 en 67 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek).

Artikel 2. Ambtenaar van de burgerlijke stand, buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand

In dit artikel wordt bepaald welke (buitenwone) ambtenaren in de gemeente benoemd kunnen worden (artikel 16, Boek 1 Burgerlijk Wetboek).

In lid 1 wordt bepaald dat het college de mogelijkheid heeft ambtenaren van de burgerlijke stand te benoemen. Het betreft ambtenaren in dienst van de eigen gemeente (lid 1a) en ambtenaren in dienst van een andere gemeente (lid 1b).

Lid 1a. biedt de mogelijkheid om een nadere beperking vast te stellen dat alleen ambtenaren van de burgerlijke stand die werkzaam zijn bij een bepaalde afdeling (bijvoorbeeld de afdeling burgerzaken). Deze beperking is optioneel.

Met lid 1b wordt bepaald dat er ambtenaren van de burgerlijke stand in de gemeente kunnen zijn, die in dienst zijn bij een andere gemeente. Deze ambtenaren moeten worden benoemd door burgemeester en wethouders van de gemeente waar de ambtenaar zijn werkzaamheden als ambtenaar van de burgerlijke stand gaat verrichten.

In lid 2 wordt bepaald dat, conform artikel 16, lid 1 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het minimum aantal ambtenaren van de burgerlijke stand, in dienst van de eigen en/of andere gemeente, twee is. Indien burgemeester en wethouders daartoe beslissen kan het aantal ambtenaren van de burgerlijke stand meer dan twee zijn.

Met lid 3 wordt bepaald dat er buitengewone ambtenaren van de burgerlijke stand kunnen worden benoemd. Indien de gemeente dit aantal aan een maximum wil binden, dan kan dat in dit artikel worden opgenomen. Deze personen kunnen in dienst zijn van de eigen of een andere gemeente, maar dit hoeft niet. Ieder persoon kan door burgemeester en wethouders worden benoemd tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel 3. Benoeming

In dit artikel is vastgesteld voor welke periode een (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand kan worden benoemd (artikel 16, Boek 1, Burgerlijk Wetboek).

Met lid 1 wordt bepaald dat een ambtenaar van de burgerlijke stand steeds voor een bepaalde periode dient te worden benoemd. Deze periode mag maximaal de periode zijn dat de betreffende ambtenaar in dienst is van de gemeente of van een andere gemeente. Tevens bestaat de mogelijkheid om een andere maximale benoemingsperiode op te nemen, zoals de tijd dat de ambtenaar in dienst is bij een bepaalde afdeling of een tijdsperiode. De periodes kunnen per individueel geval in het benoemingsbesluit van burgemeester en wethouders worden bepaald of collectief in dit lid.

Met lid 2 wordt bepaald dat een buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand voor een bepaalde periode wordt benoemd. Deze periode kan individueel in het benoemingsbesluit worden bepaald of collectief in dit artikel. De maximale benoemingsperiode is voor het leven.

Artikel 4. Locatie

In dit artikel wordt bepaald waar de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand zijn werkzaamheden moet verrichten.

De werkzaamheden moeten in het gemeentehuis (of een daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen andere locatie) worden verricht Indien daartoe gewichtige redenen bestaan, mag de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand zijn werkzaamheden ook elders binnen de gemeente verrichten (artikel 1 Besluit burgerlijke stand 1994 en artikel 64 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek).

Artikel 5. Leiding van de dienst

In dit artikel wordt bepaald wie belast is met de leiding van het bureau burgerlijke stand (artikel 2 Besluit burgerlijke stand 1994).

Artikel 6. Openstelling

In dit artikel wordt bepaald wanneer het bureau van de burgerlijke stand is geopend (artikel 16c, Boek 1, Burgerlijk Wetboek).

In dit artikel moeten zowel de reguliere dagelijkse openingstijden worden bepaald als de openingstijden voor de zaterdag, de zondag, de algemeen erkende feestdagen en de overige daarvoor door de burgemeester en wethouders aan te wijzen dagen waarop de gemeentelijke diensten niet of slechts gedeeltelijk zijn geopend.

Artikel 7. Slotbepaling

In dit artikel wordt bepaald onder welke naam het reglement moet worden aangehaald en wanneer het in werking treedt.