Verordening Bestuurscommissie ex art. 83 inzake samenwerkingsschool Gieterveen 2004

Geldend van 22-04-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening Bestuurscommissie ex art. 83 inzake samenwerkingsschool Gieterveen 2004

gelet op de het bepaalde in de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

mede gelet op artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

gelezen de diverse adviezen van de Medezeggenschapsraden;

besluit:

  • a.

    in te trekken:

  • “Verordening

    bestuurscommissie ex artikel 82 Gemeentewet inzake samenwerkingsschool Gieterveen.”

  • b.

    vast te stellen de volgende verordening:

  • “Verordening

    bestuurscommissie ex artikel 83 Gemeentewet inzake samenwerkingsschool Gieterveen 2004.”

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    de raad : de gemeenteraad van de gemeente Aa en Hunze;

  • b.

    het college : het college van de gemeente Aa en Hunze;

  • c.

    de commissie : de bestuurscommissie voor de samenwerkingsschool te Gieterveen ingesteld op grond van artikel 83 van de Gemeentewet;

  • d.

    school : de samenwerkingsschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs met als bevoegd gezag de art. 83 commissie, gevestigd te Gieterveen in de gemeente Aa en Hunze;

  • e.

    de vereniging : de Vereniging voor Christelijk onderwijs gevestigd te Gieterveen.

HOOFDSTUK 2 INSTELLING, TAAK, SAMENSTELLING EN BEVOEGDHEID

Artikel 2

  • 1.

    Voor zover niet anders in of bij deze verordening bepaald, wordt het bevoegd gezag van de samenwerkingsschool door de commissie bekleed.

  • 2.

    De commissie waakt ervoor dat het samenwerkingskarakter van de school o.m. tot uitdrukking komend in de vaststelling van het schoolwerkplan en het activiteitenplan wordt gewaarborgd.

Artikel 3

  • 1.

    De commissie bestaat uit 7 leden, t.w.:

    • -

      2 leden door en uit de raad benoemd;

    • -

      2 leden op voordracht uit het bestuur van de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Gieterveen, benoemd door de gemeenteraad;

    • -

      3 leden door en uit de ouders/verzorgers van de leerlingen van de school benoemd door de gemeenteraad.

    • De

      directeur van de school is adviseur van de commissie.

  • 2.

    Elk lid van de commissie heeft een plaatsvervanger, voorgedragen door de onder 1 genoemde geleding en benoemd door de raad, voor wie dezelfde bepalingen als voor de leden van toepassing zijn.

  • 3.

    De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.

  • 4.

    De in artikel 3 lid 3 genoemde leden vormen het dagelijks bestuur.

  • 5.

    Personen in dienst van de commissie kunnen geen lid van de commissie zijn.

  • 6.

    De leden van de commissie onderschrijven de doelstellingen van het onderwijs aan de samenwerkingsschool.

  • 7.

    Op de leden van de commissie is artikel 15 van de Gemeentewet van overeenkomstig toepassing.

  • 8.

    Bij besluit van het Dagelijks Bestuur wordt aan de leden van de commissie een vergoeding voor gemaakte onkosten toegekend.

Artikel 4

  • 1.

    De benoeming van de leden in de commissie en hun plaatsvervangers geschiedt voor een periode van maximaal vier jaar en is gelijk aan de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Het lidmaatschap van de commissie eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij verlies van de hoedanigheid, op grond waarvan men is benoemd;

    • c.

      bij verlies van de hoedanigheid, op grond waarvan men is benoemd;

    • d.

      vervallenverklaring van het lidmaatschap op grond van artikel 3 zevende lid van deze verordening inzake verboden handelingen.

  • 3.

    In een vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien overeenkomstig hetgeen in deze verordening is bepaald omtrent benoeming.

  • 4.

    Behoudens het geval, dat toepassing is gegeven aan artikel 3 zevende lid van deze verordening inzake vervallenverklaring lidmaatschap, blijven de leden hun functie vervullen totdat hun opvolgers zijn benoemd.

  • 5.

    Herbenoeming van de leden, genoemd in artikel 3 eerste en tweede lid, voor een aaneengesloten zittingsperiode van de commissie is slechts eenmaal mogelijk.

  • 6.

    Het rooster van aftreden voor de leden, genoemd in artikel 3 eerste en tweede lid wordt dusdanig door de commissie samengesteld dat de helft van deze leden niet in aanmerking kan komen voor herbenoeming.

Artikel 5

  • 1.

    De raad kent de taken en bevoegdheden die op grond van de Wet op het primair onderwijs door het bevoegd gezag worden uitgeoefend toe aan de commissie met inachtneming van het bepaalde in deze verordening en nader omschreven in de toelichting.

  • 2.

    De bevoegdheid tot het voeren van rechtsgedingen die voortvloeien uit de uitoefening van de taken en bevoegdheden van de commissie wordt tevens aan de commissie toegekend.

  • 3.

    De secretaris ondertekent alle besluiten en stukken, die van de commissie uitgaan. In de daartoe in aanmerking komende gevallen, ter beoordeling van de voorzitter, worden de stukken door zowel de voorzitter als de secretaris ondertekend.

Artikel 6

  • 1.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de voorzitter, de secretaris en de penningmeester van de commissie of bij afwezigheid hun plaatsvervanger.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter dit nodig oordeelt of indien tenminste twee leden dit verzoeken.

  • 3.

    De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar.

  • 4.

    Het dagelijks bestuur kan slechts besluiten nemen indien tenminste twee leden aanwezig zijn.

  • 5.

    Besluiten kunnen alleen genomen worden bij volstrekte meerderheid van stemmen.

  • 6.

    Het dagelijks bestuur zal werken met een openbare besluitenlijst.

Artikel 7

Tot de taak van het dagelijks bestuur behoort:

  • a.

    het toezicht op de dagelijkse leiding van de school;

  • b.

    de voorbereiding van vergaderingen van de commissie;

  • c.

    de uitvoering van besluiten van de commissie;

  • d.

    het toepassen van disciplinaire maatregelen en de schorsing als ordemaatregel waarvan het Algemeen Bestuur binnen 2 x 24 uur in kennis wordt gesteld;

  • e.

    het optreden in en buiten rechte ter voorkoming van verjaring en verlies van recht of bezit, of in rechtsgedingen door voorzitter en secretaris;

  • f.

    alle andere taken door de commissie aan het dagelijks bestuur opgedragen.

Artikel 8

De leden van het dagelijks bestuur zijn afzonderlijk en tezamen voor het door hen gevoerde bestuur informatie en verantwoording verschuldigd aan de commissie en geven te dien aanzien de commissie alle door haar verlangde inlichtingen.

HOOFDSTUK 3 WERKWIJZE

Artikel 9

  • 1.

    De commissie vergadert tenminste 4 maal per jaar en voorts zo dikwijls dit door de voorzitter dan wel tenminste twee leden van de commissie nodig wordt geoordeeld.

  • 2.

    De voorzitter draagt er zorg voor, dat de oproepingen, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste vijf dagen voor de dag der vergadering aan de leden worden toegezonden.

  • 3.

    Elk lid van de commissie is bevoegd om in een naar zijn oordeel spoedeisend geval ter vergadering voor te stellen een onderwerp aan de agenda toe te voegen.

  • 4.

    De commissie beslist, of en zo ja, in hoeverre aan een voorstel als bedoeld in het derde lid gevolg wordt gegeven.

Artikel 10

  • 1.

    De vergadering vindt geen doorgang indien een kwartier na het aangekondigde tijdstip van de vergadering niet tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is.

  • 2.

    In geval een vergadering op grond van het bepaalde in het eerste lid geen doorgang kan vinden, is de voorzitter bevoegd om met afwijking van het bepaalde in dit artikel een nieuwe vergadering te beleggen.

  • 3.

    Indien wegens onvoltalligheid op grond van het bepaalde in het tweede lid een nieuwe vergadering is belegd, beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de onderwerpen, die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld, ongeacht het aantal leden dat aanwezig is.

Artikel 11

  • 1.

    Alle besluiten worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen.

  • 2.

    Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling.

  • 3.

    Bij staken van stemmen over personen wordt één keer herstemd daarna beslist het lot.

  • 4.

    Bij het uitbrengen van een advies omtrent een voorstel van het college van burgemeester en wethouders aan de raad wordt het minderheidsstandpunt van de commissie in het advies vermeld.

Artikel 12

  • 1.

    De vergaderingen van de commissie zijn openbaar.

  • 2.

    Wanneer ten minste een vijfde gedeelte van de aanwezige leden daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt, wordt in openbaarheid besloten of de vergadering wordt voortgezet achter gesloten deuren.

  • 3.

    Van hetgeen in een besloten vergadering van de commissie is besloten, doet de commissie mededeling middels openbaarmaking van een besluitenlijst.

Artikel 13

  • 1.

    De commissie kan omtrent het in de vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken, die aan haar zijn of worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 2.

    De ingevolge het eerste lid opgelegde geheimhouding wordt zowel door degenen, die bij de behandeling tegenwoordig waren alsmede door hen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennis nemen, inachtgenomen totdat de commissie de geheimhouding opheft.

  • 3.

    In geval de voorzitter bezwaar heeft tegen een besluit tot opheffing van de geheimhouding verzoekt hij het college van burgemeester en wethouders hieromtrent een beslissing te nemen.

  • 4.

    Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen 14 dagen over een verzoek, als bedoeld in het derde lid van dit artikel.

  • 5.

    Bij toepassing van het derde lid, blijft de verplichting tot geheimhouding van kracht, tot het tijdstip waarop het college van burgemeester en wethouders een beslissing neemt.

  • 6.

    De voorzitter van de commissie kan omtrent de inhoud van de stukken voorlopige geheimhouding opleggen. Bij toezending van of overhandiging van de stukken wordt dit aan de leden kenbaar gemaakt.

  • 7.

    De verplichting tot voorlopige geheimhouding vervalt, indien zij niet in de eerstvolgende vergadering, waarin het volgens artikel 10 vereiste aantal leden aanwezig is, door de commissie wordt bekrachtigd.

HOOFDSTUK 4 VERHOUDING RAAD, COLLEGE EN COMMISSIE

Artikel 14

  • 1.

    Het college doet de commissie alle informatie toekomen die nodig is voor een goed funtioneren.

  • 2.

    Alvorens met betrekking tot het openbaar onderwijs besluiten te nemen of voorstellen te doen aan de raad aangaande de samenwerkingsschool vraagt het college advies aan de commissie van de samenwerkingsschool.

Artikel 15

  • 1.

    De commissie is verantwoording verschuldigd aan het college en de raad.

  • 2.

    De commissie verstrekt desgevraagd daartoe alle gewenste inlichtingen. De commissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit van haar werkzaamheden aan de raad.

  • 3.

    De commissie brengt, hetzij op verzoek, hetzij uit eigen beweging advies uit aan de raad of aan het college.

Artikel 16

De commissie dient vóór een nader door het college te bepalen datum de concept rekening van het afgelopen jaar en een begrotingsvoorstel voor het volgende jaar in bij het college. Zij volgt hierbij nadere regelen welke ter zake door het college zijn vastgesteld.

Artikel 17

  • 1.

    Het college is in het bijzonder belast met het toezicht op eventuele overschrijdingen van de bevoegdheden door de commissie, hieronder begrepen het bewaken van de in de begroting van het desbetreffende werkterrein gegeven ramingen van inkomsten en uitgaven.

  • 2.

    Het college doet verslag van de gedane overschrijdingen aan de raad met een voorstel tot het nemen van de naar haar oordeel geëigende maatregelen. Over dit voorstel brengt de commissie een gemotiveerd advies uit aan de raad.

Artikel 18

  • 1.

    Het college schorst een besluit van de commissie, dat naar oordeel in strijd is met de wet en/of het algemeen belang.

  • 2.

    Het college brengt een in het eerste lid bedoeld besluit tot schorsing terstond schriftelijk ter kennis van de raad met het verzoek een beslissing te nemen over het al dan niet in strijd zijn van het besluit met de wet en/of het algemeen belang.

  • 3.

    De commissie brengt over het geschorste besluit binnen één maand na het besluit van het college op grond van het eerste lid een schriftelijk en gemotiveerd advies uit aan de raad. De raad neemt een met redenen omkleed besluit en regelt de gevolgen van zijn beslissing.

  • 4.

    Indien de beslissing van de raad, als bedoeld in het derde lid, de verklaring inhoudt, dat het besluit van de commissie in strijd is met de wet en/of het algemeen belang, dan doet het college hiervan schriftelijk mededeling aan de commissie.

  • 5.

    De commissie neemt binnen een maand na ontvangst van het in het vierde lid bedoelde bericht een nieuw besluit met inachtneming van de beslissing van de raad.

  • 6.

    Indien de raad van mening is, dat het besluit van de commissie niet in strijd is met de wet en/of het algemeen belang dan vervalt het besluit tot schorsing van rechtswege.

Artikel 19

  • 1.

    Het college is bevoegd om een lid van de commissie , dat naar zijn oordeel in ernstige mate door handelen of nalaten afbreuk doet aan het functioneren van de commissie, te schorsen.

  • 2.

    Een besluit tot schorsing, als bedoeld in het eerste lid, wordt onmiddellijk aan het oordeel van de raad onderworpen.

  • 3.

    Een door de raad uit zijn midden aan te wijzen delegatie hoort het lid van de commissie, dat is geschorst, en de commissie waarvan hij lid is.

  • 4.

    De raad regelt in een besluit de gevolgen van de beslissing.

  • 5.

    De raad kan een lid van de commissie ontslaan indien deze door handelen of nalaten in zeer ernstige mate afbreuk doet aan het functioneren van de commissie. Alvorens een dergelijk besluit te nemen hoort een door de raad uit zijn midden aan te wijzen delegatie het lid dat wordt ontslagen en de commissie waarvan hij lid is.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALINGEN

Artikel 20

Het college kan ter uitvoering van onderwerpen uit deze verordening nadere regels stellen.

Artikel 21

Wijziging van de verordening of opheffing van de commissie kan slechts geschieden bij besluit van de raad, de commissie gehoord.

Artikel 22

In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, neemt het college van burgemeester en wethouders een beslissing.

Artikel 23

  • 1.

    De ‘Verordening bestuurscommissie ex artikel 83 Gemeentewet inzake samenwerkingsschool Gieterveen’ wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking d.d. 20 april 2004, zijnde de dag na bekendmaking, met inachtneming van het bepaalde in artikel 25 lid 1 Tijdelijke referendumwet.

Artikel 24

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Bestuurscommissie ex art. 83 Gemeentewet inzake samenwerkingsschool Gieterveen 2004".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aa en Hunze, gehouden op 14 april 2004.
De griffier, De voorzitter,
T. Santes Drs. R.W. Munniksma.