MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 19de augustus 1968 ter uitvoering van artikel 5A van de Slacht- en Keuringsverordening 1933 (P.B. 1933, no. 17)

Geldend van 28-08-1968 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 19de augustus 1968 ter uitvoering van artikel 5A van de Slacht- en Keuringsverordening 1933 (P.B. 1933, no. 17)

I.

De in- en doorvoer van rundvee en paarden uit landen op het vasteland van Zuid Amerika kan alleen onder de navolgende voorwaarden geschieden:

  • a.

    het rundvee moet komen uit een gebied in het betrokken land waar gedurende het gehele jaar vóór de aankomst in de Nederlandse Antillen geen mond- en klauwzeer heeft geheerst;

  • b.

    het rundvee moet tenminste veertien dagen en ten hoogste zes maanden vóór de aankomst in de Nederlandse Antillen zijn ingeënt tegen mond- en klauwzeer; paarden moeten ten minste 14 dagen en ten hoogste 1 jaar vóór de aankomst in de Nederlandse Antillen zijn ingeënt tegen encephalomyelitis;

  • c.

    ten bewijze dat het rundvee en de paarden ten tijde van de verscheping naar de Nederlandse Antillen klinisch gezond waren, moet een gezondheidsverklaring, afgegeven door een wettelijk erkend dierenarts in het land van herkomst, worden overgelegd;

  • d.

    het rundvee moet gedurende tenminste veertien dagen onmiddellijk voorafgaande aan de verscheping naar de Nederlandse Antillen in deugdelijke quarantaine hebben verbleven;

  • e.

    het rundvee moet direct na aankomst en controle langs de kortst mogelijke weg naar het abattoir worden vervoerd alwaar het geslacht wordt.

II.

De Ministeriële Beschikking van de 3de januari 1961 (P.B. 1961, no. 3) wordt gewijzigd als volgt: In het bepaalde onder I wordt na het woord „geiten'' een komma geplaatst, vervalt het daaropvolgende woord „en", en wordt na het woord „schapen" ingevoegd: „en varkens".

III.

De Ministeriële Beschikking van de 19de januari 1961 (P.B. 1961, no. 18) vervalt.

IV.

Te bepalen dat deze beschikking in het Publicatieblad zal worden opgenomen.