BESLUIT van den 11den September 1945 ter uitvoering van artikel 8, eerste lid der landsverordening van 14 December 1944 (P.B. 1944 no. 219), houdende mogelijkheid in bepaalde gevallen een authentiek afschrift van een rechterlijk vonnis in de artikel 665 eerste lid van het Curaçaosch Burgerlijk Wetboek bedoelde registers te laten overschrijven

Geldend van 06-10-1945 t/m heden

Intitulé

BESLUIT van den 11den September 1945 ter uitvoering van artikel 8, eerste lid der landsverordening van 14 December 1944 (P.B. 1944 no. 219), houdende mogelijkheid in bepaalde gevallen een authentiek afschrift van een rechterlijk vonnis in de artikel 665 eerste lid van het Curaçaosch Burgerlijk Wetboek bedoelde registers te laten overschrijven

Artikel 1

De verklaring, als bedoeld in artikel 8, eerste alinea, van bovengenoemde landsverordening, luidt als volgt:

Heden den ...........................1)

Verscheen voor mij, Griffier bij het Gerecht in Eersten Aanleg op................2)

...............................3)

Die verklaarde zich te verzetten tegen de toewijzing van het verzoek, gedaan door ..........................4)

......................................5)

En hiertoe strekkende dat door voormeld Gerecht zal worden verklaard voor recht dat hij (zij) bezit(st)er(s) is (zijn) van de daarin omschreven onroerende zaken, te weten:...............................6)

Met de daaraan verbonden nevenvordering. Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal ten tijde voormeld.

(handteekening opposant

of diens schriftelijk (Handteekening gevolmachtigde) Griffier

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op den eersten October 1945

In te vullen:

1) Dag, maand en jaar.

2) Eiland, waarop het Gerecht in eersten Aanleg, waarvoor de zaak is aangebracht, zitting houdt.

3) Voornamen, naam en woonplaats van opposant (e,.en)

4) Voornamen, naam en woonplaats van de oorspronkelijke verzoek(st)er(s).

5) Dagteekening van het inleidend verzoekschrift.

6) Omschrijving onroerende zaken, als in het sub 5 bedoelde verzoekschrift vermeld.

N.B. Binnen 14 dagen na deze verklaring dient op straffe van verval van het recht een verzet-request ter Griffie van het gerecht in Eersten Aanleg te worden ingediend.