MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 8ste april 1976 tot vaststelling van nieuwe regelen ter uitvoering van de artikelen 6 en 10 van het „Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935" (P.B. 1935, no. 96)

Geldend van 01-09-1979 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE BESCHIKKING van de 8ste april 1976 tot vaststelling van nieuwe regelen ter uitvoering van de artikelen 6 en 10 van het „Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935" (P.B. 1935, no. 96)

Artikel 1

  • 1.

    De definities, gegeven in het „Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935" (P.B. 1935, no. 96), zijn ook van toepassing op deze beschikking.

  • 2.

    In deze beschikking wordt voorts verstaan onder:

startgewicht: het maximum toelaatbaar totaal gewicht waarmede een vliegtuig een vlucht mag aanvangen, gelijk dat gewicht blijkt uit de bij dat vliegtuig behorende, door de bevoegde instanties van het land van herkomst afgegeven bescheiden, al dan niet door de Direkteur van het Departement van Luchtvaart gewijzigd.

Medische keuringsgelden

Artikel 2

  • 1. De vergoeding verschuldigd wegens keuring of algehele herkeuring door de door de Minister van Verkeer en Vervoer aangewezen arts (en) ter verkrijging van een bewijs van bevoegdheid, bedraagt per keuring of herkeuring voor verkeersleiders f. 90,--.

  • 2. De vergoeding verschuldigd wegens gedeeltelijke keuring of gedeeltelijke herkeuring door de door de Minister van Verkeer en Vervoer aangewezen arts (en) ter verkrijging van een bewijs van bevoegdheid, bedraagt per gedeeltelijke keuring of herkeuring voor verkeersleiders f. 60,--.

Artikel 3

xx

Artikel 4

xx

Artikel 5

xx

Artikel 6

xx

Radiovergunningen

Artikel 7

De vergoeding verschuldigd wegens eerste uitreiking, wederuitreiking, of gelijkstelling van een vergunning tot het hebben en gebruiken van een radiozend- en ontvangstinstallatie aan boord van vliegtuigen bedraagt ƒ 50,—

Artikel 8

Indien een vergunning als bedoeld in artikel 7 is geschorst dan wel ingetrokken, kan generlei aanspraak worden gemaakt op gehele of gedeeltelijke restitutie van hetgeen betaald is op grond van artikel 7.

Bewijzen van inschrijving

Artikel 9

Voor inschrijving of overschrijving van een vliegtuig in het luchtvaartuigregister van de Nederlandse Antillen, alsmede voor verlenging van de inschrijvingstermijn is door de aanvrager een vergoeding ten bedrage van ƒ 100,— verschuldigd.

Artikel 10

De vergoeding verschuldigd wegens vernieuwing of uitreiking van een duplikaat van het bewijs van inschrijving bedraagt fl. 50,—.

Artikel 11

xx

Behandeling der aanvraag

Artikel 12

De aanvraag voor de toepassing van een of meer der in deze beschikking bedoelde bepalingen, alsmede de aanvraag voor de uitreiking, verlenging, wederuitreiking, of uitreiking van een duplikaat van één der in deze beschikking bedoelde bewijzen of geldigverklaringen, wordt in de regel niet in behandeling genomen, indien niet is gebleken dat de ingevolge deze beschikking verschuldigde vergoeding is voldaan aan de Landsontvanger.

Artikel 13

  • 1. Het landsbesluit houdende algemene maatregelen van de 25ste maart 1954 ter uitvoering van de artikelen 6, 10 en 12 lid 1 van het „Curaçaosch Luchtvaartbesluit 1935" (P.B. 1935, no. 96) zoals gewijzigd, vervalt.

  • 2. De vóór de inwerkingtreding van deze beschikking door of vanwege de Minister van Verkeer en Vervoer afgegeven bewijzen van luchtwaardigheid, radiovergunningen, bewijzen van inschrijving en bewijzen van bevoegdheid, blijven voor de duur van hun geldigheid als overeenkomstig deze beschikking afgegeven bewijzen van kracht.

Artikel 14

  • 1. Deze beschikking kan worden aangehaald als „Beschikking Luchtvaarttarieven 1976".

  • 2. Deze beschikking, welke in het Publikatieblad zal worden opgenomen, treedt in werking met ingang van 1 juni 1976.